10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

A1.45 - Musik und Kunst

Muziek en kunst

Vorher
Erhalten Sie sofortiges Feedback zu Ihrem Schreiben über portal.colanguage.com oder buchen Sie eine Konversationsklasse, um dieses Material mit Ihrer Lehrkraft zu üben.

1. Sprachimmersion

Diese Aktivität enthält Videos, Dialoge und Audio, um dich in den Wortschatz dieser Lektion einzutauchen.

Migrationsmuseum

A1.45.1 Aktivität

Migrationsmuseum

Ein Paar plant, sowohl das Fenix Museum als auch das Stedelijk Museum zu besuchen.

2. Wortschatz (10)

De kunstenaar

De kunstenaar

Anzeigen

Der Künstler Anzeigen

De zanger

De zanger

Anzeigen

Der Sänger Anzeigen

De zangeres

De zangeres

Anzeigen

Die Sängerin Anzeigen

Het museum

Het museum

Anzeigen

Das Museum Anzeigen

Het kunstwerk

Het kunstwerk

Anzeigen

Das Kunstwerk Anzeigen

De kunst

De kunst

Anzeigen

Die Kunst Anzeigen

De dans

De dans

Anzeigen

Der Tanz Anzeigen

De tentoonstelling

De tentoonstelling

Anzeigen

Die Ausstellung Anzeigen

Dansen

Dansen

Anzeigen

Tanzen Anzeigen

Zingen

Zingen

Anzeigen

Singen Anzeigen

3. Grammatik

Es ist nicht das Aufregendste, das geben wir zu, aber es ist absolut notwendig (und wir versprechen, es wird sich lohnen)!

A1.45.2 Grammatik

Wörter mit einem Trema

Ein Trema zeigt an, dass zwei Vokale getrennt ausgesprochen werden: Belgien, Poesie, reell.

Schlüsselverb

Dansen (tanzen)

Lerne, das Verb „tanzen“ im Niederländischen zu konjugieren: Verlaufsform der Gegenwart, Indikativ.

Schlüsselverb

Zingen (singen)

Lerne, das Verb „Singen“ im Niederländischen zu konjugieren: Präsens Verlaufsform, Indikativ Zeitform

4. Übungen

Übung 1: Prüfungsvorbereitung

Anleitung: Lies den Text, fülle die Lücken mit den fehlenden Wörtern und beantworte die untenstehenden Fragen.

Weekend in het museum

Wörter zu verwenden: museum, kunst, kunst, museum, kunstwerken, kunst, zanger, tentoonstelling, kunstenaar

(Wochenende im Museum)

Anna woont in Rotterdam en werkt doordeweeks in een kantoor. In het weekend wil ze iets cultureels doen. Op zaterdag gaat ze met haar partner naar het .

In het zien ze over migratie. Ze kijken naar schilderijen en foto’s. Anna leest de verhalen bij de . Ze herkent dingen uit haar eigen leven als expat.

Op zondag gaan ze samen naar het Stedelijk Museum in Amsterdam. Daar is een grote met moderne . Ze zien een bekende , een en een danser in een kleine voorstelling. Na het bezoek drinken ze koffie in het museumcafé. Anna zegt: “Ik vind en muziek belangrijk. Ik voel me zo meer thuis in Nederland.”
Anna wohnt in Rotterdam und arbeitet unter der Woche in einem Büro. Am Wochenende möchte sie etwas Kulturelles unternehmen. Am Samstag geht sie mit ihrem Partner ins Fenix Museum.

Im Museum sehen sie Werke zur Migration. Sie betrachten Gemälde und Fotos. Anna liest die Texte zu den Kunstwerken. Sie erkennt Dinge aus ihrem eigenen Leben als Expat.

Am Sonntag gehen sie zusammen ins Stedelijk Museum in Amsterdam. Dort gibt es eine große Ausstellung mit moderner Kunst. Sie sehen einen bekannten Künstler, einen Sänger und einen Tänzer in einer kleinen Aufführung. Nach dem Besuch trinken sie Kaffee im Museumscafé. Anna sagt: „Ich finde Kunst und Musik wichtig. Dadurch fühle ich mich mehr zu Hause in den Niederlanden.“

Offene Fragen:

  1. Waarom gaat Anna in het weekend naar het museum?

    (Warum geht Anna am Wochenende ins Museum?)

  2. Wat ziet Anna in het Fenix Museum? Noem twee dingen.

    (Was sieht Anna im Fenix Museum? Nenne zwei Dinge.)

  3. Wat doen Anna en haar partner na het bezoek aan het Stedelijk Museum?

    (Was machen Anna und ihr Partner nach dem Besuch im Stedelijk Museum?)

Schreibübung:

Schrijf 4 of 5 zinnen over een museum, concert of tentoonstelling waar jij naartoe wilt gaan in Nederland, en vertel waarom je dat leuk vindt.

(Schreibe 4 oder 5 Sätze über ein Museum, ein Konzert oder eine Ausstellung, zu der du in den Niederlanden gehen möchtest, und erkläre, warum dir das gefällt.)

Nützliche Ausdrücke:

  1. Ik wil graag naar … gaan, omdat …

    (Ich möchte gern nach … gehen, weil …)

  2. In het weekend ga ik vaak naar …

    (Am Wochenende gehe ich oft nach …)

  3. Ik vind kunst en muziek …

    (Ich finde Kunst und Musik …)

  4. Na het bezoek wil ik graag …

    (Nach dem Besuch möchte ich gern …)

Übung 2: Korrespondenz verfassen

Anleitung: Schreibe eine Antwort auf folgende Nachricht, die der Situation angemessen ist.

Übersetzung anzeigen

WhatsApp-Nachricht: Du bekommst eine WhatsApp von einem Kollegen und Freund, in der er vorschlägt, gemeinsam zu einer Ausstellung und zu einem Konzert zu gehen; antworte und sage, was du machen möchtest und wann du kannst.

Hoi [naam],

hoe gaat het? Ik zag gisteren een nieuwe tentoonstelling in het Fenix Museum in Rotterdam. Het is over migratie, met veel kunstwerken en verhalen. Ik wil graag gaan.

Er is dit weekend ook een klein concert met een zangeres in de stad. Eerst naar het museum en daarna naar het concert lijkt mij leuk. Wat vind jij?

Ik kan op zaterdag na de lunch, of op zondag in de ochtend. Zaterdag is er ook een korte rondleiding door een kunstenaar.

Zullen we samen gaan? Dan koop ik de tickets online. Laat je het mij vandaag weten?

Groetjes,
Fatima

Hoi [naam],

hoe gaat het? Ik zag gisteren een nieuwe tentoonstelling in het Fenix Museum in Rotterdam. Het is over migratie, met veel kunstwerken en verhalen. Ik wil graag gaan.

Er is dit weekend ook een klein concert met een zangeres in de stad. Eerst naar het museum en daarna naar het concert lijkt mij leuk. Wat vind jij?

Ik kan op zaterdag na de lunch, of op zondag in de ochtend. Zaterdag is er ook een korte rondleiding door een kunstenaar.

Zullen we samen gaan? Dan koop ik de tickets online. Laat je het mij vandaag weten?

Groetjes,
Fatima

Verstehe den Text:

  1. Wanneer kan Fatima naar het museum gaan?

    (Wann kann Fatima ins Museum gehen?)

  2. Wat wil Fatima doen na het museumbezoek?

    (Was möchte Fatima nach dem Museumsbesuch machen?)

Nützliche Redewendungen:

  1. Hoi ..., bedankt voor je bericht.

    (Hoi ..., bedankt voor je bericht.)

  2. Ik kan op ...

    (Ik kan op ...)

  3. Ik wil graag ... maar ik kan niet op ...

    (Ik wil graag ... maar ik kan niet op ...)

Hoi Fatima,

bedankt voor je bericht. Het museum klinkt heel leuk. Ik wil graag naar de tentoonstelling in Fenix.

Ik kan niet op zondag, maar ik kan op zaterdag na de lunch. De rondleiding door de kunstenaar lijkt mij interessant.

Wil jij dan de tickets kopen? Ik betaal jou terug.

Groetjes,
[je naam]
Hoi Fatima,

vielen Dank für deine Nachricht. Das Museum klingt sehr interessant. Ich würde gern zur Ausstellung im Fenix gehen.

Ich kann am Sonntag nicht, aber am Samstag nach dem Mittagessen. Die Führung durch die Künstlerin/den Künstler finde ich spannend.

Magst du dann die Tickets kaufen? Ich überweise dir das Geld.

Liebe Grüße,
[dein Name]

Übung 3: Ein Wort zuordnen

Anleitung: Ordne jeden Anfang mit dem richtigen Ende zu.

Wij gaan naar het museum om het nieuwe kunstwerk te bekijken. (Wir gehen ins Museum, um das neue Kunstwerk zu sehen.)
De zangeres zingt mooi op het concert vanavond. (Die Sängerin singt schön beim Konzert heute Abend.)
Ik hou van dansen op culturele feesten in de stad. (Ich tanze gern auf kulturellen Festen in der Stadt.)
De kunstenaar maakt een reëel schilderij voor de tentoonstelling. (Der Künstler malt ein realistisches Gemälde für die Ausstellung.)

Übung 4: Mehrfachauswahl

Anleitung: Wählen Sie die richtige Lösung

1. In het museum __________ we vaak tijdens speciale evenementen.

(Im Museum __________ wir oft bei besonderen Veranstaltungen.)

2. De zanger __________ een lied over de kunstwerken.

(Der Sänger __________ ein Lied über die Kunstwerke.)

3. We __________ graag op muziek tijdens de tentoonstelling.

(Wir __________ gern zur Musik während der Ausstellung.)

4. De zangeres __________ mooi in het museum tijdens het culturele evenement.

(Die Sängerin __________ schön im Museum während der kulturellen Veranstaltung.)

Übung 5: Dialogkarten

Anleitung: Wähle eine Situation aus und übe das Gespräch mit deinem Lehrer oder deinen Mitschülern.

1

Een bezoek aan het museum plannen

2

Kaarten kopen voor een muziekconcert

Übung 6: Reagieren Sie auf die Situation

Anleitung: Geben Sie basierend auf der Situation eine passende Antwort.

1

2

3

4

Oefening 7: Gesprächsübung

Instructie:

  1. Beschrijf de activiteiten op de afbeeldingen. (Beschreiben Sie die Aktivitäten auf den Bildern.)
  2. Praat over je favoriete kunst en muziek. (Sprich über deine Lieblingskunst und Lieblingsmusik.)

Unterrichtsrichtlinien +/- 10 Minuten

A1.45 - Musik und Kunst

Beispielsätze:

Er zijn twee jongens die televisie kijken.

Es gibt zwei Jungen, die den Fernseher schauen.

Je kunt een kunstenaar aan een kunstproject zien werken.

Man kann sehen, wie ein Künstler an einem Kunstprojekt arbeitet.

Ik houd van de tentoonstelling van Picasso.

Ich mag die Ausstellung von Picasso.

Hoe laat begint het concert?

Wann beginnt das Konzert?

Ik ga naar een tentoonstelling over moderne kunst.

Ich gehe zu einer Ausstellung über moderne Kunst.

Ik houd van rock, maar ik geniet ook van een jazzconcert.

Ich mag Rock, aber ich genieße auch ein Jazzkonzert.

...

Sie sehen keinen Fortschritt beim selbstständigen Lernen? Lernen Sie dieses Material mit einem zertifizierten Lehrer!

Möchten Sie heute Niederländisch üben? Das ist möglich! Kontaktieren Sie einfach noch heute einen unserer Lehrer.

Jetzt anmelden!

Diese Lektionen wären ohne unsere großartigen Partner nicht möglich🙏

Lanzadera Marina de Empresas Google for Startups Universitat Siegen European Digital Innovation Hubs Network