Italiaans A1 module 1: Presentarsi (Jezelf voorstellen)
Dit is leermodule 1 van 6 van onze Italiaanse A1-cursus. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.
Leerdoelen:
- Stel jezelf voor en vraag om informatie.
- Basisvragen stellen.
- Basiscijfers.
- Inleiding tot werkwoorden.
Grammatica
A1.1.1: Pronomi personali (persoonlijke voornaamwoorden)
A1.2.1: L'alfabeto italiano (Het Italiaanse alfabet)
A1.2.2: La pronuncia italiana (De Italiaanse uitspraak)
A1.3.1: Gli articoli in italiano (de lidwoorden in het Italiaans)
A1.3.2: Genere e numero dei sostantivi (Geslacht en aantal van zelfstandige naamwoorden)
A1.4.1: Numeri cardinali: le decine (Hoofdgetallen: de tientallen)
A1.4.2: Numeri grandi: centinaia, migliaia, milioni (Grote getallen: honderden, duizenden, miljoenen)
A1.4.3: Numeri cardinali: la base (Telwoorden: de basis)
A1.5.1: Gli aggettivi possessivi (bezittelijke voornaamwoorden)
A1.6.1: Gli interrogativi: "Quando?", "Quanto?", (De vraagwoorden: "Quando?", "Quanto?",)
A1.7.1: Gli interrogativi: "Quale?", "Dove?", "Perché?" (De vraagwoorden: "Quale?", "Dove?", "Perché?")
A1.8.1: Presente dei verbi regolari (tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden)
A1.8.2: Il condizionale zero (de nulvoorwaardelijke wijs)
Type:
Zinnen / woordcombinaties
Hoofdstuk: Indirizzo e recapiti (Adres en contactgegevens)
Niveau: A1
Hoofdstuk: Indirizzo e recapiti (Adres en contactgegevens)
Niveau: A1