Deze les leert je hoe je bijvoeglijke naamwoorden correct verbuigt na de bepaalde lidwoorden „den, die, das“ in de accusatief en „dem, der“ in de datief. Je oefent met voorbeeldwoorden als „neuen Reisepass“ (nieuwe pas), „wichtige Sicherheitskontrolle“ (belangrijke veiligheidscontrole) en „freundlichen Mitarbeiter“ (vriendelijke medewerker).
  1. Het lidwoord toont de naamval (accusatief of datief).
  2. Het bijvoeglijk naamwoord volgt het lidwoord en krijgt de passende uitgang.
  3. Zonder lidwoord moet het bijvoeglijk naamwoord het woord „Arbeit“ vervangen en de uitgang duidelijk aangeven.
Artikel & Fall (Artikel & zaak)Beispiel (voorbeeld)
den + Akkusativ (den + Akkusativ)Ich kontrolliere den neuen Reisepass. (Ik controleer de nieuwe paspoort.)
die + Akkusativ (die + Akkusativ)Sie zeigt die wichtige Sicherheitskontrolle. (Zij toont de belangrijke veiligheidscontrole.)
das + Akkusativ (das + accusatief)Wir buchen das bequeme Flugzeug. (We boeken het comfortabele vliegtuig.)
dem + Dativ (dem + datief)Ich zeige dem freundlichen Mitarbeiter die Unterlagen. (Ik laat dem vriendelijke medewerker de documenten zien.)
der + Dativ (der + datief)Wir helfen der freundlichen Passagierin. (Wij helpen de vriendelijke passagier.)
ohne Artikel + Dativ (zonder lidwoord + datief)Er hilft kleinen Kindern am Flughafen. (Hij helpt kleine kinderen op de luchthaven.)

 

Oefening 1: Adjectieven: „den/die/das" + accusatief, „dem/der" + datief

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

späten, doppelte, wichtigen, neue, leere, große, bequemes, blaues

1. Bequem:
Ich habe ein ... Flugzeug für den Flug gebucht.
(Ich habe ein bequemes Flugzeug für den Flug gebucht.)
2. Neu:
Sie finden das ... Hostel in der Nähe vom Terminal.
(Sie finden das neue Hostel in der Nähe vom Terminal.)
3. Doppelt:
Das Reisebüro bestätigt das ... Zimmer für uns.
(Das Reisebüro bestätigt das doppelte Zimmer für uns.)
4. Spät:
Er beeilt sich wegen des ... Fluges.
(Er beeilt sich wegen des späten Fluges.)
5. Leer:
Die Sicherheitskontrolle zeigt das ... Handgepäck.
(Die Sicherheitskontrolle zeigt das leere Handgepäck.)
6. Wichtig:
Ich kontrolliere die ... Tickets vor dem Abflug.
(Ich kontrolliere die wichtigen Tickets vor dem Abflug.)
7. Groß:
Er packt das ... Gepäck in den Rucksack.
(Er packt das große Gepäck in den Rucksack.)
8. Blau:
Ich habe ein ... Ticket am Check-in vorgezeigt.
(Ich habe ein blaues Ticket am Check-in vorgezeigt.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies steeds de grammaticaal correcte zin met het juiste gebruik van het bijvoeglijk naamwoord in de accusatief of datief.

1.
Verkeerde naamval bij het bijvoeglijk naamwoord: 'neuem' is datief, hier wordt echter accusatief gevraagd.
Verkeerde bijvoeglijke uitgang '-e' in plaats van '-en' in de mannelijke accusatief na bepaald lidwoord.
2.
Verkeerd lidwoord ('den' in plaats van 'de') voor vrouwelijk in de datief; daardoor klopt de bijvoeglijke verbuiging niet.
Het bijvoeglijk naamwoord moet na het lidwoord een uitgang dragen; correct is 'vriendelijke' (Duits: 'freundlichen').
3.
In de vrouwelijke accusatief enkelvoud krijgt het bijvoeglijk naamwoord na bepaald lidwoord de uitgang '-e', niet '-en'.
Verkeerd lidwoord 'dem' (datief) in plaats van 'de' (accusatief); daardoor is de bijvoeglijke uitgang fout.
4.
Verkeerde naamval bij het zelfstandig naamwoord: na 'hilft' is datief meervoud nodig, dus 'kinderen'.
In de sterke datief meervoud moet het bijvoeglijk naamwoord de uitgang '-en' krijgen, niet '-e'.

Adjectieven met "den/die/das" + Accusatief en "dem/der" + Dativ

In deze les leer je hoe je Duitse adjectieven gebruikt in combinatie met bepaalde lidwoorden in de accusatief en datief. Het gaat hierbij om situaties waarin het adjectief direct na het lidwoord staat en een passende adjectiefuitgang krijgt om de grammaticale functie aan te geven.

Overzicht van artikelen en naamvallen

  • den + accusatief (mannelijk): Ich kontrolliere den neuen Reisepass.
  • die + accusatief (vrouwelijk): Sie zeigt die wichtige Sicherheitskontrolle.
  • das + accusatief (onzijdig): Wir buchen das bequeme Flugzeug.
  • dem + datief (mannelijk): Ich zeige dem freundlichen Mitarbeiter die Unterlagen.
  • der + datief (vrouwelijk): Wir helfen der freundlichen Passagierin.
  • zonder lidwoord + datief: Er hilft kleinen Kindern am Flughafen.

Belangrijke regels

  • Het lidwoord geeft de naamval aan (accusatief of datief).
  • Het adjectief volgt direct na het lidwoord en krijgt een passende uitgang die bij het geslacht en de naamval hoort.
  • Wanneer er geen lidwoord staat, neemt het adjectief de noodzakelijke grammaticale functie over door een duidelijke uitgang te krijgen.

Veelvoorkomende adjectieven in deze context

  • blau (blauw)
  • wichtig (belangrijk)
  • schnell (snel)
  • alt (oud)
  • neu (nieuw)
  • freundlich (vriendelijk)
  • bequem (comfortabel)

Vergelijking Nederlands – Duits

In het Nederlands worden adjectieven niet zo uitgebreid verbogen als in het Duits. De Nederlandse vorm verandert meestal niet met de naamval of het geslacht van het zelfstandig naamwoord, terwijl het Duits met verschillende adjectiefuitgangen werkt die je goed moet leren om correct te kunnen spreken en schrijven.

Voorbeeld: "de nieuwe pas" (Ned.) wordt den neuen Reisepass in Duits in de accusatief met een mannelijk lidwoord en adjectiefuitgang -en.

Enkele nuttige Duitse woorden en hun Nederlandse equivalenten:

  • der Passagier / die Passagierin – de passagier (mannelijk / vrouwelijk)
  • der Mitarbeiter – de medewerker
  • die Sicherheitskontrolle – de veiligheidscontrole
  • das Flugzeug – het vliegtuig

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Louis Fernando Hess

Bachelor of Science - Interculturele Business Psychologie

Hamm-Lippstadt University of Applied Sciences

University_Logo

Duitsland


Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 02/12/2025 01:23