- Bijwoord van graad plaatsen we voor het werkwoord alleen in het geval van ontkenning of versterking.
| Przysłówek (Bijwoord) | Z przymiotnikiem (Met bijvoeglijk naamwoord) | Z czasownikiem (Met werkwoord) |
|---|---|---|
| nie (niet) | Ten deser jest niesłodki. (Dit dessert is niet zoet.) | Nic nie słyszę. (Ik hoor niets.) |
| bardzo (erg) | Ten pokój jest bardzo ciemny. (Deze kamer is erg donker.) | Widzę bardzo wyraźnie z daleka. (Ik zie heel duidelijk van ver.) |
| za (te) | Ta zupa jest za słona. (Deze soep is te zout.) | Kwiaty pachną za intensywnie. (De bloemen ruiken te intens.) |
| trochę (een beetje) | To łóżko jest trochę twarde. (Dit bed is een beetje hard.) | To kawa smakuje trochę gorzko. (Deze koffie proeft een beetje bitter.) |
Uitzonderingen!
- "Niet" schrijven we samen met bijvoeglijke naamwoorden.
Oefening 1: Bijwoorden van graad: niet, bardzo, za, trochę
Instructie: Vul het juiste woord in.
nie, bardzo, trochę, za
Oefening 2: Dialoog voltooiing
Instructie: Voltooi de dialoog met de juiste oplossing
1. Anna: Te kanapki są ___ zimne, chyba powinniśmy je podgrzać przed spotkaniem.
(Anna: Deze sandwiches zijn ___ koud, we zouden ze denk ik moeten opwarmen voor de bijeenkomst.)2. Marek: ___, one ___ są zimne, smakują świeżo i dobrze.
(Marek: ___, ze ___ zijn niet koud, ze smaken fris en goed.)3. Anna: Dekoracje są ___ ciemne — lepiej dać coś jaśniejszego na ściany.
(Anna: De versieringen zijn ___ donker — het is beter om iets lichters aan de muren te hangen.)4. Marek: To prawda, ta sala wygląda ___ ponuro bez naturalnego światła.
(Marek: Dat is waar, deze zaal ziet er ___ somber uit zonder natuurlijk licht.)5. Anna: Słyszałam, że kolory w logo firmy są ___ zmienione w nowym projekcie.
(Anna: Ik heb gehoord dat de kleuren in het bedrijfslogo ___ veranderd zijn in het nieuwe ontwerp.)6. Marek: ___ zauważyłem żadnej zmiany, wygląda tak samo jak wcześniej.
(Marek: ___ heb ik geen enkele verandering opgemerkt, het ziet er hetzelfde uit als vroeger.)