Leerás a organizar y delegar tareas en el trabajo usando expresiones clave como "delegar", "organizar" y frases para mostrar acuerdo y desacuerdo, por ejemplo: "Creo que debemos empezar" y "No estoy seguro".
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
A2.42.2 Cultura
El arte de delegar: las Fallas de Valencia
De kunst van het delegeren: de Fallas van Valencia
Woordenschat (16) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Completar
Voltooien
2
La fecha límite
De deadline
3
El retraso
De vertraging
4
Supervisar
Toezien
5
Informar
Informeren
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Creo que es importante ______ bien el proyecto para evitar retrasos.
(Ik denk dat het belangrijk is om het project goed te ______ om vertragingen te voorkomen.)2. No creo que ______ la fecha límite sin consultarlo con el líder.
(Ik geloof niet dat je de deadline ______ zonder dit met de leider te overleggen.)3. Está claro que debemos ______ todas las tareas pendientes antes de la reunión.
(Het is duidelijk dat we alle openstaande taken moeten ______ voor de vergadering.)4. No es verdad que ______ todas las responsabilidades sin supervisar el informe final.
(Het is niet waar dat je alle verantwoordelijkheden ______ zonder het eindrapport te controleren.)Oefening 4: Het project organiseren op kantoor
Instructie:
Werkwoordschema's
Cambiar - Wijzigen
Subjuntivo presente
- yo cambie
- tú cambies
- él/ella/Ud. cambie
- nosotros/nosotras cambiemos
- vosotros/vosotras cambiéis
- ellos/ellas/Uds. cambien
Organizar - Organiseren
Subjuntivo presente
- yo organice
- tú organices
- él/ella/Ud. organice
- nosotros/nosotras organicemos
- vosotros/vosotras organicéis
- ellos/ellas/Uds. organicen
Organizar - Organiseren
Indicativo presente
- yo organizo
- tú organizas
- él/ella/Ud. organiza
- nosotros/nosotras organizamos
- vosotros/vosotras organizáis
- ellos/ellas/Uds. organizan
Oefening 5: Expresar acuerdo y desacuerdo
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Akkoord en onenigheid uitdrukken
Toon vertaling Toon antwoordenNo estoy seguro de que, Estoy seguro de que, Es verdad que, No es verdad que, Está claro que, No creo que, No está claro que
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Cambiar veranderen Delen Gekopieerd!
Subjuntivo presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) cambie | ik verander |
(tú) cambies | jij verandert |
(él/ella) cambie | hij/zij verandert |
(nosotros/nosotras) cambiemos | wij veranderen |
(vosotros/vosotras) cambiéis | jullie veranderen |
(ellos/ellas) cambien | zij veranderen |
Organizar organiseren Delen Gekopieerd!
Subjuntivo presente
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) organice | ik organiseer |
(tú) organices | jij organiseert |
(él/ella) organice | hij/zij organiseert |
(nosotros/nosotras) organicemos | wij organiseren |
(vosotros/vosotras) organicéis | jullie organiseren |
(ellos/ellas) organicen | zij organiseren |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Introductie tot Organisatie en Delegatie in het Spaans
In deze les leer je hoe je in het Spaans situaties rond organisatie en het delegeren van taken kunt begrijpen en voeren. Dit is essentieel voor effectieve communicatie binnen een werkomgeving, vooral bij projecten waar samenwerking en taakverdeling centraal staan. Je oefent met het geven van instructies, het uiten van akkoord en bezwaar, en het bespreken van verantwoordelijkheden en hiërarchie.
Belangrijkste Leerpunten
- Uitdrukkingen van akkoord en bezwaar: Leer frases als "Creo que debemos empezar..." (Ik denk dat we moeten beginnen...) en "No creo que sea buena idea..." (Ik denk niet dat het een goed idee is...).
- Delegeren van taken: Zinnen zoals "Por favor, encárgate tú de..." (Wil jij alsjeblieft zorgen voor...) helpen je beleefd taken toe te wijzen.
- Hiërarchie bespreken: Begrijp hoe je over rollen en verantwoordelijkheden spreekt, bijvoorbeeld "¿Quién es el encargado...?" (Wie is de verantwoordelijke voor...?).
- Belangrijke werkwoorden en tijden: Oefen met werkwoorden als coordinar (coördineren), cambiar (veranderen), en delegar (delegeren), vooral in de tegenwoordige tijd en de aanvoegende wijs (subjuntivo), die vaak wordt gebruikt bij twijfel, wens of onzekerheid.
Praktische Woorden en Uitdrukkingen
- Delegar: taken overdragen aan een ander binnen het team.
- Organizar: ordenen of regelen, bijvoorbeeld een vergadering of project.
- Reunión: vergadering, waarbij je instructies en meningen deelt.
- Agenda: de lijst met punten die besproken worden tijdens een vergadering.
- Responsabilidades: verantwoordelijkheden binnen een organisatie.
Culturele en Taalverschillen tussen Nederlands en Spaans
In het Spaans wordt de aanvoegende wijs (subjuntivo) veel vaker gebruikt dan in het Nederlands, vooral om twijfel, wensen, advies of onduidelijkheid uit te drukken. Bijvoorbeeld, in de zin "No creo que cambies la fecha..." wordt cambies gebruikt in de subjuntivo omdat het over een twijfelachtige actie gaat. In het Nederlands drukken we dat vaak uit met modaliteiten of context, maar niet met aparte werkwoordsvormen.
Het Nederlands heeft ook een directe stijl bij het geven van instructies of meningen, terwijl het Spaans vaak beleefder en indirecter kan zijn door gebruik van de aanvoegende wijs en modale uitdrukkingen. Bijvoorbeeld: "Por favor, encárgate tú de mandar las invitaciones." Dit klinkt formeler dan het Nederlandse equivalent.
Veelgebruikte Spaanse Zinnen en hun Nederlandse Equivalenten
- "Creo que debemos empezar a las nueve." – Ik denk dat we om negen uur moeten beginnen.
- "No estoy seguro de que todos puedan a esa hora." – Ik weet niet zeker of iedereen op dat tijdstip kan.
- "Por favor, encárgate tú de mandar las invitaciones." – Wil jij alsjeblieft de uitnodigingen sturen?
- "Está claro que necesitamos preparar la agenda antes." – Het is duidelijk dat we de agenda vooraf moeten voorbereiden.
Met deze kennis kun je effectief deelnemen aan professionele gesprekken in het Spaans over organisatie en delegatie. De volgende stap is om de oefeningen te maken en de dialogen te oefenen om deze vaardigheden te versterken.