Deze les behandelt Italiaanse vraagwoorden zoals "Quando?", "Quanto?" en hun varianten, die cruciaal zijn voor het vragen naar tijd, hoeveelheid en aantal. Leer de juiste toepassing en afdaling van deze interrogatieven met praktische voorbeelden en vergelijkingen met het Nederlands.
- Sommige vraagwoorden variëren afhankelijk van het geslacht en/of het getal van het zelfstandig naamwoord.
- Gebruik quanto, quanta, quanti, quante met telbare zelfstandige naamwoorden.
Interrogativi (Vraagwoorden) | Esempi (Voorbeelden) |
---|---|
Quanto? / Quanta? | Quanta acqua bevi ogni giorno? (Hoeveel water drink je elke dag?) |
Quanti? / Quante? | Quanti amici hai? (Quanti vrienden heb je?) |
Quando? | Quando è il tuo compleanno? (Wanneer is je verjaardag?) |
Oefening 1: Gli interrogativi: "Quando?", "Quanto?",
Instructie: Vul het juiste woord in.
Quando, Quanti, quanti, Quanta, Quante
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. _____ è il tuo compleanno?
(_____ ben je jarig?)2. _____ amici hai?
(_____ vrienden heb je?)3. _____ acqua bevi ogni giorno?
(_____ water drink je elke dag?)4. _____ sorelle ha Lucia?
(_____ zussen heeft Lucia?)5. _____ costa questo libro?
(_____ kost dit boek?)6. _____ compi gli anni?
(_____ ben je jarig?)