Pools A1 module 4: Opisywanie przedmiotów i osób (Objecten en mensen beschrijven)
Dit is leermodule 4 van 6 van ons Poolse A1-curriculum. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.
Leerdoelen:
- Beschrijf wat je in je omgeving ziet.
- Veelvoorkomende bijvoeglijke naamwoorden en voorwerpen.
- Beschrijf het uiterlijk van mensen en dingen.
Grammatica
A1.23.2: Mianownik liczby mnogiej: ładne dziewczyny (Onderwerp meervoud: ładne dziewczyny)
A1.24.2: Upodobania i niechęci: (nie) lubię, (nie) podoba mi się (Voorkeuren en afkeuren: (nie) lubię, (nie) podoba mi się)
A1.25.2: Zaimki wskazujące: ten, ta, to... (Aanwijzende voornaamwoorden: ten, ta, to...)
A1.26.2: Przysłówki stopnia: nie, bardzo, za, trochę (Bijwoorden van graad: niet, bardzo, za, trochę)
A1.27.2: Porównania: tak … jak, bardziej … niż, mniej … niż (Vergelijkingen: tak … jak, bardziej … niż, mniej … niż)
A1.28.2: Stopień wyższy przymiotnika: dobry → lepszy (Vergrotende trap van het bijvoeglijk naamwoord: dobry → lepszy)
Type:
Bijvoeglijke naamwoorden
Hoofdstuk: Charakter i osobowość (Karakter en persoonlijkheid)
Niveau: A1
Hoofdstuk: Charakter i osobowość (Karakter en persoonlijkheid)
Niveau: A1
A1.29.2: Stopień najwyższy przymiotnika: dobry → lepszy → najlepszy (de overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord: dobry → lepszy → najlepszy)
Type:
Bijvoeglijke naamwoorden
Hoofdstuk: Stany fizyczne i doznania (Fysieke toestanden en sensaties)
Niveau: A1
Hoofdstuk: Stany fizyczne i doznania (Fysieke toestanden en sensaties)
Niveau: A1