Learn how to rent vehicles in Dutch with key vocabulary like "contract afsluiten" (to sign a contract), "verzekering" (insurance), "borg" (deposit), and distinctions between "heel" (very), "zeer" (extremely), and "veel" (many/much). This lesson helps you confidently discuss transportation rental details.

Listening and reading

Start this class by listening to the audio and completing the corresponding exercises.

A2.5.1 Kort verhaal

Een contract afsluiten bij autoverhuur

Signing a contract with a car rental company


Vocabulary (12)

 Terugbrengen (to return) - Verb conjugation and exercises

Terugbrengen

Show

To return Show

 Verhuren (to rent out) - Verb conjugation and exercises

Verhuren

Show

To rent out Show

 De annulatie: The cancellation (Dutch)

De annulatie

Show

The cancellation Show

 Het formulier: The form (Dutch)

Het formulier

Show

The form Show

 Gehuurd: rented (Dutch)

Gehuurd

Show

Rented Show

 De verzekering: The insurance (Dutch)

De verzekering

Show

The insurance Show

 De waarborg: The deposit (Dutch)

De waarborg

Show

The deposit Show

 Het rijbewijs: The driving licence (Dutch)

Het rijbewijs

Show

The driving licence Show

 Stuk: broken (Dutch)

Stuk

Show

Broken Show

 Ophalen (to collect) - Verb conjugation and exercises

Ophalen

Show

To collect Show

 Annuleren (to cancel) - Verb conjugation and exercises

Annuleren

Show

To cancel Show

 De schade: The damage (Dutch)

De schade

Show

The damage Show

Exercises

These exercises can be done together during conversation lessons or as homework.

Exercise 1: Translate and use in a sentence

Instruction: Pick a word, translated and use the word in a sentence or dialogue.

1

De schade


The damage

2

Gehuurd


Rented

3

Het rijbewijs


The driving licence

4

Annuleren


To cancel

5

Verhuren


To rent out

Oefening 2: Conversation exercise

Instructie:

  1. Beschrijf de situatie in elke afbeelding. (Describe the situation in each picture.)
  2. Simuleer een gesprek tussen het autoverhuurbedrijf en de klant. (Simulate a conversation between the car rental company and the client.)

Teaching guidelines +/- 10 minutes

Example phrases:

Kun je de auto online reserveren?

Can you reserve the car online?

Kunt u mij uw rijbewijs geven?

Can you give me your driver's license?

De auto is kapot.

The car ist broken.

Ik wil graag een auto huren.

I would like to rent a car.

Wanneer moet de auto worden teruggebracht?

When does the car needs to be returned?

Is er pechhulp?

Is there any road assistance?

Hoeveel is de borg?

How much is the deposit?

...

Exercise 3: Dialogue Cards

Instruction: Select a situation and practice the conversation with your teacher or fellow students.

Exercise 4: Multiple Choice

Instruction: Choose the correct solution

1. Ik ___ een auto gehuurd voor het weekend.

(I ___ have rented a car for the weekend.)

2. U moet het formulier invullen voordat u de scooter ___.

(You must fill in the form before you __ the scooter.)

3. De verzekering dekt de schade als er iets ___ gaat.

(The insurance covers the damage if something ___ breaks.)

4. Ik ___ de waarborg betaald toen ik de fiets huurde.

(I ___ paid the deposit when I rented the bike.)

Exercise 5: Rent your transportation

Instruction:

Deze week (Verhuren - VTT) we een auto gehuurd voor een zakelijke afspraak in een andere stad. Toen ik het formulier invulde, (Verhuren - VTT) ik mijn rijbewijs laten zien. De verzekering (Verhuren - VTT) ons heel goed geholpen met het uitleggen van de waarborg. Na het ophalen van de auto, (Annuleren - VTT) we gelukkig geen schade veroorzaakt. Morgen (Terugbrengen - Tegenwoordige tijd) ik de auto terug naar het verhuurbedrijf.


This week have (Rent - Present Perfect) we rented a car for a business appointment in another city. When I filled in the form, have (Rent - Present Perfect) I showed my driving license. The insurance has (Rent - Present Perfect) helped us very well with explaining the deposit. After picking up the car, have (Cancel - Present Perfect) we fortunately caused no damage. Tomorrow bring (Return - Present) I return the car to the rental company.

Verb Tables

Verhuren - Rent

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

  • Ik heb verhuurd
  • Jij hebt verhuurd
  • Hij/Zij/Het heeft verhuurd
  • Wij hebben verhuurd
  • Jullie hebben verhuurd
  • Zij hebben verhuurd

Annuleren - Cancel

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

  • Ik heb geannuleerd
  • Jij hebt geannuleerd
  • Hij/Zij/Het heeft geannuleerd
  • Wij hebben geannuleerd
  • Jullie hebben geannuleerd
  • Zij hebben geannuleerd

Terugbrengen - Return

Tegenwoordige tijd

  • Ik breng terug
  • Jij brengt terug
  • Hij/Zij/Het brengt terug
  • Wij brengen terug
  • Jullie brengen terug
  • Zij brengen terug

Exercise 6: Verschil tussen heel, zeer en veel"

Instruction: Fill in the correct word.

Grammar: Difference between heel, zeer and veel

Show translation Show answers

heel, zeer, veel

1.
Er is ... papierwerk bij de verzekering.
(There is a lot of paperwork with the insurance.)
2.
Mijn rijbewijs is ... belangrijk.
(My driving licence is very important.)
3.
Dit is een ... goed formulier.
(This is a very good form.)
4.
Deze auto is ... comfortabel.
(This car is very comfortable.)
5.
Hij rijdt ... graag met de fiets.
(He really likes cycling.)
6.
Je moet de scooter ... vroeger terugbrengen.
(You have to return the scooter much earlier.)
7.
De verzekering is ... duidelijk.
(The insurance is very clear.)
8.
Je moet ... betalen voor de waarborg.
(You have to pay a lot for the deposit.)

Grammar

It's not the most exciting thing, we admit, but it’s absolutely essential (and we promise it'll pay off)!

A2.5.2 Grammatica

Verschil tussen heel, zeer en veel"

Difference between heel, zeer and veel


Verb conjugation tables for this lesson

Verhuren to rent out

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Dutch English
(ik) heb verhuurd I have rented out
(jij) hebt verhuurd/hebt verhuurd You have rented out
(hij/zij/het) heeft verhuurd he/she/it has rented out
(wij) hebben verhuurd we have rented out
(jullie) hebben verhuurd you have rented out
(zij) hebben verhuurd they have rented out

Exercises and examples phrases

Annuleren to cancel

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Dutch English
(ik) heb geannuleerd I have cancelled
(jij) hebt geannuleerd / hebt geannuleerd you have cancelled
(hij/zij/het) heeft geannuleerd he/she/it has cancelled
(wij) hebben geannuleerd we have cancelled
(jullie) hebben geannuleerd You have cancelled
(zij) hebben geannuleerd they have cancelled

Exercises and examples phrases

Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!

Do you want to practice Dutch today? That is possible! Just contact one of our teachers today.

Enroll now!

Lesson Overview: Renting Transportation in Dutch

This lesson focuses on practical language skills for renting transportation in Dutch, such as cars, bicycles, and scooters. You will learn useful vocabulary and expressions related to closing contracts at rental companies, discussing insurance options, handling deposits, and making arrangements for pickup and return.

Key Topics Covered

  • Contract and rental procedures: Understanding how to negotiate and finalize rental agreements.
  • Insurance and deposit discussions: Phrases to talk about insurance coverage and the security deposit (borg).
  • Differences in expressions: Using words like heel, zeer, and veel correctly in context.
  • Common verbs in perfect tense: Important verbs related to renting, such as huren (to rent), ophalen (to pick up), vragen (to ask), terugbrengen (to return), and annuleren (to cancel), practiced in the perfect (voltooid tegenwoordige tijd) tense.

Useful Vocabulary and Expressions

  • Huren: to rent, as in Ik wil een auto huren voor het weekend. (I want to rent a car for the weekend.)
  • Borg: deposit, e.g., De borg is vijftig euro. (The deposit is fifty euros.)
  • Verzekering: insurance, for example, Wilt u ook de verzekering erbij? (Do you also want the insurance?)
  • Gehuurd, geannuleerd, opgehaald: past participles used in perfect tenses relevant for discussing rental actions.
  • Heel, zeer, veel: comparative adverbs and adjectives used to express quantity or intensity, such as heel goed (very good), zeer compleet (very complete), and veel verkeers (much traffic).

Grammar Highlight: Perfect Tense Verbs

Many verbs related to renting activities are practiced in the Dutch perfect tense (voltooid tegenwoordige tijd). For example:

  • Ik heb gisteren een auto gehuurd. (I rented a car yesterday.)
  • We hebben de huur op tijd geannuleerd. (We canceled the rental on time.)
  • Je moet het formulier invullen om de verzekering af te sluiten. (You have to fill out the form to take out the insurance.)

Contextual Dialogues for Practice

Dialogues simulate real-life conversations when renting transportation: negotiating insurance packages, discussing deposits, scheduling pickup and return times, and confirming the condition of returned vehicles.

Comparing Dutch and English Expressions

In this lesson, attention is given to subtle differences in intensity expressions: heel and zeer both mean 'very,' but zeer is more formal or used in written language, while heel is more common in everyday speech. Veel means 'much' or 'many' and is used to quantify nouns, which contrasts with English where 'very' is an adverb modifying adjectives or other adverbs.

Examples:

  • Heel goed = very good
  • Zeer compleet = very complete (formal)
  • Veel auto's = many cars

Familiarity with these differences helps you choose appropriate expressions to sound natural when conversing about rentals.

These lessons would not be possible without our amazing partners🙏