Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je in het Duits het datumformaat correct aanlevert, inclusief volledige datums, datums zonder jaar, en datums met weekdagen. Inclusief praktische voorbeelden zoals "12. August 2023" en "Montag, 3. April" en uitleg over het gebruik van voorzetsels als "am" en "im". Ontdek ook de verschillen met het Nederlands bij datumaanduiding en handige woordenschat voor het onderwerp.
  1. Dagen van de week: Gebruik am + dag van de week, bijv. am Montag.
  2. Maanden en jaren: Gebruik im + maand of jaar (en seizoen), bijvoorbeeld im Januar, im Jahr 2025.
Form (Formulier)Beispiel
Vollständiges Datum (Volledig datum)12. August 2023
Datum ohne Jahr  (Datum zonder jaar )5. Juli 
Datum mit Wochentag (Datum met weekdag)Montag, 3. April
Frage (Vraag)Welcher Tag ist heute? Es ist Donnerstag, der 12. Juli.

Oefening 1: Wie gibt man das Datum an?

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

1. Mai, am, im, 10. März, 22. Februar, am 5. Juli 2025

1. 22/02:
Der Geburtstag meiner Mutter ist am ....
(De verjaardag van mijn moeder is op 22 februari.)
2. 05/07/2025:
Die Veranstaltung ist ....
(De gebeurtenis is op 5 juli 2025.)
3. 10/03:
Mein Geburtstag ist am ....
(Mijn verjaardag is op 10 maart.)
4.
Der Urlaub beginnt ... Samstag.
(De vakantie begint op zaterdag.)
5. 01/05:
Die Feier beginnt am ....
(Het feest begint op 1 mei.)
6.
Wir planen eine Reise ... Sommer.
(We plannen een reis in de zomer.)
7.
Wir feiern Ostern ... April.
(We vieren Pasen in april.)
8.
Ich wurde ... Jahr 2001 geboren.
(Ik ben in het jaar 2001 geboren.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ich gebe ___ das Buch.

(Ik geef ___ het boek.)

2. Wir danken ___ für ihre Hilfe.

(Wij danken ___ voor haar hulp.)

3. Ich schicke ___ einen Brief.

(Ik stuur ___ een brief.)

4. Die Lehrerin hilft ___ bei den Aufgaben.

(De lerares helpt ___ bij de opdrachten.)

5. Ich gebe ___ das Geschenk.

(Ik geef ___ het cadeau.)

6. Am Montag schenke ich ___ eine Blume.

(Op maandag geef ik ___ een bloem.)

Hoe geef je de datum correct aan in het Duits?

In deze les leer je hoe je in het Duits het datumformaat correct gebruikt. Je ontdekt verschillende manieren om data aan te geven, zoals volledige datums inclusief dag, maand en jaar, maar ook kortere vormen zonder het jaartal of met de aanduiding van de weekdag. Voorbeelden zijn onder andere "12. August 2023" en "Montag, 3. April".

Belangrijke onderdelen van de datum

  • Dagen van de week: Gebruik "am" + dag van de week, bijvoorbeeld "am Montag".
  • Maanden en jaren: Gebruik "im" + maand of jaartal, bijvoorbeeld "im Januar" of "im Jahr 2025".
  • Verschillende vormen: Volledige datum, datum zonder jaar, datum met weekdag en vragen over de datum.

Praktische voorbeelden

Een voorbeeldzin is: "Welcher Tag ist heute? Es ist Donnerstag, der 12. Juli." Hiermee leer je hoe je vragen stelt en antwoorden geeft over de datum met weekdag en datum.

Verschillen tussen Duits en Nederlands bij datumaanduiding

In het Duits wordt bij dagen en maanden vaak een voorzetsel gebruikt, zoals "am Montag" voor "op maandag" en "im Januar" voor "in januari". In het Nederlands gebruik je meestal "op maandag" en gewoon de maand zonder voorzetsel. Let ook op het gebruik van de lidwoorden in Duitse datumaanduidingen, zoals "der" in "der 12. Juli" wat in het Nederlands niet letterlijk terugkomt.

Enkele nuttige Duitse woorden en uitdrukkingen voor dit onderwerp zijn: der Tag (de dag), der Monat (de maand), das Jahr (het jaar), heute (vandaag) en am (op, bij dagen van de week) en im (in, bij maanden en jaartallen).

Met deze kennis kun je zelfverzekerd data uitspreken en schrijven in het Duits, wat essentieel is voor dagelijkse gesprekken, afspraken en officiële contexten.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Sophie Schmidt

Internationaal administratief management

Würzburger Dolmetscherschule

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 03:40