Duits A1 module 1: Sich selbst vorstellen (Jezelf voorstellen)

Dit is leermodule 1 van 6 van ons Duitse A1-syllabus. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.

Leerdoelen:

Stel jezelf voor en vraag om informatie.

Basisvragen stellen.

Basiscijfers.

Inleiding tot werkwoorden.

Grammatica

A1.1.1: Personalpronomen (persoonlijke voornaamwoorden)

Type: Voornaamwoorden
Hoofdstuk: Grüße und Abschiede (Groeten en afscheid)
Niveau: A1

A1.2.1: Das Alphabet (Het alfabet)

Type: Alfabet
Hoofdstuk: Deinen Namen sagen (Je naam zeggen)
Niveau: A1

A1.2.2: Aussprache (uitspraak)

Type: Alfabet
Hoofdstuk: Deinen Namen sagen (Je naam zeggen)
Niveau: A1

A1.3.1: Bestimmte und unbestimmte Artikel - Nominativ (Bepaalde en onbepaalde lidwoorden - nominatief)

Type: Artikelen
Hoofdstuk: Woher kommst du? (Waar kom je vandaan?)
Niveau: A1

A1.3.2: Was sind die vier Fälle? Warum brauchen wir sie? (Wat zijn de vier naamvallen? Waarom hebben we ze nodig?)

Type: Zelfstandige naamwoorden
Hoofdstuk: Woher kommst du? (Waar kom je vandaan?)
Niveau: A1

A1.3.3: Nomen und ihre Pluralformen (Zelfstandige naamwoorden en hun meervoudsvormen)

Type: Zelfstandige naamwoorden
Hoofdstuk: Woher kommst du? (Waar kom je vandaan?)
Niveau: A1

A1.4.1: Kardinalzahlen: Hundert, Tausend, Million (Kardinale: honderd, duizend, miljoen)

Type: Nummers
Hoofdstuk: Zahlen und Zählen (Cijfers en tellen)
Niveau: A1

A1.4.2: Die Zahlen von 20 bis 99 (De getallen van 20 tot 99)

Type: Nummers
Hoofdstuk: Zahlen und Zählen (Cijfers en tellen)
Niveau: A1

A1.5.1: Possessivartikel - Nominativ (bezittelijke voornaamwoorden - nominatief)

Type: Artikelen
Hoofdstuk: Familie (Familie)
Niveau: A1

A1.5.2: Konjugation der regelmäßigen Verben im Indikativ (vervoeging van de regelmatige werkwoorden in de indicatief)

Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Familie (Familie)
Niveau: A1

A1.6.1: Position des Verbs im Satz (positie van het werkwoord in de zin)

Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Sagen Sie Ihr Alter (Je leeftijd zeggen)
Niveau: A1

A1.7.1: Feminine Berufsbezeichnungen (Vrouwelijke beroepsaanduidingen)

Type: Zelfstandige naamwoorden
Hoofdstuk: Berufe und Studium (Beroepen en studies)
Niveau: A1

A1.7.2: Fragewörter: Wer, Was und Welcher/Welche/Welches (Vraagwoorden: wie, wat en welke)

Type: Vragen
Hoofdstuk: Berufe und Studium (Beroepen en studies)
Niveau: A1

A1.8.1: Nomen und Artikel - Akkusativ (Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden - lijdende vorm)

Type: Artikelen
Hoofdstuk: Adresse und Kontaktdaten (Adres en contactgegevens)
Niveau: A1

A1.8.2: Possessivartikel - Akkusativ (Bezittelijk voornaamwoord - lijdend voorwerp)