A2.9: Papierwerk en bureaucratie

Papierkowa robota i biurokracja

Deze les helpt je bij het leren van essentieel Pools vocabulaire en zinnen over administratie en bureaucratie, zoals 'wniosek' (verzoek), 'dokumenty' (documenten) en 'formularz' (formulier), zodat je gesprekken over het regelen van papieren goed kunt voeren.

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Wczoraj __________ wniosek o kartę pobytu.

(Gisteren __________ ik een aanvraag voor een verblijfsvergunning ingediend.)

2. Otrzymałem potwierdzenie z urzędu miasta po __________.

(Ik ontving na __________ een bevestiging van het gemeentehuis.)

3. Czy __________ już wszystkie formalności związane z pracą?

(Heb jij __________ alle formaliteiten met betrekking tot het werk al geregeld?)

4. Musiałałem __________ wiele dokumentów, żeby przedłużyć wizę.

(Ik moest __________ veel documenten invullen om het visum te verlengen.)

Oefening 3: Eerste bezoek aan het arbeidsbureau

Instructie:

Kiedy ostatnio (Pójść - Czas przeszły) do urzędu pracy, (Zapytać - Czas przeszły) o możliwości zatrudnienia. Pracownik biura (Wyjaśnić - Czas przeszły) mi wszystkie zasady i dokumenty, które muszę przygotować. Następnego dnia (Przynieść - Czas przeszły) wymagane papiery i (Rozmawiać - Czas przeszły) z doradcą zawodowym o moich kwalifikacjach. Dzięki temu (Zrozumieć - Czas przeszły) , jakie mam obowiązki i jakie kroki dalej podejmować, aby legalnie pracować w Polsce.


Toen ik onlangs ging naar het arbeidsbureau, vroeg ik naar de mogelijkheden om aan het werk te gaan. De medewerker van het kantoor legde mij alle regels en documenten uit die ik moest voorbereiden. De volgende dag bracht ik de gevraagde papieren mee en sprak ik met een loopbaanadviseur over mijn kwalificaties. Hierdoor begrijp ik welke verplichtingen ik heb en welke stappen ik daarna moet nemen om legaal in Polen te kunnen werken.

Werkwoordschema's

Pójść - Gaan

Czas przeszły

  • ja poszedłem/poszłam
  • ty poszedłeś/poszłaś
  • on/ona/ono poszedł/poszła/poszło
  • my poszliśmy/poszłyśmy
  • wy poszliście/poszłyście
  • oni/one poszli/poszły

Zapytać - Vragen

Czas przeszły

  • ja zapytałem/zapytałam
  • ty zapytałeś/zapytałaś
  • on/ona/ono zapytał/zapytała/zapytało
  • my zapytaliśmy/zapytałyśmy
  • wy zapytaliście/zapytałyście
  • oni/one zapytali/zapytały

Wyjaśnić - Uitleggen

Czas przeszły

  • ja wyjaśniłem/wyjaśniłam
  • ty wyjaśniłeś/wyjaśniłaś
  • on/ona/ono wyjaśnił/wyjaśniła/wyjaśniło
  • my wyjaśniliśmy/wyjaśniłyśmy
  • wy wyjaśniliście/wyjaśniłyście
  • oni/one wyjaśnili/wyjaśniły

Przynieść - Brengen

Czas przeszły

  • ja przyniosłem/przyniosłam
  • ty przyniosłeś/przyniosłaś
  • on/ona/ono przyniósł/przyniosła/przyniosło
  • my przynieśliśmy/przyniosłyśmy
  • wy przynieśliście/przyniosłyście
  • oni/one przynieśli/przyniosły

Rozmawiać - Spreken

Czas przeszły

  • ja rozmawiałem/rozmawiałam
  • ty rozmawiałeś/rozmawiałaś
  • on/ona/ono rozmawiał/rozmawiała/rozmawiało
  • my rozmawialiśmy/rozmawiałyśmy
  • wy rozmawialiście/rozmawiałyście
  • oni/one rozmawiali/rozmawiały

Zrozumieć - Begrijpen

Czas przeszły

  • ja zrozumiałem/zrozumiałam
  • ty zrozumiałeś/zrozumiałaś
  • on/ona/ono zrozumiał/zrozumiała/zrozumiało
  • my zrozumieliśmy/zrozumiałyśmy
  • wy zrozumieliście/zrozumiałyście
  • oni/one zrozumieli/zrozumiały

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Overzicht van de les: Papierwerk en bureaucratie

Deze les richt zich op praktische communicatie rondom officiële procedures in Polen, zoals het aanvragen van een pensioen, een werkvergunning en het inschrijven bij het arbeidsbureau (Urząd Pracy). Niveau A2 betekent dat je al basiskennis hebt en nu leert om meer zelfstandige gesprekken te voeren in alledaagse situaties.

Wat leer je in deze les?

  • Belangrijke woorden en uitdrukkingen voor het regelen van officiële documenten.
  • Hoe je in gesprekken vraagt naar benodigde documenten, procedures en doorlooptijden.
  • Verstaan en gebruiken van typische formuleringen die je hoort bij overheidsinstanties.
  • Oefenen met werkwoordvervoegingen in de verleden tijd die vaak voorkomen in deze context.
  • Inzicht in hoe je persoonlijke gegevens verstrekt en formulieren invult.

Voorbeelden van nuttige woorden en uitdrukkingen

  • Dokumenty – documenten
  • Wniosek – aanvraagformulier
  • Dowód osobisty – identiteitskaart
  • Zaświadczenie o zarobkach – inkomensverklaring
  • Umowa o pracę – arbeidscontract
  • Formularz – formulier
  • Rejestracja – inschrijving
  • Proces przyjęcia – aannameproces
  • Numer sprawy – zaaknummer

Belangrijke contexten uit de dialogen

  • Wizyta w ZUS w sprawie emerytury: bespreken welke papieren je moet meenemen voor een pensioenaanvraag.
  • Zapytanie o pozwolenie na pracę: informeren naar documenten en procedure voor een werkvergunning.
  • Rejestracja w urzędzie pracy: hoe je je registreert als werkzoekende en welke verplichtingen daarbij horen.

Let op de werkwoordsvervoegingen in verleden tijd

In de praktijk zul je vaak de verleden tijd gebruiken om te vertellen wat je al hebt gedaan, bijvoorbeeld: złożyłem wniosek (ik heb een aanvraag ingediend) of przyniosłem dokumenty (ik bracht de documenten mee). De les bevat oefeningen om deze vervoegingen te oefenen en beter te begrijpen.

Verschillen met het Nederlands

In het Pools is het gebruik van werkwoordstijden en vervoegingen uitgebreider dan in het Nederlands, vooral in het verleden. Polsh heeft ook meer specifieke officiële termen die je goed leert kennen in deze les. Bovendien is het Pools wat formeler in officiële situaties, en worden vaak specifieke woorden gebruikt voor documenten en procedures.

Een paar handige Poolse zinnen en hun Nederlandse equivalenten:

  • Dzień dobry – Goedendag (formeel begin van een gesprek)
  • Jak długo trwa proces? – Hoe lang duurt het proces?
  • Proszę przynieść dowód osobisty – Breng alstublieft uw identiteitskaart mee
  • Czy muszę jeszcze coś wypełnić? – Moet ik nog iets invullen?

Door deze uitdrukkingen en woorden te leren, kun je zelfverzekerd vragen stellen en reageren bij officiële instanties in Polen.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏