Leer hoe je de komparativ vormt in het Duits door -er aan adjectieven zoals laut, weich, sauer en teuer toe te voegen, en maak zinnen zoals "Das Kissen ist weicher als der Stein."
  1. Je vormt de vergrotende trap door aan het bijvoeglijk naamwoord de uitgang -er toe te voegen.
  2. Bij bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -er of -el, kunnen vereenvoudigingen optreden om de uitspraak te vergemakkelijken (sauer -> saurer, niet sauerer).
Adjektiv (bijvoeglijk naamwoord)Komparativ (Vergrotende trap)Vergleich (Vergelijking)
lautlauterDas Geräusch ist lauter als die Musik. (Het geluid is luider dan de muziek.)
weichweicherDas Kissen ist weicher als der Stein.  (Het kussen is zachter dan de steen.)
sauersaurerDie Zitrone ist saurer als die Orange. (De citroen is zuurder dan de sinaasappel.)
teuerteurerMein Computer war teurer als mein Handy.  (Mijn computer was duurder dan mijn mobiel.)

Uitzonderingen!

  1. Er zijn bijvoeglijke naamwoorden die geen vergrotende trap hebben: tot, leer, einzig, rund, optimal, voll.

Oefening 1: De vergrotende trap

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

er, rer

1. Weich:
Das Bett ist weich... als die Bank.
(Das Bett ist weicher als die Bank.)
2. Teuer:
Das Kleid ist teu... als die Bluse.
(Das Kleid ist teurer als die Bluse.)
3. Sauer:
Mein Bonbon ist sau... als deins.
(Mein Bonbon ist saurer als deins.)
4. Laut:
Die Musik ist laut... als das Gespräch.
(Die Musik ist lauter als das Gespräch.)
5. Hell:
Der Raum ist hell... als die Küche.
(Der Raum ist heller als die Küche.)
6. Dreckig:
Die Straße ist dreckig... als der Garten.
(Die Straße ist dreckiger als der Garten.)
7. Bitter:
Der Kaffee ist bitter... als der Tee.
(Der Kaffee ist bitterer als der Tee.)
8. Weich:
Das Sofa ist weich... als der Stuhl.
(Das Sofa ist weicher als der Stuhl.)

Oefening 2: Dialoog voltooiing

Instructie: Voltooi de dialoog met de juiste oplossing

1. Der Kaffee ist _____ als der Tee.

( De koffie is _____ dan de thee.)

2. Das Buch ist _____ als der Film.

( Het boek is _____ dan de film.)

3. Die Musik ist _____ als die Stimme.

( De muziek is _____ dan de stem.)

4. Das Kissen ist _____ als der Stein.

( Het kussen is _____ dan de steen.)

5. Die Zitrone ist _____ als die Orange.

( De citroen is _____ dan de sinaasappel.)

6. Mein Computer war _____ als mein Handy.

( Mijn computer was _____ dan mijn telefoon.)

Der Komparativ in het Duits

In deze les leer je over de vergelijkende trap van bijvoeglijke naamwoorden in het Duits: de Komparativ. Dit is een van de basisconcepten op niveau A1 en het helpt je om verschillen tussen twee dingen aan te geven.

Wat is de Komparativ?

De Komparativ is de vorm van een bijvoeglijk naamwoord die gebruikt wordt voor vergelijkingen. Je vormt deze door -er toe te voegen aan het bijvoeglijk naamwoord.

Voorbeelden van regelmatige Komparativ-vormen

Bijvoeglijk naamwoordKomparativVoorbeeldzin
lautlauterDas Geräusch ist lauter als die Musik.
weichweicherDas Kissen ist weicher als der Stein.
sauersaurerDie Zitrone ist saurer als die Orange.
teuerteurerMein Computer war teurer als mein Handy.

Speciale regels en uitzonderingen

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -er of -el worden soms licht aangepast in de Komparativ-vorm om de uitspraak makkelijker te maken. Bijvoorbeeld: sauer wordt saurer, niet saurerer.

Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben helemaal geen Komparativ-vorm. Voorbeelden hiervan zijn: tot, leer, einzig, rund, optimal, voll.

Belangrijke inzichten voor Nederlandstalige studenten

In het Nederlands gebruiken we vergelijkbare vormen om vergelijkingen aan te geven, meestal door -er aan het bijvoeglijk naamwoord toe te voegen, zoals louder (lelijker), zachter. Dit sluit goed aan bij hoe de Komparativ in het Duits werkt.

Let er wel op dat sommige Duitse bijvoeglijke naamwoorden, zoals teuer, een iets andere klankverandering hebben dan de Nederlandse equivalenten. Het is ook belangrijk om te onthouden dat niet alle bijvoeglijke naamwoorden in het Duits een vergelijkingsvorm hebben, terwijl dat in het Nederlands soms wel kan. Bijvoorbeeld, voll (vol) heeft in het Duits geen Komparativ, terwijl we in het Nederlands wel kunnen zeggen voller.

Enkele nuttige woorden en zinnen om te oefenen:

  • lautluid
  • weichzacht
  • sauerzuur
  • teuerduur
  • Das Geräusch ist lauter als die Musik. – Het geluid is luider dan de muziek.
  • Das Kissen ist weicher als der Stein. – Het kussen is zachter dan de steen.

Met deze kennis kun je zelf eenvoudige vergelijkingen maken en je taalgebruik uitbreiden.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Sophie Schmidt

Internationaal administratief management

Würzburger Dolmetscherschule

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

donderdag, 27/11/2025 21:26