Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer hoe je in het Italiaans vragen stelt met de belangrijkste vraagwoorden zoals Dove? (Waar?), Quale? (Welke?), Che cosa? (Wat?) en Perché? (Waarom?). Deze les biedt duidelijke voorbeelden en legt uit wanneer je welk vraagwoord gebruikt, met handige vergelijkingen tussen Italiaans en Nederlands voor een vlotte start met vraagzinnen.
Avverbio (bijwoord)Esempio (Voorbeeld)
Dove?

Dove vivi? (Waar woon je?)

Dove si trova l'università? (Waar bevindt zich de universiteit?)

Quale?

Quale è il tuo lavoro? (Wat is je baan?)

In quale università studi? (In welke universiteit studeer je?)

Che cosa?

Che cosa vuoi cenare? (Wat wil je eten?)

Che cosa vuoi fare domani? (Wat wil je morgen doen?)

Perché?

Perché ti dedichi all'ingegneria? (Waarom wijd je je aan engineering?)

Perché studi l'italiano? (Waarom studeer je Italiaans?)

Uitzonderingen!

  1. Perché introduceert een vraag of een antwoord.

Oefening 1: Gli interrogativi: "Quale?", "Dove?", "Perché?"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

perché, Quale, Dove, Perché, Che cosa

1.
... studi di solito?
(Waar studeer je meestal?)
2.
... vuoi mangiare per colazione?
(Wat wil je ontbijten?)
3.
... lavori tanto?
(Waarom werk je zoveel?)
4.
Studio l'italiano ... voglio vivere in Italia.
(Ik studeer Italiaans omdat ik in Italië wil wonen.)
5.
... vuoi fare domani?
(Wat wil je morgen doen?)
6.
... risposta è corretta tra queste due?
(Welke reactie is correct van deze twee?)
7.
... studi l'italiano?
(Waarom studeer je Italiaans?)
8.
... studi ingegneria?
(Waarom studeer je techniek?)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. ___ lavori di solito durante la settimana?

(___ werk je meestal tijdens de week?)

2. ___ università frequenti per i tuoi studi?

(___ universiteit volg je voor je studie?)

3. ___ hai scelto di studiare ingegneria?

(___ heb je gekozen om engineering te studeren?)

4. ___ si trova il tuo ufficio?

(___ bevindt zich jouw kantoor?)

5. ___ lavoro ti piace di più?

(___ werk vind je het leukst?)

6. ___ vuoi cambiare professione?

(___ wil je van beroep veranderen?)

Introductie tot Italiaanse vraagwoorden

In deze les leer je hoe je met Italiaanse vraagwoorden simpele vragen kunt stellen. De focus ligt op de vraagwoorden Dove? (Waar?), Quale? (Welke?), Che cosa? (Wat?) en Perché? (Waarom?). Deze woorden helpen je om informatie te vragen over plaats, keuze, dingen en redenen.

Gebruik van de vraagwoorden

  • Dove? gebruik je om te vragen naar een plaats of locatie, bijvoorbeeld: Dove vivi? (Waar woon je?).
  • Quale? vraagt naar een keuze uit een beperkte groep, zoals Quale è il tuo lavoro? (Wat is jouw beroep?).
  • Che cosa? is bedoeld om te vragen naar een ding of activiteit, zoals in Che cosa vuoi fare domani? (Wat wil je morgen doen?).
  • Perché? gebruik je voor het vragen naar een reden of oorzaak, bijvoorbeeld Perché studi l'italiano? (Waarom studeer je Italiaans?).

Belangrijke kenmerken

De vraagwoorden staan meestal aan het begin van de vraagzin. Ze kunnen zowel in open vragen (vragen die om uitgebreide antwoorden vragen) als in antwoorden worden gebruikt. Dit maakt ze erg veelzijdig en essentieel voor het voeren van gesprekken.

Taalkundige vergelijking met het Nederlands

In het Italiaans verschillen sommige vraagwoorden licht van hun Nederlandse tegenhangers. Zo gebruikt men Quale vaker om een keuze uit opties te benadrukken, terwijl in het Nederlands vaak welke wordt gebruikt. Het woord Dove komt overeen met waar, maar de woordvolgorde in Italiaanse vragen is meestal strakker; het vraagwoord staat vrijwel altijd vooraan.

Voorbeelden vergelijkbare woorden:
Dove? = Waar?
Quale? = Welke?
Che cosa? = Wat?
Perché? = Waarom?

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Fabio Pirioni

Bachelor in de geesteswetenschappen

University of Udine

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 16:19