Leer hoe u een rekening opent bij een Pools bank met handige woorden als konto osobiste (betaalrekening), karta debetowa (debetkaart) en bankowość internetowa (internetbankieren). Oefen praktische dialogen over bankzaken in het Pools op A2-niveau.

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Ćwiczenie 1: Gespreksoefening

Instrukcja:

  1. Bespreek de verschillende betaalmethoden die je ziet. (Bespreek de verschillende betaalmethoden die je ziet.)
  2. Koop je liever online of in een winkel? Houd je van telefoneren? (Doe je liever online winkelen of in een winkel? Vind je het leuk om te telefoneren?)
  3. Is het gebruikelijk in uw land om een fooi te geven? (Is het gebruikelijk in jouw land om een fooi te geven?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Wolę płacić kartą, ponieważ jest to szybsze.

Ik betaal liever met de kaart omdat het sneller is.

Lubię mieć gotówkę, ponieważ czasami nie można zapłacić kartą.

Ik heb graag contant geld omdat je soms niet met een kaart kunt betalen.

Wolę zakupy online, bo są dla mnie mniej stresujące.

Ik vind online winkelen leuker omdat het minder stressvol voor me is.

Wolę płacić za pomocą aplikacji bankowej.

Ik betaal liever met mijn bankapplicatie.

Płacimy przelewem bankowym.

We betalen via bankoverschrijving.

Prawie nikt w moim kraju nie zostawia napiwków, więc ja też tego nie robię.

Bijna niemand geeft een fooi in mijn land, dus ik doe het nooit.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Chcę ___ konto w twoim banku.

(Ik wil ___ een rekening openen bij jouw bank.)

2. Czy ___ już numer identyfikacyjny klienta?

(Heb je ___ al het klantidentificatienummer?)

3. W zeszłym tygodniu ___ przelew online do firmy.

(Vorige week ___ ik een online overschrijving naar het bedrijf gedaan.)

4. Bank centralny w Polsce ___ polityką pieniężną kraju.

(De centrale bank in Polen ___ het monetaire beleid van het land.)

Oefening 4: In de bank

Instructie:

Wczoraj wieczorem (Pójść - Czas przeszły) do banku, żeby otworzyć konto. Najpierw (Zapisać się - Czas przeszły) na spotkanie przez internet, ponieważ bank był bardzo zajęty. Gdy przyszłam do oddziału, pracownik (Przywitać - Czas przeszły) mnie serdecznie i (Pomóc - Czas przeszły) wypełnić formularze. Po wszystkim (Otrzymać - Czas przeszły) kartę debetową i instrukcje dotyczące bankowości internetowej. Dzisiaj rano (Sprawdzać - Czas teraźniejszy) swoje konto online i jestem zadowolona z obsługi.


Gisterenavond ben ik naar de bank gegaan om een rekening te openen. Eerst heb ik me via internet ingeschreven voor een afspraak, omdat de bank erg druk was. Toen ik bij het filiaal kwam, verwelkomde de medewerker me hartelijk en hielp hij me de formulieren in te vullen. Na alles kreeg ik een betaalpas en instructies over internetbankieren. Vanmorgen controleer ik mijn rekening online en ik ben tevreden over de service.

Werkwoordschema's

Pójść - Gaan

Czas przeszły

  • ja poszedłem/poszłam
  • ty poszedłeś/poszłaś
  • on/ona/ono poszedł/poszła/poszło
  • my poszliśmy/poszłyśmy
  • wy poszliście/poszłyście
  • oni/one poszli/poszły

Zapisać się - Inschrijven

Czas przeszły

  • ja zapisałem się/zapisałam się
  • ty zapisałeś się/zapisałaś się
  • on/ona/ono zapisał się/zapisała się/zapisało się
  • my zapisaliśmy się/zapisałyśmy się
  • wy zapisaliście się/zapisałyście się
  • oni/one zapisali się/zapisały się

Przywitać - Verwelkomen

Czas przeszły

  • ja przywitałem/przywitałam
  • ty przywitałeś/przywitałaś
  • on/ona/ono przywitał/przywitała/przywitało
  • my przywitaliśmy/przywitałyśmy
  • wy przywitaliście/przywitałyście
  • oni/one przywitali/przywitały

Pomóc - Helpen

Czas przeszły

  • ja pomogłem/pomogłam
  • ty pomogłeś/pomogłaś
  • on/ona/ono pomógł/pomogła/pomogło
  • my pomogliśmy/pomogłyśmy
  • wy pomogliście/pomogłyście
  • oni/one pomogli/pomogły

Otrzymać - Krijgen

Czas przeszły

  • ja otrzymałem/otrzymałam
  • ty otrzymałeś/otrzymałaś
  • on/ona/ono otrzymał/otrzymała/otrzymało
  • my otrzymaliśmy/otrzymałyśmy
  • wy otrzymaliście/otrzymałyście
  • oni/one otrzymali/otrzymały

Sprawdzać - Controleren

Czas teraźniejszy

  • ja sprawdzam
  • ty sprawdzasz
  • on/ona/ono sprawdza
  • my sprawdzamy
  • wy sprawdzacie
  • oni/one sprawdzają

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Lesoverzicht: Bij de bank

In deze les leer je praktische dialogen en woordenschat die je helpen omgaan met situaties bij de bank in Polen. Je oefent het openen van een bankrekening, het doen van online aankopen, en het gesprek over de grootste banken in Polen. Dit is geschikt voor A2-niveau, je beheerst basiswoorden en zinnen en kunt deze toepassen in dagelijkse contexten.

Belangrijke thema's en uitdrukkingen

  • Zakładanie konta w banku (Een bankrekening openen): Leer hoe je formeel vraagt om een rekening te openen, welke documenten je nodig hebt (dowód osobisty betekent identiteitskaart), en de opties voor betaalkaarten en internetbankieren.
  • Robienie zakupów online (Online aankopen doen): Verdiep je in betaalmethodes zoals kaarten, online overschrijvingen, en populaire systemen als Blik of PayU. Let op zinnen als Możemy zapłacić kartą kredytową lub przelewem online.
  • Rozmowa o największych bankach w Polsce (Praten over de grootste banken): Leer over bekende banken als PKO BP, Alior Bank, mBank en Santander, inclusief hun diensten en online bankieren.

Woordenschat en nuttige uitdrukkingen

  • konto osobiste – betaalrekening
  • karta debetowa – debetkaart
  • bankowość internetowa – internetbankieren
  • przelew online – online overschrijving
  • dokument tożsamości – identiteitsbewijs

Opvallende verschillen tussen het Nederlands en Pools

De Poolse taal heeft een complexer verbuigingssysteem en verbale aspectvergelijkingen dan het Nederlands. Bijvoorbeeld, zinnen met de infinitiefvorm zoals otworzyć (openen) worden veel gebruikt na werkwoorden van willen of kunnen, bijvoorbeeld Chcę otworzyć konto (Ik wil een rekening openen). Dit gebruik strookt niet altijd letterlijk met het Nederlands, waar we vaak een finite vorm gebruiken.

Daarnaast is het gebruik van beleefdheid in Pools belangrijk. Woorden als proszę (alstublieft) en formele aanspreekvormen komen vaak voor in bankdiscussies.

Voorbeelden van nuttige zinnen

  • Dzień dobry, chciałbym otworzyć konto osobiste. – Goedendag, ik zou graag een betaalrekening willen openen.
  • Czy mogę wybrać konto z kartą debetową? – Mag ik een rekening met een debetkaart kiezen?
  • Muszę wypełnić formularz i okazać dokument tożsamości. – Ik moet een formulier invullen en een identiteitsbewijs tonen.
  • Możemy zapłacić kartą kredytową lub przelewem online. – We kunnen betalen met een creditcard of online overschrijving.

Werkwoordgebruik in context

Je leert ook het juiste gebruik van werkwoordsvormen, bijvoorbeeld de infinitief versus verleden tijd, zoals in Chcę otworzyć konto tegenover zrobiłem przelew (ik heb een overschrijving gedaan). Dit helpt je om natuurlijke en correcte zinnen te vormen in alledaagse bank- en betalingssituaties.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏