A1.28: Karakter en persoonlijkheid

Carattere e personalità

Leer de Italiaanse overtreffende trap met zinnen als 'Il più simpatico' en 'La meno timida' om positieve en negatieve karaktereigenschappen zoals 'generoso' en 'timido' te vergelijken en beschrijven.

luisteren en lezen

Begin deze les door naar de audio te luisteren en de bijbehorende oefeningen te maken.

Woordenschat (13)

 Simpatico: sympathiek (Italian)

Simpatico

Show

Sympathiek Show

 Amichevole: vriendelijk (Italian)

Amichevole

Show

Vriendelijk Show

 Antipatico: onaardig (Italian)

Antipatico

Show

Onaardig Show

 Timido: Verlegen (Italian)

Timido

Show

Verlegen Show

 Intelligente: intelligent (Italian)

Intelligente

Show

Intelligent Show

 Goffo: onhandig (Italian)

Goffo

Show

Onhandig Show

 Bugiardo: leugenaar (Italian)

Bugiardo

Show

Leugenaar Show

 Pigro: lui (Italian)

Pigro

Show

Lui Show

 Generoso: gul (Italian)

Generoso

Show

Gul Show

 Socievole: sociaal (Italian)

Socievole

Show

Sociaal Show

 Stressato: Gestrest (Italian)

Stressato

Show

Gestrest Show

 Sembrare (lijken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Sembrare

Show

Lijken Show

 Incontrare (ontmoeten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Incontrare

Show

Ontmoeten Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
simpatico del | gruppo? | il più | Chi è
Chi è il più simpatico del gruppo?
(Wie is de aardigste van de groep?)
2.
classe. | la più | Lei è | generosa della
Lei è la più generosa della classe.
(Zij is de gulste van de klas.)
3.
il meno | i suoi | socievole tra | amici. | Marco sembra
Marco sembra il meno socievole tra i suoi amici.
(Marco lijkt de minst sociale van zijn vrienden.)
4.
lavoro. | timida è | La ragazza | la meno | stressata del
La ragazza timida è la meno stressata del lavoro.
(Het verlegen meisje is de minst gestreste van het werk.)
5.
pigro della | Il più | fratello. | famiglia è | sempre mio
Il più pigro della famiglia è sempre mio fratello.
(De luiste van de familie is altijd mijn broer.)
6.
la più | bugiarda del | che è | quartiere? | Conosci qualcuno
Conosci qualcuno che è la più bugiarda del quartiere?
(Ken je iemand die de grootste leugenaar van de buurt is?)

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Luca è il più simpatico della nostra classe. (Luca is de aardigste van onze klas.)
Maria è la più timida quando incontra persone nuove. (Maria is het verlegenst wanneer ze nieuwe mensen ontmoet.)
Paolo sembra un po' goffo ma è molto generoso. (Paolo lijkt een beetje onhandig maar hij is erg gul.)
La tua amica è la meno socievole tra tutti i nostri conoscenti. (Je vriendin is de minst sociaal van al onze kennissen.)

Oefening 3: Clusteren van woorden

Instructie: Classificeer de woorden op basis van het beschreven karaktertype, waarbij positieve eigenschappen worden gekoppeld aan negatieve.

Carattere positivo

Carattere negativo

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Stressato


Gestrest

2

Timido


Verlegen

3

Amichevole


Vriendelijk

4

Simpatico


Sympathiek

5

Goffo


Onhandig

Esercizio 5: Gespreksoefening

Istruzione:

  1. Descrivi e confronta le persone. (Beschrijf en vergelijk de mensen.)
  2. Descrivi il tuo carattere. (Beschrijf je eigen karakter.)
  3. Descrivi i membri della tua famiglia e i tuoi amici. (Beschrijf je gezinsleden en vrienden.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Juliette e Lukas sono una coppia affettuosa.

Juliette en Lukas zijn een liefdevol stel.

Raúl è la persona più chiusa. È introverso.

Raúl is de meest gesloten persoon. Hij is introvert.

Caitlin non è sportiva; è la persona meno attiva.

Caitlin is niet sportief; ze is de minst actieve persoon.

È la persona più pigra.

Hij is de luieste persoon.

Sembro pigro ma sono attivo.

Ik lijk lui, maar ik ben actief.

Posso essere timido se non conosco le persone.

Ik kan verlegen zijn als ik de mensen niet ken.

Non è onesto.

Hij is niet eerlijk.

Lei è molto amichevole ma non molto intelligente.

Zij is erg vriendelijk maar niet erg slim.

Sono studenti intelligenti.

Zij zijn intelligente studenten.

Sono piuttosto stupidi, ma non glielo diremo.

Ze zijn nogal dom, maar we zullen het hen niet vertellen.

...

Oefening 6: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 7: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ieri ___ incontrato il mio collega, che è molto simpatico.

(Gisteren ___ mijn collega ontmoet, die erg aardig is.)

2. Maria ___ stata la persona più generosa alla festa.

(Maria ___ de meest gulle persoon op het feest geweest.)

3. Luca ___ sembrato molto timido durante la riunione.

(Luca ___ erg verlegen tijdens de vergadering.)

4. Ieri pomeriggio ___ incontrato molti amici al parco.

(Gisterenmiddag ___ veel vrienden in het park ontmoet.)

Oefening 8: Het karakter beschrijven van de mensen die ik heb ontmoet

Instructie:

Ieri (Incontrare - Passato prossimo) incontrato una nuova collega molto simpatica. Lei mi (Sembrare - Passato prossimo) sembrata la persona più generosa dell'ufficio. Durante la pausa, noi (Parlare - Passato prossimo) parlato del carattere dei nostri amici. Tu (Sembrare - Passato prossimo) sembrato un po' timido, ma hai detto molte cose interessanti. Marco invece (Essere - Passato prossimo) stato il meno socievole della riunione, ma adesso lo conosco meglio. Sono contenta che finalmente noi (Incontrare - Passato prossimo) incontrati tutti e possiamo lavorare insieme.


Gisteren heb ik (Ontmoeten - Voltooid tegenwoordige tijd) een nieuwe collega ontmoet die erg aardig is. Zij leek mij (Lijken - Voltooid tegenwoordige tijd) de meest gulle persoon van het kantoor. Tijdens de pauze hebben wij gesproken (Spreken - Voltooid tegenwoordige tijd) over het karakter van onze vrienden. Jij leek (Lijken - Voltooid tegenwoordige tijd) een beetje verlegen, maar je zei veel interessante dingen. Marco daarentegen was (Zijn - Voltooid tegenwoordige tijd) de minst sociale van de vergadering, maar nu ken ik hem beter. Ik ben blij dat wij elkaar eindelijk hebben ontmoet (Ontmoeten - Voltooid tegenwoordige tijd) en samen kunnen werken.

Werkwoordschema's

Incontrare - Ontmoeten

Passato prossimo

  • io ho incontrato
  • tu hai incontrato
  • lui/lei ha incontrato
  • noi abbiamo incontrato
  • voi avete incontrato
  • loro hanno incontrato

Sembrare - Lijken

Passato prossimo

  • io sono sembrato/a
  • tu sei sembrato/a
  • lui/lei è sembrato/a
  • noi siamo sembrati/e
  • voi siete sembrati/e
  • loro sono sembrati/e

Parlare - Spreken

Passato prossimo

  • io ho parlato
  • tu hai parlato
  • lui/lei ha parlato
  • noi abbiamo parlato
  • voi avete parlato
  • loro hanno parlato

Essere - Zijn

Passato prossimo

  • io sono stato/a
  • tu sei stato/a
  • lui/lei è stato/a
  • noi siamo stati/e
  • voi siete stati/e
  • loro sono stati/e

Oefening 9: Il superlativo relativo: il più, il meno, i più, ...

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De relatieve overtreffende trap: il più, il meno, i più, ...

Toon vertaling Toon antwoorden

il più intelligente, il più pigro, la più bugiarda, la più generosa, il più goffo, la più timida, la meno stressata, il meno socievole

1.
Luca sembra ... di tutti.
(Luca lijkt de meest onhandige van allemaal.)
2.
Era ... di tutte.
(Zij was de grootste leugenaar van allemaal.)
3.
Pietro è ... della famiglia.
(Pietro is de minst sociale van het gezin.)
4.
Giulia è ... della classe.
(Giulia is het meest verlegen van de klas.)
5.
Lucia sembra ... del gruppo.
(Lucia lijkt de meest gulle van de groep.)
6.
Chiara è ... in ufficio.
(Chiara is het minst gestrest op kantoor.)
7.
Mio fratello è ... che conosco.
(Mijn broer is de luiste die ik ken.)
8.
Sei ... tra gli studenti.
(Je bent de slimste van de studenten.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A1.28.2 Grammatica

Il superlativo relativo: il più, il meno, i più, ...

De relatieve overtreffende trap: il più, il meno, i più, ...


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Incontrare ontmoeten

Passato prossimo

Italiaans Nederlands
(io) ho incontrato ik heb ontmoet
(tu) hai incontrato jij hebt ontmoet
(lui/lei) ha incontrato hij/zij heeft ontmoet
(noi) abbiamo incontrato wij hebben ontmoet
(voi) avete incontrato jullie hebben ontmoet
(loro) hanno incontrato zij hebben ontmoet

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Sembrare lijken

Passato prossimo

Italiaans Nederlands
(io) ho sembrato ik heb geleken
(tu) hai sembrato jij bent geleken
(lui/lei) ha sembrato hij/zij heeft geleken
(noi) abbiamo sembrato wij hebben geleken
(voi) avete sembrato jullie hebben geleken
(loro) hanno sembrato zij hebben geleken

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Les: Karakter en persoonlijkheid in het Italiaans

In deze les leer je het gebruik van het superlativo relativo in het Italiaans, een manier om eigenschappen binnen een groep te vergelijken. Dit helpt je om mensen te beschrijven en hun karaktereigenschappen te bespreken met voorbeelden zoals: "Chi è il più simpatico tra i tuoi amici?" (Wie is het aardigst onder je vrienden?) en "Marco è il più generoso del gruppo." (Marco is het meest gul van de groep.)

Superlativo relativo gebruiken

Het superlativo relativo wordt gevormd met de bepalingen il più (de meeste) en il meno (de minste), afhankelijk van het soort eigenschap die je wilt benadrukken. Bijvoorbeeld:

  • Luca sembra il più intelligente della squadra. (Luca lijkt de slimste van het team.)
  • Lei è la meno timida della classe. (Zij is het minst verlegen van de klas.)

Positieve en negatieve karaktereigenschappen

Leer de volgende karaktertrekken in het Italiaans, onderverdeeld in positief en negatief, om ze correct toe te passen in zinnen:

  • Positieve eigenschappen: amichevole (vriendelijk), generoso (gul), intelligente (intelligent), simpatico (aangenaam)
  • Negatieve eigenschappen: antipatico (onaangenaam), bugiardo (leugenachtig), pigro (lui), timido (verlegen)

Belangrijke aandachtspunten en voorbeelden

In het Italiaans verander je het lidwoord en de vorm van het bijvoeglijk naamwoord afhankelijk van het geslacht en het getal van het zelfstandig naamwoord. De structuur is bijvoorbeeld:

  • il più simpatico (de aardigste, mannelijk enkelvoud)
  • la meno timida (de minst verlegen, vrouwelijk enkelvoud)

Gebruik de superlativo relativo om vergelijkingen te maken binnen een specifieke groep of context, zoals familie, werk of vrienden, bijvoorbeeld in dialogen waarin collega's, vrienden of familieleden worden beschreven.

Verschillen tussen het Nederlands en Italiaans

In het Nederlands gebruiken we vergelijkbare constructies met "de meest" en "de minst", maar in het Italiaans is het gebruik van lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden vaak aangepast aan geslacht en aantal. Ook kent het Italiaans vaste vormen en plaatsing bij het zelfstandig naamwoord die verschillen van het Nederlands.

Handige Italiaanse uitdrukkingen:

  • Chi è il più...? - Wie is de meeste...? (vraag voor superlatieven)
  • È il meno... - Hij/Zij is het minst...
  • Mi sembra il più... - Het lijkt me de meest...

Deze uitdrukkingen kun je uitstekend gebruiken om karaktereigenschappen te bespreken.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏