Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Ćwiczenie 1: Gespreksoefening
Instrukcja:
- Voer een gesprek om een kamer te reserveren. Kies een datum en vraag of ze een vrije kamer hebben. (Voer een gesprek om een kamer te reserveren. Beslis over een datum en vraag of ze een vrije kamer hebben.)
- Bepaal wat voor soort accommodatie je wilt boeken. (Bepaal welk type accommodatie je wilt boeken.)
- Stel vragen over wat in uw boeking is inbegrepen. (Stel vragen over wat bij uw boeking is inbegrepen.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Czy macie dostępny pokój na 5 lutego? Heeft u een kamer beschikbaar op 5 februari? |
Chciałbym zarezerwować pokój jednoosobowy. Ik wil graag een eenpersoonskamer boeken. |
Chcę zarezerwować łóżko w pokoju hostelowym. Ik wil een bed in een hostelkamer boeken. |
Czy jest dostępny pokój dwuosobowy? Is er een tweepersoonskamer beschikbaar? |
Czy jest również basen? Is er ook een zwembad? |
Czy śniadanie jest wliczone w cenę? Is het ontbijt inbegrepen? |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Chciałbym _______ pokój dwuosobowy na trzy noce.
(Ik zou graag _______ een tweepersoonskamer voor drie nachten willen reserveren.)2. Czy mogę prosić o _______ rezerwacji na ten adres e-mail?
(Mag ik een _______ van de reservering naar dit e-mailadres vragen?)3. Pokój będzie _______ do godziny 15:00 po południu.
(De kamer zal _______ zijn om 15:00 uur 's middags.)4. Proszę powiedzieć, czy _______ pan dodatkowego łóżka.
(Vertel het alstublieft, _______ u een extra bed nodig.)Oefening 4: Hotelreservering voor de vakantie
Instructie:
Werkwoordschema's
Jechać - Gaan
Czas Teraźniejszy
- ja jadę
- ty jedziesz
- on/ona/ono jedzie
- my jedziemy
- wy jedziecie
- oni/one jadą
Dzwonić - Bellen
Czas Teraźniejszy
- ja dzwonię
- ty dzwonisz
- on/ona/ono dzwoni
- my dzwonimy
- wy dzwonicie
- oni/one dzwonią
Rozmawiać - Praten
Czas Teraźniejszy
- ja rozmawiam
- ty rozmawiasz
- on/ona/ono rozmawia
- my rozmawiamy
- wy rozmawiacie
- oni/one rozmawiają
Prosić - Vragen
Czas Teraźniejszy
- ja proszę
- ty prosisz
- on/ona/ono prosi
- my prosimy
- wy prosicie
- oni/one proszą
Wysyłać - Sturen
Czas Przeszły
- ja wysłałem/wysłałam
- ty wysłałeś/wysłałaś
- on wysłał
- ona wysłała
- ono wysłało
- my wysłaliśmy/wysłałyśmy
- wy wysłaliście/wysłałyście
- oni wysłali
- one wysłały
Mieć - Hopen
Czas Teraźniejszy
- ja mam
- ty masz
- on/ona/ono ma
- my mamy
- wy macie
- oni/one mają
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.