Deze les in het Pools richt zich op het uitwisselen van adres- en contactgegevens, met belangrijke woorden zoals "ulica" (straat), "numer telefonu" (telefoonnummer) en "e-mail". Leer zinnen gebruiken om naar adressen en telefoonnummers te vragen en ze door te geven.
luisteren en lezen
Begin deze les door naar de audio te luisteren en de bijbehorende oefeningen te maken.
Woordenschat (12) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Wijs de onderstaande woorden toe aan de juiste categorie, rekening houdend met hun betekenis en gebruik.
Elementy adresu
Dane kontaktowe
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Kontakt
Contact
2
Dostać
Krijgen
3
Numer domu
Huisnummer
4
Miejsce urodzenia
Geboorteplaats
5
Ulica
Straat
Ćwiczenie 5: Gespreksoefening
Instrukcja:
- Poproś kogoś o jego dane kontaktowe. (Vraag iemand om hun contactgegevens.)
- Podziel się swoim adresem i danymi kontaktowymi. (Deel uw adres en contactgegevens.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Jaki jest twój adres? Wat is jouw adres? |
Mój email to student@colanguage.com. Mijn e-mailadres is student@colanguage.com. |
Mój numer telefonu to 61385748. Mijn telefoonnummer is 61385748. |
Czy mogę prosić o twój numer telefonu? Mag ik je telefoonnummer? |
Czy możesz mi to wysłać na WhatsAppie? Kun je het me op WhatsApp sturen? |
Masz Instagrama? Heb je Instagram? |
Mój adres to „ulica Główna, numer 5”. Mijn adres is "Hoofdstraat, nummer 5". |
... |
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Proszę, ___ swój numer telefonu.
(Alstublieft, ___ je telefoonnummer.)2. Ja często ___ e-maile od kolegów z pracy.
(Ik ___ vaak e-mails van collega's van mijn werk.)3. Ona ___ o twój adres i numer domu.
(Zij ___ naar je adres en huisnummer.)4. My ___ nasze dane kontaktowe nowym znajomym.
(Wij ___ onze contactgegevens aan nieuwe kennissen.)Oefening 8: Ik geef mijn adres en contactgegevens op
Instructie:
Werkwoordschema's
Dać - Geven
Czas teraźniejszy
- ja daję
- ty dajesz
- on/ona/ono daje
- my dajemy
- wy dajecie
- oni/one dają
Dostać - Krijgen
Czas teraźniejszy
- ja dostaję
- ty dostajesz
- on/ona/ono dostaje
- my dostajemy
- wy dostajecie
- oni/one dostają
Mówić - Spreken
Czas teraźniejszy
- ja mówię
- ty mówisz
- on/ona/ono mówi
- my mówimy
- wy mówicie
- oni/one mówią
Jeść - Eten
Czas teraźniejszy
- ja jem
- ty jesz
- on/ona/ono je
- my jemy
- wy jecie
- oni/one jedzą
Oefening 9: Odmiana czasowników w czasie teraźniejszym
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd
Toon vertaling Toon antwoordenPracuję, je, pracują, pyta, mówię, jemy, uczą się
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.8.2 Gramatyka
Odmiana czasowników w czasie teraźniejszym
Vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Dać geven Delen Gekopieerd!
Czas teraźniejszy
Pools | Nederlands |
---|---|
(ja) daję | ik geef |
(ty) dajesz | jij geeft |
(on/ona/ono) daje | hij/zij/het geeft |
(my) dajemy | wij geven |
(wy) dacie | jullie geven |
(oni/one) dają | zij geven |
Dostać krijgen Delen Gekopieerd!
Czas teraźniejszy
Pools | Nederlands |
---|---|
(ja) dostaję/dostaję | ik krijg |
(ty) dostajesz/dostajesz | jij krijgt/jij krijgt |
(on/ona/ono) dostaje/dostaje/dostaje | hij/zij/het krijgt |
(my) dostajemy/dostajemy | wij krijgen |
(wy) dostajecie/dostajecie | jullie krijgen |
(oni/one) dostają/dostają | zij krijgen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Adres en contactgegevens in het Pools
Deze les richt zich op het leren van belangrijke woorden en zinnen rondom adresgegevens en contactinformatie in het Pools. Voor beginners op A1-niveau is het essentieel om te weten hoe je naar een telefoonnummer vraagt, je e-mailadres geeft en vertelt waar je woont. Dit zijn praktische vaardigheden die in veel alledaagse situaties van pas komen, zoals op het werk, bij buren, of in een restaurant.
Belangrijke woordenschat
De woordenschat is verdeeld in twee categorieën: Adres en woonplaats en Contactgegevens. Onder adres en woonplaats vallen woorden zoals ulica (straat), numer domu (huisnummer), miasto (stad), kod pocztowy (postcode) en blok (flatgebouw). Voor contactgegevens zijn belangrijke woorden telefon (telefoon), e-mail en numer telefonu (telefoonnummer).
Praktische zinnen en dialogen
De les bevat zinnen om informatie te vragen en te geven, bijvoorbeeld:
- „Jaki masz numer telefonu?” (Wat is jouw telefoonnummer?)
- „Podaj proszę swój adres e-mail.” (Geef alsjeblieft je e-mailadres.)
- „Gdzie mieszkasz?” (Waar woon je?)
- „Mój adres to ulica Warszawska dwadzieścia trzy.” (Mijn adres is Warszawska straat 23.)
Ook zijn er voorbeeldgesprekken over het uitwisselen van contactgegevens in verschillende situaties, zoals op kantoor, bij een ontmoeting met een buur of in een restaurant.
Werkwoorden en hun vervoeging
De les belicht veelgebruikte werkwoorden die hierbij horen, zoals mieszkać (wonen), podać (geven/doorgeven), en zadzwonić (bellen). Er zijn oefeningen met de juiste vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige, verleden en toekomende tijd, zoals:
- Jak się nazywasz i skąd jesteś? (Hoe heet je en waar kom je vandaan?)
- Mieszkam w Warszawie, a ty gdzie mieszkasz? (Ik woon in Warschau, en jij waar woon jij?)
Verschillen tussen Nederlands en Pools
Een opmerkelijk verschil is dat in het Pools het werkwoord vaak aan het eind van de vraag of zin staat, zoals in „Jaki masz numer telefonu?” tegenover het Nederlands „Wat is jouw telefoonnummer?” Ook gebruikt het Pools vaak beleefdheidsvormen met pan of pani (meneer/mevrouw) in formele situaties, wat in het Nederlands minder gebruikelijk is.
Enkele handige Poolse uitdrukkingen en hun Nederlandse equivalenten:
- Podaj proszę swój numer telefonu. – Geef alsjeblieft je telefoonnummer.
- Czy może mi pan/pani podać swój adres? – Kunt u mij uw adres geven?
- Mieszkam na ulicy Kwiatowej 15. – Ik woon in de Kwiatowa straat 15.