Ontdek hoe je in het Duits effectief meningen geeft en feedback uitwisselt tijdens vergaderingen. Leer handige woorden zoals zustimmen (toestemmen), widersprechen (tegenspreken) en vorschlagen (voorstellen) voor heldere communicatie op kantoor.
Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. ___ Sie bitte pünktlich zum Meeting.
(___ u alstublieft op tijd naar de vergadering.)2. ___ Sie gut zu, wenn wir die Präsentation beginnen.
(___ u goed wanneer we de presentatie beginnen.)3. Ich ___ vor, wir besprechen den Vorschlag nächste Woche.
(Ik ___ voor, dat we het voorstel volgende week bespreken.)4. Wenn du ___, können wir den Termin verschieben.
(Als je ___, kunnen we de afspraak verzetten.)Oefening 3: Vergadering op kantoor
Instructie:
Werkwoordschema's
Kommen - Komen
Präsens
- ich komme
- du kommst
- er/sie/es kommt
- wir kommen
- ihr kommt
- sie/Sie kommen
Zuhören - Luisteren
Imperativ
- -
- hör zu! (du)
- hört zu! (ihr)
- hören Sie zu! (Sie)
Vorschlagen - Voorstellen
Präsens
- ich schlage vor
- du schlägst vor
- er/sie/es schlägt vor
- wir schlagen vor
- ihr schlagt vor
- sie/Sie schlagen vor
Zustimmen - Instemmen
Präsens
- ich stimme zu
- du stimmst zu
- er/sie/es stimmt zu
- wir stimmen zu
- ihr stimmt zu
- sie/Sie stimmen zu
Widersprechen - Tegenspreken
Präsens
- ich widerspreche
- du widersprichst
- er/sie/es widerspricht
- wir widersprechen
- ihr widersprecht
- sie/Sie widersprechen
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Les: Kantoor en vergaderingen
In deze les leer je hoe je effectief kunt communiceren tijdens kantoorvergaderingen en gesprekken over projecten. De focus ligt op het uitdrukken van meningen, het geven van feedback en het beleefd aangeven van instemming of afkeuring.
Hoofdonderwerpen van de les
- Meningen uitwisselen over projectvoorstellen: Je leert hoe je jouw mening kunt delen en kunt reageren op meningen van anderen, bijvoorbeeld met uitdrukkingen zoals „Ich finde den Projektvorschlag interessant” (Ik vind het projectvoorstel interessant) en „Da bin ich nicht einverstanden” (Daar ben ik het niet mee eens).
- Beoordelen van ideeën in teamvergaderingen: Je oefent beleefdheid bij het accepteren of afwijzen van ideeën, bijvoorbeeld „Ich stimme zu” (Ik ga akkoord) en „Ich bin mir nicht sicher” (Ik ben niet zeker).
- Feedback geven tijdens presentaties: Het geven van positieve en constructieve kritiek, bijvoorbeeld „Deine Präsentation war sehr klar” (Je presentatie was heel duidelijk) versus „Die Folien könnten anschaulicher sein” (De slides zouden duidelijker kunnen zijn).
Belangrijke woordenschat en uitdrukkingen
Hier enkele belangrijke woorden en uitdrukkingen die vaak terugkomen in zakelijke gesprekken:
- Zustimmen – instemmen
- Ablehnen – afwijzen
- Vorschlag – voorstel
- Feedback geben – feedback geven
- Kompliziert – ingewikkeld
Werkwoordconjugaties en grammatica
Je oefent ook met basiswerkwoorden in de tegenwoordige tijd en de beleefde gebiedende wijs, bijvoorbeeld:
- Kommen Sie bitte pünktlich zum Meeting.
- Hören Sie gut zu, wenn wir die Präsentation beginnen.
- Ich schlage vor, wir besprechen den Vorschlag nächste Woche.
- Wenn du zustimmst, können wir den Termin verschieben.
Verschillen tussen het Nederlands en Duits in zakelijke communicatie
In het Duits worden beleefdheidsvormen als „Sie” (u) en het gebruik van de beleefde gebiedende wijs (Imperativ) veelvuldig gebruikt om respect te tonen, bijvoorbeeld „Kommen Sie bitte pünktlich”. In het Nederlands is het gebruik van „u” ook beleefd, maar de gebiedende wijs kan directer overkomen.
Belangrijke uitdrukkingen om instemming of afkeuring te uiten verschillen ook iets, bijvoorbeeld „Ich stimme zu” (Ik ga akkoord) wordt in het Nederlands vaak uitgelegd als „Ik ben het ermee eens”. Verder kent het Duits vaste voorzetsels en uitdrukkingen die je in het Nederlands niet letterlijk moet vertalen, bijvoorbeeld „zustimmen” gaat altijd met „zu”.
Handige uitdrukkingen
- Ich stimme zu. – Ik ga akkoord.
- Ich bin anderer Meinung. – Ik ben van mening verschillend.
- Das sehe ich genauso. – Dat zie ik hetzelfde.
- Ich schlage vor... – Ik stel voor...
- Das halte ich für kompliziert. – Dat vind ik ingewikkeld.
Deze les helpt je om met vertrouwen deel te nemen aan zakelijke gesprekken en meetings, met praktische zinnen en relevante grammatica voor alledaags werkcommunicatie op niveau A2.