Leer Poolse woorden en uitdrukkingen voor het uiten van meningen en het onderhandelen, zoals "uważam" (ik vind), "zgadzam się" (ik ben het eens), en "proponować" (voorstellen). Oefen gesprekken over cadeaukeuzes, prijsbesprekingen en lunchvoorkeuren.

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Myślę, że powinieneś __________ więcej nad swoim projektem.

(Ik denk dat je meer aan je project zou moeten __________.)

2. Gdybym miał więcej doświadczenia, __________ awansować szybciej.

(Als ik meer ervaring had, zou ik sneller kunnen __________.)

3. Niech Pani __________ mi raport do końca dnia, proszę.

(Stuur mij het rapport voor het einde van de dag, alstublieft.)

4. Jeśli masz jakieś uwagi, __________ je podczas spotkania.

(Als je opmerkingen hebt, __________ ze dan tijdens de vergadering.)

Oefening 3: Onderhandelingen over nieuwe arbeidsvoorwaarden

Instructie:

Wczoraj w biurze (Rozmawiać - Czas przeszły) z moim przełożonym. Wyraziłem, że (Chcieć - Czas teraźniejszy) otrzymać więcej dni wolnych, ponieważ potrzebuję więcej czasu dla rodziny. On (Zapytać - Czas przeszły) mnie, jak wyobrażam sobie ten układ. Zaproponowałem, że możemy (Pracować - Bezokolicznik) krócej, ale bardziej wydajnie. Na końcu naszej rozmowy oboje (Zgodzić się - Czas przeszły) , że warto przemyśleć tę propozycję i omówić ją ponownie za tydzień.


Gisteren heb ik op kantoor met mijn baas gesproken. Ik heb gezegd dat ik meer vrije dagen wil krijgen, omdat ik meer tijd voor mijn gezin nodig heb. Hij vroeg me hoe ik me deze regeling voorstelde. Ik stelde voor dat we korter maar efficiënter kunnen werken. Aan het einde van ons gesprek waren we het er allebei over eens dat het de moeite waard is om dit voorstel te overdenken en het over een week opnieuw te bespreken.

Werkwoordschema's

Rozmawiać - Spreken

Czas przeszły

  • ja rozmawiałem/rozmawiałam
  • ty rozmawiałeś/rozmawiałaś
  • on rozmawiał
  • ona rozmawiała
  • ono rozmawiało
  • my rozmawialiśmy/rozmawiałyśmy
  • wy rozmawialiście/rozmawiałyście
  • oni rozmawiali/one rozmawiały

Chcieć - Willen

Czas teraźniejszy

  • ja chcę
  • ty chcesz
  • on/ona/ono chce
  • my chcemy
  • wy chcecie
  • oni/one chcą

Zapytać - Vragen

Czas przeszły

  • ja zapytałem/zapytam
  • ty zapytałeś/zapytalaś
  • on zapytał
  • ona zapytała
  • ono zapytało
  • my zapytaliśmy/zapytaliśmy
  • wy zapytaliście/zapytaliście
  • oni zapytali/one zapytały

Pracować - Werken

Bezokolicznik

  • pracować

Zgodzić się - Overeenkomen

Czas przeszły

  • ja zgodziłem się/zgodziłam się
  • ty zgodziłeś się/zgodziłaś się
  • on zgodził się
  • ona zgodziła się
  • ono zgodziło się
  • my zgodziliśmy się/zgodziłyśmy się
  • wy zgodziliście się/zgodziłyście się
  • oni zgodzili się/one zgodziły się

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Meningen en Onderhandelingen - Lesoverzicht

In deze les ontdek je hoe je effectief meningen kunt uiten en onderhandelen in het Pools. De focus ligt op alledaagse situaties, zoals het bespreken van cadeaus, het onderhandelen over de prijs van een auto, en het kiezen van een lunchgerecht samen. Deze onderwerpen zijn handig voor A2-leerders die hun communicatieve vaardigheden willen verbeteren in praktische contexten.

Belangrijke Conversaties

  • Kiezen van een cadeautje voor een verjaardag: leer zinnen om voorstellen te doen en meningen uit te wisselen, zoals „Jak myślisz, czy lepiej kupić książkę czy zegarek na prezent?”.
  • Onderhandelen over de prijs van een auto: beoordeel prijzen en doe tegenvoorstellen met uitdrukkingen als „Cena samochodu jest trochę wysoka, czy możemy ją obniżyć?”.
  • Lunchvoorkeuren bespreken en gezamenlijk beslissen: voorbeelden zoals „Wolę sałatkę, jest lekka i zdrowa.” helpen je je voorkeuren duidelijk te maken en compromissen te sluiten.

Werkwoordvervoegingen en Grammaticapunten

De les bevat oefeningen met belangrijke werkwoorden in verschillende tijden en vormen, zoals pracować (werken), móc (kunnen), powiedzieć (zeggen) en het uitdrukken van beleefde verzoeken en suggesties.

Kernwoorden en Uitdrukkingen

  • Moim zdaniem – naar mijn mening
  • Zgadzam się – ik ben het ermee eens
  • Mogę zaproponować – ik kan voorstellen
  • Może połączymy – misschien combineren we
  • Czy uważasz, że... – vind je dat...

Verschillen en Tips voor Nederlandstaligen

In tegenstelling tot het Nederlands gebruikt het Pools vaak de aanvoegende wijs (tryb przypuszczający) om beleefde voorstellen en wensen uit te drukken, bijvoorbeeld „powinieneś pracować” (jij zou moeten werken). Nederlandse equivalente uitdrukkingen gebruiken meestal de conditionele vorm met „zou”. Daarnaast kent het Pools een rijk systeem van werkwoordvervoegingen met geslacht en aspect, wat in het Nederlands minder prominent is.

Een woord als zgodzić się (akkoord gaan) komt vaak voor in gesprekken over meningen en onderhandeling, vergelijkbaar met „eens zijn” in het Nederlands. Leer ook de beleefde vormen zoals „Niech Pani wyśle…” die gebruikt worden om verzoeken op een nette manier te formuleren.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏