Deze les behandelt de Duitse comparatief (Komparativ) die wordt gevormd door '-er' aan bijvoeglijke naamwoorden toe te voegen. Leer hoe je vergelijkingen maakt met voorbeelden zoals 'lauter', 'weicher' en 'saurer'. Ontdek ook uitzonderingen en uitspraakregels, speciaal toegelicht voor Nederlandse leerlingen op A1-niveau.
- Je vormt de vergrotende trap door aan het bijvoeglijk naamwoord de uitgang -er toe te voegen.
- Bij bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -er of -el, kunnen vereenvoudigingen optreden om de uitspraak te vergemakkelijken (sauer -> saurer, niet sauerer).
Adjektiv (bijvoeglijk naamwoord) | Komparativ (Vergrotende trap) | Vergleich (Vergelijking) |
---|---|---|
laut | lauter | Das Geräusch ist lauter als die Musik. |
weich | weicher | Das Kissen ist weicher als der Stein. |
sauer | saurer | Die Zitrone ist saurer als die Orange. |
teuer | teurer | Mein Computer war teurer als mein Handy. |
Uitzonderingen!
- Er zijn bijvoeglijke naamwoorden die geen vergrotende trap hebben: tot, leer, einzig, rund, optimal, voll.
Oefening 1: Der Komparativ
Instructie: Vul het juiste woord in.
er, rer
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Der Kaffee ist _____ als der Tee.
(De koffie is _____ dan de thee.)2. Das Buch ist _____ als der Film.
(Het boek is _____ dan de film.)3. Die Musik ist _____ als die Stimme.
(De muziek is _____ dan de stem.)4. Das Kissen ist _____ als der Stein.
(Het kussen is _____ dan de steen.)5. Die Zitrone ist _____ als die Orange.
(De citroen is _____ dan de sinaasappel.)6. Mein Computer war _____ als mein Handy.
(Mijn computer was _____ dan mijn telefoon.)