A1.11: Rangtelwoorden

Rangtelwoorden

Leer hoe je rangtelwoorden in het Nederlands gebruikt, zoals eerste, tweede, derde, tot en met tiende. Deze les bevat voorbeelden en dialogen om de toepassing in dagelijkse situaties te oefenen, zoals verjaardagen, hotelreserveringen en sportwedstrijden. Ontdek ook de grammaticale kenmerken en verschillen met het Engels voor een beter begrip.

Woordenschat (11)

 De eerste: De eerste (Nederlands)

De eerste

Show

De eerste Show

 De tweede: De tweede (Nederlands)

De tweede

Show

De tweede Show

 De derde: De derde (Nederlands)

De derde

Show

De derde Show

 De vierde: De vierde (Nederlands)

De vierde

Show

De vierde Show

 De vijfde: De vijfde (Nederlands)

De vijfde

Show

De vijfde Show

 De zesde: De zesde (Nederlands)

De zesde

Show

De zesde Show

 De zevende: De zevende (Nederlands)

De zevende

Show

De zevende Show

 De achtste: De achtste (Nederlands)

De achtste

Show

De achtste Show

 De negende: De negende (Nederlands)

De negende

Show

De negende Show

 De tiende: De tiende (Nederlands)

De tiende

Show

De tiende Show

 Herinneren (herinneren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Herinneren

Show

Herinneren Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
in het | straat. | van deze | derde huis | Ik woon
Ik woon in het derde huis van deze straat.
2.
verjaardag. | De achtste | is mijn | dag van | de maand
De achtste dag van de maand is mijn verjaardag.
3.
rijdt goed. | Mijn tweede | auto is | blauw en
Mijn tweede auto is blauw en rijdt goed.
4.
op de | wedstrijd. | Hij staat | in de | eerste plaats
Hij staat op de eerste plaats in de wedstrijd.
5.
ochtends. | uur 's | De tiende | om tien | trein vertrekt
De tiende trein vertrekt om tien uur 's ochtends.
6.
van het | onze verjaardag | jaar. | op de | negentigste dag | We vieren
We vieren onze verjaardag op de negentigste dag van het jaar.

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Hij is geboren op de tiende juni in Amsterdam.
Dit is mijn derde keer in Nederland.
We vieren ons trouwfeest op de eerste zaterdag van mei.
Ik kan me de zesde dag van de cursus goed herinneren.

Oefening 3: Clusteren van woorden

Instructie: Verdeel de onderstaande rangtelwoorden in twee groepen: van eerste tot vijfde en van zesde tot tiende.

Van eerste tot vijfde

Van zesde tot tiende

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

De zevende


De zevende

2

De tweede


De tweede

3

De derde


De derde

4

De negende


De negende

5

De vijfde


De vijfde

Oefening 5: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Op welke verdieping woont elke persoon? (Op welke verdieping woont elke persoon?)
  2. Woon je in een appartement? Op welke verdieping woon je? (Woon je in een appartement? Op welke verdieping woon je?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Stevan woont op de negende verdieping.

Catherine woont op de tiende verdieping.

Giulia woont op de eerste verdieping.

Je woont in een appartement op de zesde verdieping.

Op welke verdieping woon je?

Ik woon op de begane grond.

...

Oefening 6: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 7: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ik _____ me de eerste keer dat ik in Nederland was.


2. We ____ het feest op de tweede dag van april.


3. De vergadering _____ om acht uur 's ochtends.


4. Zij _____ morgen naar het museum op de vijfde mei.


Oefening 8: Mijn verjaardagsfeestje plannen met rangtelwoorden

Instructie:

Volgende maand (Herinneren - OTT) mijn familie en ik ons dat het moeder haar verjaardag is. Ze wordt op de (Herinneren - OTT) van mei jarig. Het is de (Herinneren - OTT) keer dat ik het feestje organiseer. Mijn broers en ik (Herinneren - OTT) ons goed dat we de vorige keer veel plezier (Hebben - OTT) . Deze keer (Proberen - OTT) ik een groter feest te maken, met meer gasten. We (Herinneren - OTT) ons ook dat mijn moeder het belangrijk vindt dat de dag onvergetelijk wordt. Op de (Vertrouwen - OTT) van mei (Vertrouwen - OTT) mijn zus en ik erop dat alles goed zal verlopen.


Volgende maand herinneren mijn familie en ik ons dat het moeder haar verjaardag is. Ze wordt op de achtste van mei jarig. Het is de derde keer dat ik het feestje organiseer. Mijn broers en ik herinneren ons goed dat we de vorige keer veel plezier hadden . Deze keer probeer ik een groter feest te maken, met meer gasten. We herinneren ons ook dat mijn moeder het belangrijk vindt dat de dag onvergetelijk wordt. Op de tweede van mei vertrouwen mijn zus en ik erop dat alles goed zal verlopen.

Werkwoordschema's

Herinneren - Herinneren

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

  • ik herinner
  • jij herinnert
  • hij/zij/het herinnert
  • wij herinneren
  • jullie herinneren
  • zij herinneren

Hebben - Hebben

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

  • ik heb
  • jij hebt
  • hij/zij/het heeft
  • wij hebben
  • jullie hebben
  • zij hebben

Proberen - Proberen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

  • ik probeer
  • jij probeert
  • hij/zij/het probeert
  • wij proberen
  • jullie proberen
  • zij proberen

Vertrouwen - Vertrouwen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

  • ik vertrouw
  • jij vertrouwt
  • hij/zij/het vertrouwt
  • wij vertrouwen
  • jullie vertrouwen
  • zij vertrouwen

Oefening 9: Rangtelwoorden

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Rangtelwoorden

Toon vertaling Toon antwoorden

Negentigste, zesentwintigste, achtste, vierde, derde, zestigste, tweede, eerste

1. 26:
De hoeveelste is het vandaag? Het is de ....
(De hoeveelste is het vandaag? Het is de zesentwintigste.)
2. 8:
Het is de ... keer dat ik hier ben.
(Het is de achtste keer dat ik hier ben.)
3. 2:
Mijn zoon viert zijn ... verjaardag.
(Mijn zoon viert zijn tweede verjaardag.)
4. 90:
Mijn opa viert zijn ... verjaardag morgen.
(Mijn opa viert zijn Negentigste verjaardag morgen.)
5. 4:
We beginnen de ... oktober met het project.
(We beginnen de vierde oktober met het project.)
6. 60:
Veel piloten gaan op hun ... al met pensioen.
(Veel piloten gaan op hun zestigste al met pensioen.)
7. 1:
Het is vandaag de ... juni.
(Het is vandaag de eerste juni.)
8. 3:
Mijn zoon is ... geworden in de zwemwedstrijd.
(Mijn zoon is derde geworden in de zwemwedstrijd.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Herinneren herinneren

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) herinner (ik) herinner
(jij) herinnert/herinner (jij) herinnert/herinner
(hij/zij/het) herinnert (hij/zij/het) herinnert
(wij) herinneren (wij) herinneren
(jullie) herinneren (jullie) herinneren
(zij) herinneren (zij) herinneren

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Rangtelwoorden in het Nederlands

In deze les leer je hoe je rangtelwoorden gebruikt om volgordes aan te geven, zoals eerste, tweede, derde, enzovoort. Rangtelwoorden zijn onmisbaar bij het vertellen over data, posities, kamers, een wedstrijd of verjaardagsfeesten. Bijvoorbeeld: "Ik woon in het derde huis van deze straat" of "De tiende trein vertrekt om tien uur' s ochtends".

Belangrijkste rangtelwoorden

  • de eerste
  • de tweede
  • de derde
  • de vierde
  • de vijfde
  • de zesde
  • de zevende
  • de achtste
  • de negende
  • de tiende

Gebruik in context

Je oefent met zinvolle situaties, zoals een gesprek over verjaardagen of het reserveren van een hotelkamer. Zo leer je met rangtelwoorden vragen stellen en antwoorden geven, bijvoorbeeld: "Op welke verdieping wilt u een kamer?" of "Wanneer is jouw verjaardag?".

Grammaticale tips

Rangtelwoorden worden vaak gecombineerd met voorzetsels zoals op, de en van. Let op de verbuigingen en vervoegingen van werkwoorden in de voorbeelden, zoals herinner me of vieren, die nuttig zijn bij het spreken over gebeurtenissen en herinneringen.

Verschillen met het Engels

In tegenstelling tot het Engels, waar je meestal first, second, third zonder lidwoord gebruikt, gebruikt het Nederlands altijd het lidwoord de bij rangtelwoorden. Bijvoorbeeld: the first wordt de eerste. Bovendien plaats je in het Nederlands het rangtelwoord vaak vóór het zelfstandig naamwoord, zoals de derde keer.

Enkele nuttige Nederlandse uitdrukkingen met rangtelwoorden zijn: "op de eerste plaats" (at first place), "de tweede verdieping" (second floor), en "de vijfde kamer" (the fifth room). Deze zinnen helpen je bij praktische situaties en gesprekken.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏