Leer hoe je emoties en gevoelens in het Nederlands uitdrukt met woorden, zinnen en voorzetsels. Oefen met positieve en negatieve emoties, typische voorzetsels zoals om, door, met, en dagelijkse dialogen. Verbeter je woordenschat en grammatica rondom gevoelens.
Luister- en leesmateriaal
Oefen woordenschat in context met echte materialen.
Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Rangschik de woorden in twee groepen: positieve emoties en negatieve emoties.
Positieve emoties
Negatieve emoties
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Zenuwachtig
Zenuwachtig
2
Lachen
Lachen
3
Verdrietig
Verdrietig
4
Blij
Blij
5
Boos
Boos
Oefening 5: Gespreksoefening
Instructie:
- Wat is de emotie in elke afbeelding? (Wat is de emotie in elke afbeelding?)
- Vraag aan de persoon naast je hoe ze zich voelen. (Vraag aan de persoon naast je hoe hij of zij zich voelt.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik ___ me vandaag heel blij omdat de zon schijnt.
2. Mijn vriendin ___ altijd als ze een goede grap hoort.
3. Ik ___ me soms zenuwachtig voordat ik naar een vergadering ga.
4. We ___ samen om die grappige film die we gisteren zagen.
Oefening 8: Emoties op het werk
Instructie:
Werkwoordschema's
Lachen - Lachen
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
- ik lach
- jij lacht
- hij/zij/het lacht
- wij lachen
- jullie lachen
- zij lachen
Zich voelen - Zich voelen
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
- ik voel me
- jij voelt je
- hij/zij/het voelt zich
- wij voelen ons
- jullie voelen je
- zij voelen zich
Glimlachen - Glimlachen
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
- ik glimlach
- jij glimlacht
- hij/zij/het glimlacht
- wij glimlachen
- jullie glimlachen
- zij glimlachen
Oefening 9: Voorzetsels Om, door, aan, naar, met,...
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Voorzetsels Om, door, aan, naar, met,...
Toon vertaling Toon antwoordenDoor, om, aan, door, naar
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.25.2 Grammatica
Voorzetsels Om, door, aan, naar, met,...
Voorzetsels Om, door, aan, naar, met,...
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Lachen lachen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) lach | (ik) lach |
(jij) lacht / lach | (jij) lacht / lach |
(hij/zij/het) lacht | (hij/zij/het) lacht |
(wij) lachen | (wij) lachen |
(jullie) lachen | (jullie) lachen |
(zij) lachen | (zij) lachen |
Zich voelen zich voelen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) voel me | (ik) voel me |
(jij) voelt je / voel je | (jij) voelt je / voel je |
(hij/zij/het) voelt zich | (hij/zij/het) voelt zich |
(wij) voelen ons | (wij) voelen ons |
(jullie) voelen je / voelen jullie | (jullie) voelen je / voelen jullie |
(zij) voelen zich | (zij) voelen zich |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Welkom bij de les over emoties en gevoelens
In deze les leer je hoe je in het Nederlands emoties en gevoelens kunt uitdrukken. We behandelen belangrijke woorden en zinnen rondom positieve en negatieve emoties zoals blij, bang, boos en zenuwachtig. Daarnaast oefenen we met het gebruik van voorzetsels als om, door, aan, naar en met om gevoelens en handelingen te verbinden.
Wat je gaat leren
- Herkennen en benoemen van emoties in dagelijkse situaties.
- Gebruik van typische voorzetsels die horen bij bepaalde emoties.
- Zinnen maken waarbij je gevoelens uitdrukt over personen, situaties of gebeurtenissen.
- Oefeningen met werkwoordvervoegingen passend bij emoties, zoals voelen en lachen.
- Praktische dialogen over emoties, bijvoorbeeld op het werk of tijdens een doktersbezoek.
Voorbeelden uit de les
Je leert bijvoorbeeld zinnen als: "Ik voel me blij om mijn goede vrienden te zien" of "Hij is boos door het slechte weer". Daarnaast zijn er oefeningen waar je woorden ordent in positieve en negatieve emoties en mini-verhalen waarin je ontbrekende werkwoorden invult.
Belangrijke tips
In het Nederlands gebruik je vaak voorzetsels om de reden of oorzaak van een gevoel aan te geven. Bijvoorbeeld: bang om iets of boos door iets. Dit is iets wat in andere talen verschillend kan zijn, dus let goed op de juiste combinatie.
Probeer ook te letten op het gebruik van het wederkerend voornaamwoord me, je, zich bij werkwoorden als voelen. Deze kleine details maken je Nederlands natuurlijker en duidelijker.