Leer de irreële voorwaarde in het Nederlands op A2-niveau. Oefen hoe je hypothetische zinnen maakt, bijvoorbeeld over boeken en poëzie in de bibliotheek. Verbeter je gesprekken en woordenschat met praktische dialogen en voorbeeldzinnen, ideaal om wensen en veronderstellingen uit te drukken.
Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Lenen
Lenen
2
Het gedicht
Het gedicht
3
De poëzie
De poëzie
4
De auteur
De auteur
5
Het sprookje
Het sprookje
Oefening 2: Gespreksoefening
Instructie:
- Je bent op zoek naar een boek en vraagt de secretaresse waar je het kunt vinden. (Je bent op zoek naar een boek en vraagt de secretaresse waar je het kunt vinden.)
- Beschrijf een boek dat je onlangs hebt gelezen en leuk vond. (Beschrijf een boek dat je recent hebt gelezen en leuk vond.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Als ik tijd had, ___ ik dit mooie sprookje uit de bibliotheek.
2. Als ik meer romans ___, zou mijn kennis van literatuur groeien.
3. Als de schrijfster vandaag in de bibliotheek ___, zou ik graag haar boek lenen.
4. Als ik dat gedicht beter begreep, zou ik het vaker ___.
Oefening 5: In de bibliotheek
Instructie:
Werkwoordschema's
Lezen - Lezen
Conditionele Tegenwoordige Tijd
- ik zou lezen
- jij zou lezen
- hij/zij zou lezen
- wij zouden lezen
- jullie zouden lezen
- zij zouden lezen
Hebben - Hebben
Onvoltooid Verleden Tijd
- ik had
- jij had
- hij/zij had
- wij hadden
- jullie hadden
- zij hadden
Vragen - Vragen
Onvoltooid Verleden Tijd
- ik vroeg
- jij vroeg
- hij/zij vroeg
- wij vroegen
- jullie vroegen
- zij vroegen
Komen - Komen
Onvoltooid Verleden Tijd
- ik kwam
- jij kwam
- hij/zij kwam
- wij kwamen
- jullie kwamen
- zij kwamen
Lenen - Lenen
Conditionele Tegenwoordige Tijd
- ik zou lenen
- jij zou lenen
- hij/zij zou lenen
- wij zouden lenen
- jullie zouden lenen
- zij zouden lenen
Uitlenen - Uitlenen
Conditionele Tegenwoordige Tijd
- ik zou uitlenen
- jij zou uitlenen
- hij/zij zou uitlenen
- wij zouden uitlenen
- jullie zouden uitlenen
- zij zouden uitlenen
Oefening 6: De irreële voorwaarde
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De irreële voorwaarde
Toon vertaling Toon antwoordenlezen, vroeg, zouden, was, zou, werkte, had
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Lezen lezen Delen Gekopieerd!
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik zou lezen | ik zou lezen |
jij zou lezen | jij zou lezen |
hij/zij/het zou lezen | hij/zij/het zou lezen |
wij zouden lezen | wij zouden lezen |
jullie zouden lezen | jullie zouden lezen |
zij zouden lezen | zij zouden lezen |
Lenen lenen Delen Gekopieerd!
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
ik zou lenen | ik zou lenen |
jij zou lenen / zou jij lenen | jij zou lenen / zou jij lenen |
(hij/zij/het) hij zou lenen / zij zou lenen / het zou lenen | (hij/zij/het) hij zou lenen / zij zou lenen / het zou lenen |
wij zouden lenen | wij zouden lenen |
jullie zouden lenen | jullie zouden lenen |
zij zouden lenen | zij zouden lenen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Welkom bij de les "In de bibliotheek"
Deze les helpt je bij het begrijpen en gebruiken van de irreële voorwaarde in het Nederlands op niveau A2. Je leert hoe je situaties beschrijft die niet echt gebeurd zijn of onwaarschijnlijk zijn, vaak met de constructie "als + verleden tijd" gevolgd door "zou + werkwoord". Dit is handig om wensen, hypotheses en veronderstellingen uit te drukken.
Wat je zal leren
- Het vormen van irreële voorwaardelijke zinnen zoals: Als ik tijd had, zou ik meer boeken lezen.
- Hoe je gesprekken voert in de bibliotheek, bijvoorbeeld om een boek, gedichtenbundel of informatie te vragen.
- Hoe je kunt praten over verhalen en poëzie die je gelezen hebt.
- Het vergroten van je woordenschat rondom boeken, auteurs en poëzie.
Belangrijke voorbeelden en woorden
Je oefent met zinnen als:
- Als ik tijd had, zou ik dit mooie sprookje uitlenen.
- Als ik meer romans las, zou mijn kennis van literatuur groeien.
- Dialogen met bibliotheekmedewerkers, zoals:
Heeft u boeken van J.K. Rowling?
Ja, die hebben we zeker.
Extra uitleg over irreële voorwaarde en taalgebruik
In deze les gebruik je vaak de onvoltooid verleden tijd in de bijzin (bijvoorbeeld "had", "las", "was") en conditionele tegenwoordige tijd in de hoofdzin (zoals "zou lezen", "zou willen"). Dit geeft aan dat het om hypothetische situaties gaat.
Opmerking over woordvolgorde: Na "als" staat de bijzin met de verleden tijd altijd in een normale volgorde, zonder omkering. In de hoofdzin komt de persoonsvorm vaak direct na "zou".
Handige uitdrukkingen:
Als ik tijd had (If I had time)
zou ik graag lezen (I would like to read)
Heeft u... (Do you have...)