In deze les leer je belangrijke Poolse woorden en uitdrukkingen om adres- en contactgegevens te vragen en geven, zoals „ulica” (straat), „numer telefonu” (telefoonnummer), en „adres e-mail”. Oefen met zinnen als „Gdzie mieszkasz?” en „Podaj proszę swój numer telefonu”.
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Verdeel de onderstaande woorden in twee categorieën: die betrekking hebben op de woonplaats, en die verband houden met contactgegevens.
Adres i miejsce zamieszkania
Dane kontaktowe
Ćwiczenie 4: Gespreksoefening
Instrukcja:
- Vraag iemand om hun contactgegevens. (Vraag iemand om hun contactgegevens.)
- Deel je adres en contactgegevens. (Deel uw adres en contactgegevens.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Jaki jest twój adres? Wat is jouw adres? |
Mój email to student@colanguage.com. Mijn e-mailadres is student@colanguage.com. |
Mój numer telefonu to 61385748. Mijn telefoonnummer is 61385748. |
Czy mogę prosić o twój numer telefonu? Mag ik je telefoonnummer? |
Czy możesz mi to wysłać na WhatsAppie? Kun je het me op WhatsApp sturen? |
Masz Instagrama? Heb je Instagram? |
Mój adres to „ulica Główna, numer 5”. Mijn adres is "Hoofdstraat, nummer 5". |
... |
Oefening 5: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 6: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Jak się nazywasz i skąd _______?
(Hoe heet je en waar _______ je vandaan?)2. Mieszkam w Warszawie, a ty gdzie _______?
(Ik woon in Warschau, en waar _______ jij?)3. Podaj mi swój numer telefonu, żebym mógł do ciebie _______.
(Geef me je telefoonnummer zodat ik je kan _______.)4. Czy mówisz po polsku? Tak, trochę _______.
(Spreek je Pools? Ja, ik _______ een beetje.)Oefening 7: Een nieuwe buur leren kennen: adres en contactgegevens
Instructie:
Werkwoordschema's
Poznać - Leren kennen
Czas przeszły
- ja poznałem
- ty poznałeś
- on/ona/ono poznał
- my poznaliśmy
- wy poznaliście
- oni/one poznali
Mieszkać - Wonen
Czas teraźniejszy
- ja mieszkam
- ty mieszkasz
- on/ona/ono mieszka
- my mieszkamy
- wy mieszkacie
- oni/one mieszkają
Pracować - Werken
Czas teraźniejszy
- ja pracuję
- ty pracujesz
- on/ona/ono pracuje
- my pracujemy
- wy pracujecie
- oni/one pracują
Dać - Geven
Czas przeszły
- ja dałem
- ty dałeś
- on/ona/ono dał
- my daliśmy
- wy daliście
- oni/one dali
Przyjść - Komen
Czas przyszły prosty
- ja przyjdę
- ty przyjdziesz
- on/ona/ono przyjdzie
- my przyjdziemy
- wy przyjdziecie
- oni/one przyjdą
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Pools oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Lesonderwerp: Adres en contactgegevens in het Pools
Deze les richt zich op het leren van essentiële woorden, uitdrukkingen en zinnen om over adresgegevens en contactinformatie te praten in het Pools. Het is geschikt voor beginnende leerlingen op niveau A1 die willen oefenen met praktische communicatie, zoals het opgeven of vragen van telefoonnummers, e-mailadressen en woonadressen.
Belangrijke thema's en woordenschat
- Adres en woonplaats: woorden zoals ulica (straat), numer domu (huisnummer), miasto (plaats/stad), kod pocztowy (postcode), blok (flatgebouw)
- Contactgegevens: onder andere telefon (telefoon), e-mail (e-mail), numer telefonu (telefoonnummer)
Praktische communicatie en voorbeeldzinnen
De les bevat zinnen waarmee je contactgegevens kunt uitwisselen, zoals:
„Jaki masz numer telefonu?” (Wat is jouw telefoonnummer?)
„Podaj proszę swój adres e-mail.” (Geef je e-mailadres alsjeblieft.)
„Mój adres to ulica Warszawska dwadzieścia trzy.” (Mijn adres is Warschau straat 23.)
Gesprekken oefenen
Dialogen helpen je om te oefenen hoe je adressen en contactinformatie uitwisselt in situaties zoals op kantoor, bij een buurtenbijeenkomst of in een restaurant. Voorbeelden zijn:
„Czy może mi pan podać swój numer telefonu?” (Kunt u mij uw telefoonnummer geven?)
„Tak, mój numer to 600 123 456.” (Ja, mijn nummer is 600 123 456.)
Werkwoordvervoegingen en kleine verhaaltjes
Naast vocabulaire worden er ook basiswerkwoorden geoefend die nodig zijn voor het stellen van vragen en geven van informatie, zoals mieszkać (wonen), podawać (geven/doorgeven), en pracować (werken). Bijvoorbeeld:
„Jak się nazywasz i skąd jesteś?” (Hoe heet je en waar kom je vandaan?)
Plus een kort verhaal waarin deze woorden en werkwoordstijden in context staan.
Verschillen en nuttige tips voor Nederlandstaligen
In het Pools is het adres meestal opgebouwd uit de straatnaam gevolgd door het huisnummer, bijvoorbeeld „ulica Kwiatowa 15”, wat letterlijk "straat Kwiatowa 15" is. In het Nederlands zeggen we meestal eerst het huisnummer, bijvoorbeeld "Kwiatowa 15" zonder expliciet het woord "straat" te gebruiken. Daarnaast wordt in het Pools vaak formeel gevraagd met „Proszę podać…” (Alstublieft geef…), wat een beleefde manier is om informatie te vragen.
Let op dat het Pools de vervoeging van werkwoorden varieert per persoon, wat in het Nederlands minder complex is.
Nuttige uitdrukkingen:
- Jaki masz numer telefonu? — Wat is jouw telefoonnummer?
- Podaj proszę swój adres e-mail. — Geef je e-mailadres alsjeblieft.
- Gdzie mieszkasz? — Waar woon je?