A2.4: Op het vliegveld en in het vliegtuig.

En el aeropuerto y en el avión.

Leer hoe je op het vliegveld kunt inchecken, veiligheidscontroles passeert en informatie vraagt over vluchten in het Spaans. Belangrijke woorden zijn onder andere 'facturar' (inchecken), 'tarjeta de embarque' (instapkaart) en 'control de seguridad' (veiligheidscontrole).

luisteren en lezen

Begin deze les door naar de audio te luisteren en de bijbehorende oefeningen te maken.

A2.4.1 Cuento corto

Las normas de seguridad en el aeropuerto

De veiligheidsregels op de luchthaven


Woordenschat (17)

 Facturar (inchecken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Facturar

Show

Inchecken Show

 Abrocharse (zich vastmaken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Abrocharse

Show

Zich vastmaken Show

 Seguir (volgen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Seguir

Show

Volgen Show

 El cinturón de seguridad: de veiligheidsgordel (Spaans)

El cinturón de seguridad

Show

De veiligheidsgordel Show

 Ponerse cómodo: Het comfortabel maken (Spaans)

Ponerse cómodo

Show

Het comfortabel maken Show

 El carné de identidad: de identiteitskaart (Spaans)

El carné de identidad

Show

De identiteitskaart Show

 El pasaporte: De paspoort (Spaans)

El pasaporte

Show

De paspoort Show

 La instrucción: De instructie (Spaans)

La instrucción

Show

De instructie Show

 El aeropuerto: de luchthaven (Spaans)

El aeropuerto

Show

De luchthaven Show

 El control de seguridad: de veiligheidscontrole (Spaans)

El control de seguridad

Show

De veiligheidscontrole Show

 La azafata: de stewardess (Spaans)

La azafata

Show

De stewardess Show

 El piloto: De piloot (Spaans)

El piloto

Show

De piloot Show

 El mostrador: de balie (Spaans)

El mostrador

Show

De balie Show

 Viajar en avión: reizen met het vliegtuig (Spaans)

Viajar en avión

Show

Reizen met het vliegtuig Show

 La tarjeta de embarque: de instapkaart (Spaans)

La tarjeta de embarque

Show

De instapkaart Show

 El equipaje de mano: de handbagage (Spaans)

El equipaje de mano

Show

De handbagage Show

 Aterrizar (landen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Aterrizar

Show

Landen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

El pasaporte


De paspoort

2

Viajar en avión


Reizen met het vliegtuig

3

Ponerse cómodo


Het comfortabel maken

4

La tarjeta de embarque


De instapkaart

5

El carné de identidad


De identiteitskaart

Ejercicio 2: Gespreksoefening

Instrucción:

  1. Con la ayuda de las imágenes describe lo que tienes que hacer en el aeropuerto y en el avión. (Met behulp van de foto's beschrijf wat je moet doen op het vliegveld en in het vliegtuig.)
  2. ¿Te gusta volar? ¿Por qué o por qué no? (Hou je van vliegen? Waarom of waarom niet?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Tienes que obtener tu billete en el mostrador de facturación.

Je moet je ticket bij de incheckbalie halen.

Es necesario pasar por el control de seguridad.

Het is noodzakelijk om de veiligheidscontrole te doorlopen.

En el avión tienes que usar el cinturón de seguridad.

In het vliegtuig moet je je veiligheidsgordel gebruiken.

No me gusta volar porque el control de seguridad siempre tarda mucho.

Ik hou er niet van om te vliegen omdat de veiligheidscontrole altijd zo lang duurt.

Me gusta viajar en avión porque es muy rápido.

Ik ga graag met het vliegtuig omdat het zo snel is.

No me gustan los asientos del avión. No son cómodos.

Ik houd niet van de vliegtuigstoelen. Ze zijn niet comfortabel.

El auxiliar de vuelo está mostrando las instrucciones de seguridad.

De steward laat de veiligheidsinstructies zien.

...

Oefening 3: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 4: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ya _____ pasado el control de seguridad y puedo mostrar mi tarjeta de embarque.

(Ik _____ al door de veiligheidscontrole gegaan en kan mijn instapkaart laten zien.)

2. Ahora _____ mi pasaporte en el mostrador para facturar el equipaje.

(Nu _____ ik mijn paspoort aan de balie om de bagage in te checken.)

3. El piloto _____ pasado todas las pruebas antes del vuelo.

(De piloot _____ door alle tests gegaan voor de vlucht.)

4. Siempre _____ mi tarjeta de embarque antes de entrar al avión.

(Ik _____ mijn instapkaart altijd zien voordat ik het vliegtuig instap.)

Oefening 5: Op het vliegveld: Controle en vlucht

Instructie:

Cuando llegué al aeropuerto, ya (Pasar - Pretérito perfecto) (Pasar - Pretérito perfecto) el control de seguridad y (Mostrar - Presente) mi pasaporte y la tarjeta de embarque en el mostrador. La azafata (Indicar - Presente) que debo (Abrocharse - Presente) el cinturón de seguridad antes del despegue. Durante el vuelo, el piloto (Informar - Pretérito perfecto) (Informar - Pretérito perfecto) que el viaje sería tranquilo y que pronto (Aterrizar - Presente) en Madrid. Mientras tanto, yo (Ponerse - Presente) cómodo y disfruto del buen servicio a bordo.


Toen ik op het vliegveld aankwam, ben ik al doorgegaan (Pasar - Pretérito perfecto) met de veiligheidscontrole en toon (Mostrar - Presente) mijn paspoort en instapkaart bij de balie. De stewardess geeft me aan (Indicar - Presente) dat ik mijn veiligheidsgordel moet vastmaken (Abrocharse - Presente) vóór het opstijgen. Tijdens de vlucht heeft de piloot meegelicht (Informar - Pretérito perfecto) dat de reis rustig zou zijn en dat we binnenkort in Madrid zouden landen (Aterrizar - Presente). Ondertussen maak ik me comfortabel (Ponerse - Presente) en geniet ik van de goede service aan boord.

Werkwoordschema's

Pasar - Pasar

Pretérito perfecto

  • yo he pasado
  • tú has pasado
  • él/ella/Ud. ha pasado
  • nosotros hemos pasado
  • vosotros habéis pasado
  • ellos/ellas/Uds. han pasado

Mostrar - Mostrar

Presente

  • yo muestro
  • tú muestras
  • él/ella/Ud. muestra
  • nosotros mostramos
  • vosotros mostráis
  • ellos/ellas/Uds. muestran

Indicar - Indicar

Presente

  • yo indico
  • tú indicas
  • él/ella/Ud. indica
  • nosotros indicamos
  • vosotros indicáis
  • ellos/ellas/Uds. indican

Abrocharse - Abrocharse

Presente

  • yo me abrocho
  • tú te abrochas
  • él/ella/Ud. se abrocha
  • nosotros nos abrochamos
  • vosotros os abrocháis
  • ellos/ellas/Uds. se abrochan

Informar - Informar

Pretérito perfecto

  • yo he informado
  • tú has informado
  • él/ella/Ud. ha informado
  • nosotros hemos informado
  • vosotros habéis informado
  • ellos/ellas/Uds. han informado

Aterrizar - Aterrizar

Presente

  • yo aterrizo
  • tú aterrizas
  • él/ella/Ud. aterriza
  • nosotros aterrizamos
  • vosotros aterrizáis
  • ellos/ellas/Uds. aterrizan

Ponerse - Ponerse

Presente

  • yo me pongo
  • tú te pones
  • él/ella/Ud. se pone
  • nosotros nos ponemos
  • vosotros os ponéis
  • ellos/ellas/Uds. se ponen

Oefening 6: Adjectives: "Bonito", "Feo", "Bueno", "Malo", etc ...

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Bijvoeglijke naamwoorden: "Bonito", "Feo", "Bueno", "Malo", enzovoort ...

Toon vertaling Toon antwoorden

malo, bonito, bueno, fuerte, débil

1.
Mucha calidad: El control de seguridad es ....
(Veel kwaliteit: de veiligheidscontrole is goed.)
2.
Poca intensidad: El cinturón de seguridad está ..., asegúrate de ponértelo bien.
(Weinig intensiteit: de veiligheidsgordel zit los, zorg dat je hem goed aandoet.)
3.
Poca intensidad: La instrucción para el embarque ha sido ..., no ha estado muy clara.
(Weinig intensiteit: de instructie voor het instappen was zwak, het was niet erg duidelijk.)
4.
Mucha intensidad: La señal de seguridad en el aeropuerto es ....
(Veel intensiteit: het veiligheidsignaal op de luchthaven is sterk.)
5.
Poca calidad: El servicio en el mostrador ha sido ..., hemos tenido que esperar mucho tiempo.
(Weinig kwaliteit: De service aan de balie was slecht, we hebben lang moeten wachten.)
6.
Mucha calidad: El vuelo ha sido ..., sin retrasos y problemas.
(Veel kwaliteit: de vlucht was goed, zonder vertragingen en problemen.)
7.
Poca calidad: El vuelo de esta mañana ha estado ..., el piloto ha parecido cansado.
(Slechte kwaliteit: De vlucht van vanmorgen was slecht, de piloot leek moe.)
8.
Buena apariencia: El pasaporte que llevas es ..., con un diseño elegante.
(Goede uitstraling: het paspoort dat je bij je hebt is mooi, met een elegant ontwerp.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.4.2 Gramática

Adjectives: "Bonito", "Feo", "Bueno", "Malo", etc ...

Bijvoeglijke naamwoorden: "Bonito", "Feo", "Bueno", "Malo", enzovoort ...


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Pasar passeren

Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he pasado ik ben gepasseerd
(tú) has pasado jij bent gepasseerd
(él/ella) ha pasado hij/zij is gepasseerd
(nosotros/nosotras) hemos pasado wij hebben gepasseerd
(vosotros/vosotras) habéis pasado jullie hebben gepasseerd
(ellos/ellas) han pasado zij hebben gepasseerd

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Mostrar tonen

Presente

Spaans Nederlands
(yo) muestro ik toon
(tú) muestras jij toont
(él/ella) muestra hij/zij toont
(nosotros/nosotras) mostramos wij tonen
(vosotros/vosotras) mostráis jullie tonen
(ellos/ellas) muestran zij tonen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Les: Op de luchthaven en in het vliegtuig

Deze les richt zich op praktische situaties op de luchthaven en tijdens het vliegen. Je leert hoe je kunt inchecken, je bagage kunt afgeven, vragen stelt over vluchttijden en gates, en door de veiligheidscontrole komt. Ook is er aandacht voor gangbare bijvoeglijke naamwoorden in het Spaans die je kunt gebruiken om dingen te beschrijven.

Inchecken en bagage afgeven

Je leert zinnen gebruiken zoals "Quisiera facturar mi maleta para el vuelo a Madrid" (Ik wil graag mijn koffer inchecken voor de vlucht naar Madrid) en antwoord geven op vragen over je paspoort en ticket. Je oefent ook het controleren van het gewicht van je bagage en het krijgen van je instapkaart.

Vragen over vluchttijden en terminals

Praktische dialogen laten zien hoe je kunt vragen naar vertrektijden, de terminal en de afstand tot de gate. Voorbeelden zijn: "¿A qué hora sale el vuelo hacia Barcelona?" (Hoe laat vertrekt de vlucht naar Barcelona?) en "¿La puerta de embarque está cerca?" (Is de gate dichtbij?).

Door de veiligheidscontrole

Je oefent de instructies die je krijgt bij de beveiliging, zoals het tonen van je paspoort en handbagage, het verwijderen van de riem en elektronica, en de regels voor vloeistoffen. Bijvoorbeeld: "¿Debo quitarme el cinturón?" (Moet ik mijn riem afdoen?).

Belangrijke bijvoeglijke naamwoorden

De les introduceert bijvoeglijke naamwoorden zoals bonito (mooi), feo (lelijk), bueno (goed) en malo (slecht) die je kunt gebruiken om situaties of dingen te beschrijven, bijvoorbeeld in gesprekken op de luchthaven.

Belangrijke verschillen tussen Nederlands en Spaans

In het Spaans worden werkwoorden veelvuldig vervoegd naar persoon en tijd, wat in het Nederlands minder zichtbaar is. Voorbeelden van veelgebruikte werkwoorden in deze les zijn pasar (passeren), mostrar (tonen), en abrocharse (vastmaken, zoals de veiligheidsgordel). De reflexieve vorm (zoals abrocharse) wordt in het Spaans vaak aangewezen met voornaamwoorden zoals me, te, se.

Enkele handige Spaanse uitdrukkingen en hun Nederlandse equivalenten zijn:

  • ¿Dónde puedo ver la información de los vuelos? - Waar kan ik de vluchtinformatie zien?
  • La tarjeta de embarque - De instapkaart
  • Pasar por el control de seguridad - Door de veiligheidscontrole gaan
  • ¿Puedo llevar líquidos en la mochila? - Mag ik vloeistoffen in mijn rugzak meenemen?

In tegenstelling tot het Nederlands wordt in het Spaans vaak formeel verwezen met usted (u) in officiële situaties, zoals op de luchthaven.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏