A2.41: Meningen en onderhandelingen

Opiniones y negociaciones

Leer hoe je in het Spaans meningen en onderhandelingen uitdrukt met behulp van indirecte rede in de pretérito imperfecto. Deze les helpt je gesprekken over contracten, zakelijke voorstellen en hiërarchie in bedrijven te begrijpen en te voeren.

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

A2.41.1 Diálogo

Negociación de una oferta

Onderhandeling van een aanbod


A2.41.2 Cultura

¿Existen jerarquías dentro de las empresas españolas?

Bestaan er hiërarchieën binnen Spaanse bedrijven?


Woordenschat (15)

 Creer (geloven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Creer

Show

Geloven Show

 Negociar (onderhandelen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Negociar

Show

Onderhandelen Show

 Opinar (meningen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Opinar

Show

Meningen Show

 Rechazar (afwijzen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Rechazar

Show

Afwijzen Show

 Positivo: Positief (Spaans)

Positivo

Show

Positief Show

 Negativo: Negatief (Spaans)

Negativo

Show

Negatief Show

 Falso: Vals (Spaans)

Falso

Show

Vals Show

 Verdadero: Waar (Spaans)

Verdadero

Show

Waar Show

 Sin duda: Zonder twijfel (Spaans)

Sin duda

Show

Zonder twijfel Show

 El compromiso: Het compromis (Spaans)

El compromiso

Show

Het compromis Show

 La oferta: Het aanbod (Spaans)

La oferta

Show

Het aanbod Show

 La contraoferta: Het tegenbod (Spaans)

La contraoferta

Show

Het tegenbod Show

 La negociación: De onderhandeling (Spaans)

La negociación

Show

De onderhandeling Show

 El resultado: Het resultaat (Spaans)

El resultado

Show

Het resultaat Show

 La condición: de voorwaarde (Spaans)

La condición

Show

De voorwaarde Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Verdadero


Waar

2

La negociación


De onderhandeling

3

Falso


Vals

4

Sin duda


Zonder twijfel

5

Negociar


Onderhandelen

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ana me dijo que _____ que la oferta era adecuada para todos.

(Ana vertelde me dat ze _____ dat het aanbod geschikt was voor iedereen.)

2. Pedro preguntó si _____ a aceptar las condiciones propuestas.

(Pedro vroeg of we _____ de voorgestelde voorwaarden zouden accepteren.)

3. La directora me dijo que el compromiso _____ fundamental para el equipo.

(De directeur vertelde me dat de inzet _____ fundamenteel was voor het team.)

4. Juan dijo que _____ la contraoferta porque las condiciones eran negativas.

(Juan zei dat hij _____ het tegenbod omdat de voorwaarden negatief waren.)

Oefening 4: Een werkvergadering over de onderhandeling

Instructie:

En la reunión del lunes, el jefe (Ser - Pretérito imperfecto) muy claro sobre las condiciones del contrato. María (Creer - Pretérito imperfecto) que la oferta (Ser - Pretérito imperfecto) justa, pero Pedro no estaba de acuerdo. Él (Responder - Pretérito imperfecto) que la condición principal (Ser - Pretérito imperfecto) demasiado restrictiva. Yo también (Creer - Pretérito imperfecto) que debíamos negociar mejor para encontrar un compromiso. Al final, el jefe (Ir - Pretérito imperfecto) la negociación (Ir - Pretérito imperfecto) a continuar la próxima semana.


Tijdens de vergadering op maandag was de baas heel duidelijk over de voorwaarden van het contract. Maria geloofde dat het aanbod eerlijk was, maar Pedro was het er niet mee eens. Hij antwoordde dat de hoofdvoorwaarde te restrictief was. Ik geloofde ook dat we beter moesten onderhandelen om een compromis te vinden. Uiteindelijk zei de baas dat de onderhandeling volgende week zou doorgaan.

Werkwoordschema's

Ser - Zijn

Pretérito imperfecto

  • yo era
  • tú eras
  • él/ella/Ud. era
  • nosotros/as éramos
  • vosotros/as erais
  • ellos/ellas/Uds. eran

Creer - Geloven

Pretérito imperfecto

  • yo creía
  • tú creías
  • él/ella/Ud. creía
  • nosotros/as creíamos
  • vosotros/as creíais
  • ellos/ellas/Uds. creían

Responder - Antwoorden

Pretérito imperfecto

  • yo respondía
  • tú respondías
  • él/ella/Ud. respondía
  • nosotros/as respondíamos
  • vosotros/as respondíais
  • ellos/ellas/Uds. respondían

Ir - Gaan

Pretérito imperfecto

  • yo iba
  • tú ibas
  • él/ella/Ud. iba
  • nosotros/as íbamos
  • vosotros/as ibais
  • ellos/ellas/Uds. iban

Oefening 5: Estilo indirecto con pretéritos simples

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Indirecte stijl met onvoltooid verleden tijd

Toon vertaling Toon antwoorden

dijo que, iba a rechazar, tenía, preguntó, negociaban, era, es

1. Decir que + ser:
Juan: La negociación es exitosa. : Juan me ... la negociación ... exitosa.
(Juan: De onderhandeling is succesvol. : Juan zei tegen mij dat de onderhandeling succesvol was.)
2. Decir que + ser:
Marta: La contraoferta ... interesante. : Marta me ... la contraoferta ... interesante.
(Marta: Het tegenvoorstel is interessant. : Marta zei me dat het tegenvoorstel interessant was.)
3. Decir que + negociar:
Juan: Nosotros negociamos con ellos. : Juan me ... ellos ... con ellos.
(Juan: Wij onderhandelen met hen. : Juan zei tegen mij dat zij met hen onderhandelden.)
4. Decir que + ser:
Eva: Sin duda, la oferta es excelente. : Eva me dijo que, sin duda, la oferta ... excelente.
(Eva: Zonder twijfel is het aanbod uitstekend. : Eva zei me dat het aanbod zonder twijfel uitstekend was.)
5. Decir que + negociar:
Ana: Nosotros negociamos una buena oferta. : Ana me ... ellos ... una buena oferta.
(Ana: Wij onderhandelen over een goede aanbieding. : Ana zei tegen mij dat zij over een goede aanbieding onderhandelden.)
6. Decir que + tener:
Eva: Tengo el compromiso con ellos. : Eva me ... ... el compromiso con ellos.
(Eva: Ik heb de afspraak met hen. : Eva zei dat ze de afspraak met hen had.)
7. Preguntar + rechazar:
Pedro: ¿Vas a rechazar la oferta? : Pedro me ... si ... la oferta.
(Pedro: Ga je het aanbod weigeren? : Pedro vroeg me of ik het aanbod ging weigeren.)
8. Decir que + ser:
Ana: El compromiso es importante. : Ana me ... el compromiso ... importante.
(Ana: Toewijding is belangrijk. : Ana zei tegen mij dat toewijding belangrijk was.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.41.3 Gramática

Estilo indirecto con pretéritos simples

Indirecte stijl met onvoltooid verleden tijd


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Ser zijn

Pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
(yo) era ik was
(tú) eras jij was
(él/ella) era hij/zij was
(nosotros/nosotras) éramos wij waren
(vosotros/vosotras) erais jullie waren
(ellos/ellas) eran zij waren

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Creer geloven

Pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
(yo) creía ik geloofde
(tú) creías jij geloofde
(él/ella) creía hij geloofde/zij geloofde
(nosotros/nosotras) creíamos wij geloofden
(vosotros/vosotras) creíais jullie geloofden
(ellos/ellas) creían zij geloofden

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Responder antwoorden

Pretérito imperfecto

Spaans Nederlands
(yo) respondía ik antwoordde
(tú) respondías jij antwoordde
(él/ella) respondía hij/zij antwoordde
(nosotros/nosotras) respondíamos wij antwoordden
(vosotros/vosotras) respondíais jullie antwoordden
(ellos/ellas) respondían zij antwoordden

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Meningen geven en onderhandelen: Spaanse les A2

In deze les leer je hoe je meningen kunt uiten en gesprekken over onderhandelingen kunt voeren in het Spaans, met speciale aandacht voor het indirecte taalgebruik met preterito imperfecto. Dit is een belangrijke vaardigheid als je wilt begrijpen wat anderen hebben gezegd zonder het letterlijk te herhalen.

Wat leer je?

  • Hoe je meningen en standpunten over aanbiedingen en voorstellen uitdrukt.
  • Gebruik van de stijl indirecta (indirecte rede) met de pretérito imperfecto voor het weergeven van wat iemand zei of dacht.
  • Inzicht in zakelijke situaties zoals onderhandelingen over contracten, bedrijfsstructuren (bestaan er hiërarchieën binnen Spaanse bedrijven?), en discussies in vergaderingen.

Voorbeelden uit de les

Je oefent met zinnen zoals: "Ana me dijo que creía que la oferta era adecuada" (Ana zei dat ze dacht dat de aanbieding geschikt was) en "El jefe dijo que la oferta era final" (De baas zei dat het bod definitief was). Daarnaast wordt geoefend met veelvoorkomende woorden en zinnen in zakelijke onderhandelingen zoals "negociar" (onderhandelen), "contrato" (contract) en "condiciones" (voorwaarden).

Taalbelangrijke punten

Deze les legt de nadruk op de gebruik van pretérito imperfecto in indirecte rede wat anders is dan het directe citaat. Dit helpt je om gesprekken met anderen te parafraseren of te rapporteren wat gezegd is.

Vergelijking Spaans en Nederlands

In het Spaans wordt vaak de stijl indirecta gebruikt om wat iemand zei of dacht te herhalen. Dat gebeurt bijvoorbeeld door de werkwoorden in de preterito imperfecto te zetten, terwijl het Nederlands vaker met de verleden tijd of behulpzame werkwoorden werkt: "Hij zei dat hij dacht dat..." is vergelijkbaar met Él dijo que creía que.... Verder wordt in het Spaans vaak minder letterlijk vertaald, en spelen subtiliteiten in tijden een grotere rol.

Handige uitdrukkingen zijn bijvoorbeeld:

  • "Me dijo que..." – Hij/zij zei tegen mij dat...
  • "Creía que..." – Ik dacht dat...
  • "Negociar una oferta" – Onderhandelen over een aanbieding

Met deze kennis kun je beter meedoen aan gesprekken over werk, contracten of zakelijke meetings in het Spaans.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏