Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Deze les behandelt essentiële Spaanse bijvoeglijke naamwoorden zoals bonito, feo, bueno, malo, fuerte en débil. Leer hoe je uiterlijk, algemene kwaliteiten en intensiteit correct beschrijft in het Spaans. De les bevat voorbeelden en tips om deze bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier te gebruiken, met aandacht voor verschillen tussen het Spaans en Nederlands.
  1. Gebruik bonito en feo om het uiterlijk te beschrijven.
  2. Gebruik bueno en malo om iets in algemene termen te beoordelen.
  3. Gebruik fuerte en débil voor graden van intensiteit.
Adjetivo (Bijvoeglijk naamwoord)Ejemplo (Voorbeeld)
Bonito (Mooi)El color del pasaporte es muy bonito. (De kleur van het paspoort is erg mooi.)
Feo (Lelijk)El piloto es feo. (De piloot is lelijk.)
Bueno (Goed)El vuelo ha sido bueno. (De vlucht is goed geweest.)
Malo (Slecht)La instrucción ha sido mala. (De instructie is slecht.)
Fuerte (Sterk)El cinturón de seguridad está fuerte. (De veiligheidsgordel is sterk.)
Débil (Zwak)El audio es débil. (De audio is zwak.)

Oefening 1: Adjectives: "Bonito", "Feo", "Bueno", "Malo", etc ...

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

malo, bonito, bueno, fuerte, débil

1.
Mucha calidad: El control de seguridad es ....
(Veel kwaliteit: de veiligheidscontrole is goed.)
2.
Poca intensidad: El cinturón de seguridad está ..., asegúrate de ponértelo bien.
(Weinig intensiteit: de veiligheidsgordel zit los, zorg dat je hem goed aandoet.)
3.
Poca intensidad: La instrucción para el embarque ha sido ..., no ha estado muy clara.
(Weinig intensiteit: de instructie voor het instappen was zwak, het was niet erg duidelijk.)
4.
Mucha intensidad: La señal de seguridad en el aeropuerto es ....
(Veel intensiteit: het veiligheidsignaal op de luchthaven is sterk.)
5.
Poca calidad: El servicio en el mostrador ha sido ..., hemos tenido que esperar mucho tiempo.
(Weinig kwaliteit: De service aan de balie was slecht, we hebben lang moeten wachten.)
6.
Mucha calidad: El vuelo ha sido ..., sin retrasos y problemas.
(Veel kwaliteit: de vlucht was goed, zonder vertragingen en problemen.)
7.
Poca calidad: El vuelo de esta mañana ha estado ..., el piloto ha parecido cansado.
(Slechte kwaliteit: De vlucht van vanmorgen was slecht, de piloot leek moe.)
8.
Buena apariencia: El pasaporte que llevas es ..., con un diseño elegante.
(Goede uitstraling: het paspoort dat je bij je hebt is mooi, met een elegant ontwerp.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste zin die de bijvoeglijke naamwoorden correct gebruikt om typische situaties op de luchthaven en in het vliegtuig te beschrijven.

1.
'Slecht' wordt niet gebruikt om het uiterlijk te beschrijven; het geeft een algemene negatieve waardering aan.
'Goed' wordt niet gebruikt om het uiterlijk te beschrijven, maar om iets in algemene termen te waarderen.
2.
'Lelijk' wordt gebruikt om het fysieke uiterlijk te beschrijven, niet om eten te waarderen.
'Zwak' geeft intensiteit of kracht aan, het is niet geschikt om eten te kwalificeren.
3.
'Slecht' beschrijft geen intensiteit en bovendien is de zin tegenstrijdig.
'Mooi' beschrijft het uiterlijk, niet de weerstand of kracht.
4.
'Goed' wordt niet gebruikt om uiterlijk te beschrijven, maar algemene kwaliteiten.
'Sterk' wijst op fysieke kracht of intensiteit, het beschrijft het uiterlijk niet in deze context.

Leer Spaanse bijvoeglijke naamwoorden: Bonito, Feo, Bueno, Malo en meer

In deze les bestuderen we belangrijke Spaanse bijvoeglijke naamwoorden die veel gebruikt worden om kwaliteiten en eigenschappen te beschrijven. De woorden bonito, feo, bueno, malo, fuerte en débil zijn essentieel om uiterlijke kenmerken, algemene waarderingen en gradaties van intensiteit uit te drukken.

Uiterlijke verschijning en algemene waardering

  • Bonito en feo worden gebruikt om de fysieke uitstraling van iets of iemand te beschrijven, zoals in het voorbeeld El color del pasaporte es muy bonito.
  • Bueno en malo kwalificeren meer algemene aspecten en meningen. Bijvoorbeeld: El vuelo ha sido bueno of La instrucción ha sido mala.

Intensiteit en kracht uitdrukken

De bijvoeglijke naamwoorden fuerte en débil geven aan hoe sterk of zwak iets is. Bijvoorbeeld: El cinturón de seguridad está fuerte en El audio es débil.

Belangrijke tips voor gebruik

  • Let op het geslacht en het getal van het bijvoeglijk naamwoord; deze passen zich aan het zelfstandig naamwoord aan.
  • Gebruik bonito en feo alleen om uiterlijkheden te beschrijven, en bueno en malo om kwaliteiten of prestaties te beoordelen.
  • Fuerte en débil zijn handig om kracht, intensiteit of volume aan te geven.

Verschillen met het Nederlands

In het Nederlands passen bijvoeglijke naamwoorden zich niet aan in geslacht of getal, terwijl dat in het Spaans wel het geval is. Bijvoorbeeld, bonito wordt bonita als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is. Daarnaast worden woorden als "mooi" en "lelijk" in het Nederlands vaker ook voor abstracte zaken gebruikt, terwijl bonito en feo in het Spaans strikt op uiterlijk slaan. De termen goed en slecht komen in beide talen overeen met bueno en malo, maar het juiste gebruik vergt oefening, vooral in specifieke contexten.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Alessia Calcagni

Talen voor communicatie in internationale ondernemingen en organisaties

Università degli Studi di Modena e Reggio Emilia

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 03:35