A2.39: Teamwerk

Teamwerk

Leer de gebiedende wijs gebruiken in teamworksituaties, met woorden als help, communiceer, blijf en doe, om effectief taken te verdelen en samen te werken tijdens vergaderingen en projecten.

Woordenschat (11)

 Winnen (winnen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Winnen

Show

Winnen Show

 Communiceren (communiceren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Communiceren

Show

Communiceren Show

 Samenwerken (samenwerken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Samenwerken

Show

Samenwerken Show

 De teamgenoot: De teamgenoot (Nederlands)

De teamgenoot

Show

De teamgenoot Show

 Creatief: Creatief (Nederlands)

Creatief

Show

Creatief Show

 Een fout maken: Een fout maken (Nederlands)

Een fout maken

Show

Een fout maken Show

 De communicatie: De communicatie (Nederlands)

De communicatie

Show

De communicatie Show

 De werknemer: De werknemer (Nederlands)

De werknemer

Show

De werknemer Show

 Het teamwerk: Het teamwerk (Nederlands)

Het teamwerk

Show

Het teamwerk Show

 Het lid: Het lid (Nederlands)

Het lid

Show

Het lid Show

 Het overleg: Het overleg (Nederlands)

Het overleg

Show

Het overleg Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Het teamwerk


Het teamwerk

2

Winnen


Winnen

3

Het overleg


Het overleg

4

De teamgenoot


De teamgenoot

5

Samenwerken


Samenwerken

Oefening 2: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Werk je alleen of in een team in je baan? (Werk je alleen of in een team in je baan?)
  2. Wat geef je de voorkeur en waarom? (Wat geef je de voorkeur aan en waarom?)
  3. Wat zijn belangrijke waarden van teamwork? (Wat zijn belangrijke waarden van teamwork?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Soms werk ik in een team, soms alleen. Het hangt af van de taak.

Ik werk in een team. We helpen elkaar elke dag.

Teamwerk is beter voor mij. Ik leer van anderen.

Ik werk liever alleen. Ik houd niet van te veel lawaai.

Respect is belangrijk. We moeten naar elkaar luisteren.

Goede communicatie helpt. We praten en begrijpen beter.

...

Oefening 3: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. ______ duidelijk met je teamgenoot tijdens het overleg.


2. ______ me alsjeblieft met dit werk, ik heb het druk.


3. ______ positief, ook als er een fout wordt gemaakt.


4. ______ naar binnen en doe de deur dicht om geluid te vermijden.


Oefening 5: Teamwerk in de vergaderruimte

Instructie:

Tijdens het overleg in ons team (Blijven - Gebiedende wijs) iedereen rustig. Ik (Helpen - Gebiedende wijs) je met de presentatie, want het is belangrijk dat we goed samenwerken. (Communiceren - Gebiedende wijs) duidelijk met je teamgenoten en maak geen fouten. Als er iets misgaat, (Doen - Gebiedende wijs) dan niet alsof het niet bestaat. Samen (Winnen - Tegenwoordige tijd) we het project als iedereen goed samenwerkt. (Blijven - Gebiedende wijs) creatief en houd contact met de werknemer die de deadline bewaakt.


Tijdens het overleg in ons team blijf (Blijven - Gebiedende wijs) iedereen rustig. Ik help (Helpen - Gebiedende wijs) je met de presentatie, want het is belangrijk dat we goed samenwerken. Communiceer (Communiceren - Gebiedende wijs) duidelijk met je teamgenoten en maak geen fouten. Als er iets misgaat, doe (Doen - Gebiedende wijs) dan niet alsof het niet bestaat. Samen winnen (Winnen - Tegenwoordige tijd) we het project als iedereen goed samenwerkt. Blijf (Blijven - Gebiedende wijs) creatief en houd contact met de werknemer die de deadline bewaakt.

Werkwoordschema's

Blijven - Blijven

Gebiedende wijs

  • (jij) blijf
  • (u) blijf
  • (jullie) blijft

Helpen - Helpen

Gebiedende wijs

  • (jij) help
  • (u) helpt
  • (jullie) helpen

Communiceren - Communiceren

Gebiedende wijs

  • (jij) communiceer
  • (u) communiceert
  • (jullie) communiceren

Doen - Doen

Gebiedende wijs

  • (jij) doe
  • (u) doet
  • (jullie) doen

Winnen - Winnen

Tegenwoordige tijd

  • ik win
  • jij wint
  • hij/zij/het wint
  • wij winnen
  • jullie winnen
  • zij winnen

Oefening 6: Woordvolgorde in gebiedende wijs

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Woordvolgorde in gebiedende wijs

Toon vertaling Toon antwoorden

Help, Doen, Ga, Helpen, Blijft, Houd, Communiceer

1. Gaan:
... niet weg zonder overleg.
(Ga niet weg zonder overleg.)
2. Blijven:
... u rustig en werkt u samen met het team.
(Blijft u rustig en werkt u samen met het team.)
3. Helpen:
... je werknemer bij het verbeteren van de communicatie.
(Help je werknemer bij het verbeteren van de communicatie.)
4. Ophouden:
... op met praten tijdens het overleg.
(Houd op met praten tijdens het overleg.)
5. Meedoen:
... jullie mee met het creatieve teamwerk van vandaag.
(Doen jullie mee met het creatieve teamwerk van vandaag.)
6. Gaan:
... nu zitten en luister goed naar je teamgenoot.
(Ga nu zitten en luister goed naar je teamgenoot.)
7. Communiceren:
... duidelijk als je iets niet begrijpt.
(Communiceer duidelijk als je iets niet begrijpt.)
8. Helpen:
... jullie jullie teamgenoot bij een fout.
(Helpen jullie jullie teamgenoot bij een fout.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.39.1 Grammatica

Woordvolgorde in gebiedende wijs

Woordvolgorde in gebiedende wijs


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Helpen helpen

Gebiedende wijs

Nederlands Nederlands
Help! Help!

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Blijven blijven

Gebiedende wijs

Nederlands Nederlands
Blijf! Blijf!

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Overzicht van de Les <strong>Teamwork</strong>

In deze les staat de <em>woordvolgorde in gebiedende wijs</em> centraal, binnen de context van samenwerking en teamopdrachten. De les helpt je te begrijpen hoe je indirecte bevelen en opdrachten formuleert, die vaak voorkomen in zakelijke situaties zoals teamvergaderingen, taakverdeling en gezamenlijke projecten.

Woordvolgorde in de gebiedende wijs

De gebiedende wijs gebruik je om een opdracht te geven of iemand iets te laten doen. Veruit de meest gebruikte vormen zijn voor <strong>jij</strong>, <strong>u</strong> en <strong>jullie</strong>. Bijvoorbeeld:

  • "Help me alsjeblieft met dit werk."
  • "Communiceer duidelijk met je teamgenoot."
  • "Blijf rustig tijdens het overleg."
  • "Doe de deur dicht."

Let op de volgorde: het werkwoord staat meestal aan het begin van de zin, gevolgd door het onderwerp of de rest van de zin.

Praktische voorbeelden uit teamcontext

De les bevat drie belangrijke scenario's waarin je deze taal gebruikt:

  • Teamvergadering voorbereiden: Bijvoorbeeld "Kun jij de agenda maken?" of "Stuur alsjeblieft de uitnodigingen naar de deelnemers."
  • Projecttaken verdelen: Zoals "Wijs jij de taken toe?" of "Vertel iedereen wat zijn taak is."
  • Samenwerken aan een klus: Zoals "Laten we samen het rapport maken" of "Help mij alsjeblieft met de logistiek."

Belangrijke werkwoorden en hun gebiedende wijs vormen

Hieronder vind je enkele veelgebruikte werkwoorden in gebiedende wijs die je vaak tegenkomt in teamgesprekken:

  • Blijven: blijf (jij), blijf (u), blijft (jullie)
  • Helpen: help (jij), helpt (u), helpen (jullie)
  • Communiceren: communiceer (jij), communiceert (u), communiceren (jullie)
  • Doen: doe (jij), doet (u), doen (jullie)

Gebruik deze vormen om gevraagd of direct opdrachten te geven.

Tip voor jouw leerproces

Probeer de gebiedende wijs te herkennen en te oefenen in contexten die relevant zijn voor jouw dagelijks werk of studie, zoals vergaderingen en samenwerking met collega’s. Let erop dat de gebiedende wijs vaak begint met het werkwoord zelf, zonder onderwerp.

Verschillen en nuttige uitdrukkingen

Aangezien de instructietaal en de leertaal beide Nederlands zijn, zijn er weinig taalkundige verschillen waar je op hoeft te letten. Wel is het belangrijk om het verschil te herkennen tussen directe en indirecte opdrachten en beleefdheidsvormen.

Nuttige uitdrukkingen:

  • Kun jij ...? - gebruikt om een verzoek te doen, bijvoorbeeld "Kun jij de agenda maken?"
  • Stuur alsjeblieft ... - een beleefde manier om een opdracht te geven
  • Help me alsjeblieft ... - vriendelijk verzoek om hulp
  • Doe ... - directe opdracht, bv. "Doe de deur dicht"

Deze uitdrukkingen helpen je om op een natuurlijke en effectieve manier samen te werken binnen een team.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏