Leer in deze praktische les hoe je in het Nederlands gesprekken voert over het huren van vervoermiddelen zoals auto's, scooters en fietsen. Oefen het gebruik van belangrijke woorden zoals borg en verzekering, en versterk je kennis van de voltooid tegenwoordige tijd (VTT). Ontdek ook het verschil tussen heel, zeer en veel, en verbeter je spreekvaardigheid met realistische dialoogvoorbeelden.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (12) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
De schade
De schade
2
Gehuurd
Gehuurd
3
Het rijbewijs
Het rijbewijs
4
Annuleren
Annuleren
5
Verhuren
Verhuren
Oefening 2: Gespreksoefening
Instructie:
- Beschrijf de situatie in elke afbeelding. (Beschrijf de situatie op elke afbeelding.)
- Simuleer een gesprek tussen het autoverhuurbedrijf en de klant. (Simuleer een gesprek tussen het autoverhuurbedrijf en de klant.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik heb gisteren een auto ________ voor het weekend.
2. We hebben de huur op tijd ________ vanwege het slechte weer.
3. Je moet het formulier invullen om de verzekering ________.
4. Zij ________ ons de scooter ophalen bij het verhuurbedrijf.
Oefening 5: Transport huren in Nederland
Instructie:
Werkwoordschema's
Huren - Huren
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
- Ik heb gehuurd
- Jij hebt gehuurd
- Hij/Zij/Het heeft gehuurd
- Wij hebben gehuurd
- Jullie hebben gehuurd
- Zij hebben gehuurd
Ophalen - Ophalen
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
- Ik heb opgehaald
- Jij hebt opgehaald
- Hij/Zij/Het heeft opgehaald
- Wij hebben opgehaald
- Jullie hebben opgehaald
- Zij hebben opgehaald
Vragen - Vragen
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
- Ik heb gevraagd
- Jij hebt gevraagd
- Hij/Zij/Het heeft gevraagd
- Wij hebben gevraagd
- Jullie hebben gevraagd
- Zij hebben gevraagd
Terugbrengen - Terugbrengen
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
- Ik heb teruggebracht
- Jij hebt teruggebracht
- Hij/Zij/Het heeft teruggebracht
- Wij hebben teruggebracht
- Jullie hebben teruggebracht
- Zij hebben teruggebracht
Annuleren - Annuleren
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
- Ik heb geannuleerd
- Jij hebt geannuleerd
- Hij/Zij/Het heeft geannuleerd
- Wij hebben geannuleerd
- Jullie hebben geannuleerd
- Zij hebben geannuleerd
Zijn - Zijn
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
- Ik was
- Jij was
- Hij/Zij/Het was
- Wij waren
- Jullie waren
- Zij waren
Oefening 6: Verschil tussen heel, zeer en veel"
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Verschil tussen heel, zeer en veel"
Toon vertaling Toon antwoordenheel, zeer, veel
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Verhuren verhuren Delen Gekopieerd!
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) heb verhuurd | (ik) heb verhuurd |
(jij) hebt verhuurd/hebt verhuurd | (jij) hebt verhuurd/hebt verhuurd |
(hij/zij/het) heeft verhuurd | (hij/zij/het) heeft verhuurd |
(wij) hebben verhuurd | (wij) hebben verhuurd |
(jullie) hebben verhuurd | (jullie) hebben verhuurd |
(zij) hebben verhuurd | (zij) hebben verhuurd |
Annuleren annuleren Delen Gekopieerd!
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) heb geannuleerd | (ik) heb geannuleerd |
(jij) hebt geannuleerd / hebt geannuleerd | (jij) hebt geannuleerd / hebt geannuleerd |
(hij/zij/het) heeft geannuleerd | (hij/zij/het) heeft geannuleerd |
(wij) hebben geannuleerd | (wij) hebben geannuleerd |
(jullie) hebben geannuleerd | (jullie) hebben geannuleerd |
(zij) hebben geannuleerd | (zij) hebben geannuleerd |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Welkom bij de les "Rent your transportation"
In deze les leer je hoe je in het Nederlands gesprekken voert over het huren van vervoermiddelen zoals auto's, scooters en fietsen. De focus ligt op praktische situaties, zoals het vragen naar verzekeringen, borgsommen en het ophalen of terugbrengen van voertuigen. Daarnaast oefen je belangrijke grammaticale aspecten, met name de voltooid tegenwoordige tijd (VTT) van werkwoorden die vaak voorkomen bij het huren.
Wat leer je in deze les?
- Woorden en uitdrukkingen: Bijvoorbeeld huurauto, borg, verzekering, ophalen en terugbrengen.
- Belangrijke grammatica: Versterking van de voltooid tegenwoordige tijd (heb gehuurd, ben opgestapt) en hoe je deze tijd correct gebruikt in praktische context.
- Dialoogvaardigheden: Naspreken van realistische gesprekken over het huren en retourneren van vervoermiddelen, inclusief vragen en antwoorden over prijzen, borgsommen en verzekeringen.
Duidelijkheid over "heel", "zeer" en "veel"
Deze les belicht ook het verschil tussen de woorden heel, zeer en veel. Zo kun je aangeven wanneer iets "heel nuttig" is, of wanneer je "zeer aanraadt" een verzekering te nemen. Ook leer je wanneer je over "heel veel" fietsen spreekt. Deze nuances helpen je om je taalgebruik preciezer en natuurlijker te maken.
Praktische voorbeelden
Je oefent met zinnen als "Ik heb een auto gehuurd voor het weekend" en "Zij brengt de fiets morgen terug". Via interactieve oefeningen leer je deze zinnen correct te vervoegen en toe te passen in dagelijkse situaties.
Opmerkingen over Nederlands versus instructietaal
In het Nederlands worden woorden als "borg" (security deposit) en "verzekering" (insurance) veel gebruikt bij verhuurgesprekken, net als in andere talen. Wel is het belangrijk om te weten dat heel meestal informeel is en kan worden gebruikt als versterker, terwijl zeer formeler klinkt. Veel drukt een grote hoeveelheid uit en kan zowel voor telbare als ontelbare zelfstandige naamwoorden worden gebruikt.
Enkele nuttige uitdrukkingen in het Nederlands zijn:
- Heeft u uw rijbewijs bij u? – Heeft u uw rijbewijs bij u?
- De borg is €300. – De waarborgsom is €300.
- Wilt u een extra verzekering? – Wilt u aanvullende dekking?