Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer de tegenwoordige tijd van regelmatige Italiaanse werkwoorden. Ontdek de drie werkwoordsgroepen (-are, -ere, -ire), hun vervoegingen, en hoe je deze gebruikt om dagelijkse handelingen en gewoontes uit te drukken. Inclusief voorbeelden zoals contattare, chiedere en capire, met uitleg over het gebruik en verschillen met het Nederlands.
  1. In het Italiaans eindigen alle werkwoorden op -are, -ere, -ire, de drie vervoegingen.
Contattare (Contacteren)Chiedere (vragen)Capire (begrijpen)
Io contatto (Ik neem contact op)Io chiedo (Ik vraag)Io capisco (Ik begrijp)
Tu contatti (Jij belt)Tu chiedi (Jij vraagt)Tu capisci (Jij begrijpt)
Lui / Lei contatta (Hij / Zij neemt contact op)Lui / Lei chiede (Hij / Zij vraagt)Lui / Lei capisce (Hij / Zij begrijpt)
Noi contattiamo (Wij contacteren)Noi chiediamo (Wij vragen)Noi capiamo (Wij begrijpen)
Voi contattate (Jullie contacteren)Voi chiedete (Jullie vragen)Voi capite (Jullie begrijpen)
Loro contattano (Zij contacteren)Loro chiedono (Zij vragen)Loro capiscono (Zij begrijpen)

Uitzonderingen!

  1. Normaal gesproken is het persoonlijk voornaamwoord niet nodig, omdat de uitgang van het werkwoord duidelijk maakt wie de handeling uitvoert.

Oefening 1: Presente dei verbi regolari

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

invio, compiono, finite, contatta, parlo, lavora, chiedi, studiamo

1. Inviare:
Io ... una lettera.
(Ik stuur een brief.)
2. Lavorare:
Marco ... in ufficio con Fabio.
(Marco werkt op kantoor met Fabio.)
3. Finire:
Voi ... il pranzo.
(Jullie beëindigen de lunch.)
4. Contattare:
L'uomo ... la donna sul telefono.
(De man belt de vrouw op de telefoon.)
5. Compiere:
Giovanni e Giacomo ... gli anni lo stesso giorno.
(Giovanni en Giacomo zijn op dezelfde dag jarig.)
6. Studiare:
Noi ... tanto per passare l'esame.
(Wij studeren veel om het examen te halen.)
7. Chiedere:
Tu ... informazioni al signore.
(Je vraagt de heer om informatie.)
8. Parlare:
Io ... al pubblico.
(Ik spreek tot het publiek.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Se invii la mail, ___ la risposta.

(Als je de mail stuurt, ___ het antwoord.)

2. Lui ___ sempre il numero di telefono.

(Hij ___ altijd om het telefoonnummer.)

3. Noi ___ quando parli lentamente.

(Wij ___ wanneer je langzaam praat.)

4. Se vivi in Italia, ___ italiano.

(Als je in Italië woont, ___ Italiaans.)

5. Tu ___ sempre il servizio clienti per informazioni.

(Je ___ altijd contact op met de klantenservice voor informatie.)

6. Se dai il numero di telefono, ti ___ subito.

(Als je het telefoonnummer geeft, neem ik je ___ mee.)

Presenten van Regelmatige Werkwoorden in het Italiaans

In deze les leer je hoe je het tegenwoordige tijd (presente) van regelmatige Italiaanse werkwoorden vormt en gebruikt. Het presente wordt gebruikt om handelingen te beschrijven die regelmatig gebeuren of die op het moment van spreken plaatsvinden.

De drie Werkwoordsgroepen

Italiaanse werkwoorden eindigen op één van drie uitgangen: -are, -ere en -ire. Deze indeling bepaalt de vervoeging van het werkwoord. Bijvoorbeeld:

  • contattare (contact opnemen) - eindigt op -are
  • chiedere (vragen) - eindigt op -ere
  • capire (begrijpen) - eindigt op -ire

Vervoegingen in het Presente

Elke werkwoordsgroep heeft zijn eigen uitgangen, die veranderen afhankelijk van het persoonlijk voornaamwoord:

  • Io (ik)
  • Tu (jij)
  • Lui/Lei (hij/zij)
  • Noi (wij)
  • Voi (jullie)
  • Loro (zij)

Bijvoorbeeld bij contattare: Io contatto, Tu contatti, Lui contatta, enzovoort. Het onderwerp wordt vaak weggelaten omdat de werkwoordsuitgang duidelijk maakt wie de handeling uitvoert.

Belangrijke Aandachtspunten

  • Het presente wordt ook gebruikt voor algemene waarheden en gewoontes.
  • Let op de verschillen in uitgang bij regelmatige werkwoorden afhankelijk van de groep.
  • Veel werkwoorden veranderen niet qua stam maar wel in de uitgangen.

Verband met het Nederlands

In het Nederlands gebruiken we de tegenwoordige tijd vaak met een duidelijk onderwerp, terwijl in het Italiaans het onderwerp soms wordt weggelaten omdat de vervoeging dat aangeeft. Bijvoorbeeld, "Io contatto" wordt vaak alleen "contatto" gezegd. Ook kent het Italiaans meerdere werkwoordsgroepen met verschillende uitgangen die het Nederlands niet kent. Enkele nuttige woorden en hun Nederlandse equivalenten zijn:

  • contattare - contacteren
  • chiedere - vragen
  • capire - begrijpen

Deze kennis helpt om de structuur van Italiaanse zinnen beter te begrijpen en geeft inzicht in de verschillen en overeenkomsten met het Nederlands.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Fabio Pirioni

Bachelor in de geesteswetenschappen

University of Udine

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 03:47