Leer hoe je rangtelwoorden in het Nederlands gebruikt, zoals eerste, tweede, derde, tot en met tiende. Deze les bevat voorbeelden en dialogen om de toepassing in dagelijkse situaties te oefenen, zoals verjaardagen, hotelreserveringen en sportwedstrijden. Ontdek ook de grammaticale kenmerken en verschillen met het Engels voor een beter begrip.
Woordenschat (11) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Verdeel de onderstaande rangtelwoorden in twee groepen: van eerste tot vijfde en van zesde tot tiende.
Van eerste tot vijfde
Van zesde tot tiende
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
De zevende
De zevende
2
De tweede
De tweede
3
De derde
De derde
4
De negende
De negende
5
De vijfde
De vijfde
Oefening 5: Gespreksoefening
Instructie:
- Op welke verdieping woont elke persoon? (Op welke verdieping woont elke persoon?)
- Woon je in een appartement? Op welke verdieping woon je? (Woon je in een appartement? Op welke verdieping woon je?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik _____ me de eerste keer dat ik in Nederland was.
2. We ____ het feest op de tweede dag van april.
3. De vergadering _____ om acht uur 's ochtends.
4. Zij _____ morgen naar het museum op de vijfde mei.
Oefening 8: Mijn verjaardagsfeestje plannen met rangtelwoorden
Instructie:
Werkwoordschema's
Herinneren - Herinneren
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
- ik herinner
- jij herinnert
- hij/zij/het herinnert
- wij herinneren
- jullie herinneren
- zij herinneren
Hebben - Hebben
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
- ik heb
- jij hebt
- hij/zij/het heeft
- wij hebben
- jullie hebben
- zij hebben
Proberen - Proberen
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
- ik probeer
- jij probeert
- hij/zij/het probeert
- wij proberen
- jullie proberen
- zij proberen
Vertrouwen - Vertrouwen
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
- ik vertrouw
- jij vertrouwt
- hij/zij/het vertrouwt
- wij vertrouwen
- jullie vertrouwen
- zij vertrouwen
Oefening 9: Rangtelwoorden
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Rangtelwoorden
Toon vertaling Toon antwoordenNegentigste, zesentwintigste, achtste, vierde, derde, zestigste, tweede, eerste
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Herinneren herinneren Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) herinner | (ik) herinner |
(jij) herinnert/herinner | (jij) herinnert/herinner |
(hij/zij/het) herinnert | (hij/zij/het) herinnert |
(wij) herinneren | (wij) herinneren |
(jullie) herinneren | (jullie) herinneren |
(zij) herinneren | (zij) herinneren |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Rangtelwoorden in het Nederlands
In deze les leer je hoe je rangtelwoorden gebruikt om volgordes aan te geven, zoals eerste, tweede, derde, enzovoort. Rangtelwoorden zijn onmisbaar bij het vertellen over data, posities, kamers, een wedstrijd of verjaardagsfeesten. Bijvoorbeeld: "Ik woon in het derde huis van deze straat" of "De tiende trein vertrekt om tien uur' s ochtends".
Belangrijkste rangtelwoorden
- de eerste
- de tweede
- de derde
- de vierde
- de vijfde
- de zesde
- de zevende
- de achtste
- de negende
- de tiende
Gebruik in context
Je oefent met zinvolle situaties, zoals een gesprek over verjaardagen of het reserveren van een hotelkamer. Zo leer je met rangtelwoorden vragen stellen en antwoorden geven, bijvoorbeeld: "Op welke verdieping wilt u een kamer?" of "Wanneer is jouw verjaardag?".
Grammaticale tips
Rangtelwoorden worden vaak gecombineerd met voorzetsels zoals op, de en van. Let op de verbuigingen en vervoegingen van werkwoorden in de voorbeelden, zoals herinner me of vieren, die nuttig zijn bij het spreken over gebeurtenissen en herinneringen.
Verschillen met het Engels
In tegenstelling tot het Engels, waar je meestal first, second, third zonder lidwoord gebruikt, gebruikt het Nederlands altijd het lidwoord de bij rangtelwoorden. Bijvoorbeeld: the first wordt de eerste. Bovendien plaats je in het Nederlands het rangtelwoord vaak vóór het zelfstandig naamwoord, zoals de derde keer.
Enkele nuttige Nederlandse uitdrukkingen met rangtelwoorden zijn: "op de eerste plaats" (at first place), "de tweede verdieping" (second floor), en "de vijfde kamer" (the fifth room). Deze zinnen helpen je bij praktische situaties en gesprekken.