Leer Poolse woorden en uitdrukkingen voor het uiten van meningen en het onderhandelen, zoals "uważam" (ik vind), "zgadzam się" (ik ben het eens), en "proponować" (voorstellen). Oefen gesprekken over cadeaukeuzes, prijsbesprekingen en lunchvoorkeuren.
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Myślę, że powinieneś __________ więcej nad swoim projektem.
(Ik denk dat je meer aan je project zou moeten __________.)2. Gdybym miał więcej doświadczenia, __________ awansować szybciej.
(Als ik meer ervaring had, zou ik sneller kunnen __________.)3. Niech Pani __________ mi raport do końca dnia, proszę.
(Stuur mij het rapport voor het einde van de dag, alstublieft.)4. Jeśli masz jakieś uwagi, __________ je podczas spotkania.
(Als je opmerkingen hebt, __________ ze dan tijdens de vergadering.)Oefening 3: Onderhandelingen over nieuwe arbeidsvoorwaarden
Instructie:
Werkwoordschema's
Rozmawiać - Spreken
Czas przeszły
- ja rozmawiałem/rozmawiałam
- ty rozmawiałeś/rozmawiałaś
- on rozmawiał
- ona rozmawiała
- ono rozmawiało
- my rozmawialiśmy/rozmawiałyśmy
- wy rozmawialiście/rozmawiałyście
- oni rozmawiali/one rozmawiały
Chcieć - Willen
Czas teraźniejszy
- ja chcę
- ty chcesz
- on/ona/ono chce
- my chcemy
- wy chcecie
- oni/one chcą
Zapytać - Vragen
Czas przeszły
- ja zapytałem/zapytam
- ty zapytałeś/zapytalaś
- on zapytał
- ona zapytała
- ono zapytało
- my zapytaliśmy/zapytaliśmy
- wy zapytaliście/zapytaliście
- oni zapytali/one zapytały
Pracować - Werken
Bezokolicznik
- pracować
Zgodzić się - Overeenkomen
Czas przeszły
- ja zgodziłem się/zgodziłam się
- ty zgodziłeś się/zgodziłaś się
- on zgodził się
- ona zgodziła się
- ono zgodziło się
- my zgodziliśmy się/zgodziłyśmy się
- wy zgodziliście się/zgodziłyście się
- oni zgodzili się/one zgodziły się
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Meningen en Onderhandelingen - Lesoverzicht
In deze les ontdek je hoe je effectief meningen kunt uiten en onderhandelen in het Pools. De focus ligt op alledaagse situaties, zoals het bespreken van cadeaus, het onderhandelen over de prijs van een auto, en het kiezen van een lunchgerecht samen. Deze onderwerpen zijn handig voor A2-leerders die hun communicatieve vaardigheden willen verbeteren in praktische contexten.
Belangrijke Conversaties
- Kiezen van een cadeautje voor een verjaardag: leer zinnen om voorstellen te doen en meningen uit te wisselen, zoals „Jak myślisz, czy lepiej kupić książkę czy zegarek na prezent?”.
- Onderhandelen over de prijs van een auto: beoordeel prijzen en doe tegenvoorstellen met uitdrukkingen als „Cena samochodu jest trochę wysoka, czy możemy ją obniżyć?”.
- Lunchvoorkeuren bespreken en gezamenlijk beslissen: voorbeelden zoals „Wolę sałatkę, jest lekka i zdrowa.” helpen je je voorkeuren duidelijk te maken en compromissen te sluiten.
Werkwoordvervoegingen en Grammaticapunten
De les bevat oefeningen met belangrijke werkwoorden in verschillende tijden en vormen, zoals pracować (werken), móc (kunnen), powiedzieć (zeggen) en het uitdrukken van beleefde verzoeken en suggesties.
Kernwoorden en Uitdrukkingen
- Moim zdaniem – naar mijn mening
- Zgadzam się – ik ben het ermee eens
- Mogę zaproponować – ik kan voorstellen
- Może połączymy – misschien combineren we
- Czy uważasz, że... – vind je dat...
Verschillen en Tips voor Nederlandstaligen
In tegenstelling tot het Nederlands gebruikt het Pools vaak de aanvoegende wijs (tryb przypuszczający) om beleefde voorstellen en wensen uit te drukken, bijvoorbeeld „powinieneś pracować” (jij zou moeten werken). Nederlandse equivalente uitdrukkingen gebruiken meestal de conditionele vorm met „zou”. Daarnaast kent het Pools een rijk systeem van werkwoordvervoegingen met geslacht en aspect, wat in het Nederlands minder prominent is.
Een woord als zgodzić się (akkoord gaan) komt vaak voor in gesprekken over meningen en onderhandeling, vergelijkbaar met „eens zijn” in het Nederlands. Leer ook de beleefde vormen zoals „Niech Pani wyśle…” die gebruikt worden om verzoeken op een nette manier te formuleren.