Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer de basisprincipes van de vervoeging van regelmatige werkwoorden in de Duitse indicatief. Deze les behandelt de uitgangspatronen voor verschillende persoonsvormen, speciale regels voor werkwoorden die eindigen op -d, -t, -s, -ß, -x en -z, en biedt voorbeelden zoals 'ich kaufe' en 'du arbeitest'. Daarnaast worden relevante verschillen met het Nederlands toegelicht voor een beter begrip van de Duitse grammatica op A1-niveau.

Regelmäßige Verben (Regelmatige werkwoorden)

Ich kaufeWir kaufen
Du kaufstIhr kauft
Er/Sie/Es kauftSie kaufen

Uitzonderingen!

  1. Werkwoorden op -d of -t (bijvoorbeeld werken): → Bij „du“, „er/sie/es“ en „ihr“ wordt een -e- toegevoegd om de uitspraak te vergemakkelijken -> du werkest, er werket, ihr werket
  2. Werkwoorden op -s, -ß, -x, -z (bijv. heißen): → Bij „du“ valt de extra -s van de uitgang weg: du heißt (niet heißst)

Oefening 1: Konjugation der regelmäßigen Verben im Indikativ

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

sagt, kommen, heiße, verstehen, heißt, zählt, sagst, versteht

1. Heißen:
: Deine Tochter ... Juliette.
(Jouw dochter heet Juliette.)
2. Verstehen:
: Wir ... deine Eltern nicht.
(We begrijpen je ouders niet.)
3. Kommen:
: Wir ... aus Frankreich.
(We komen uit Frankrijk.)
4. Zählen:
: Ihr ... von 1 bis 100.
(Jullie tellen van 1 tot 100.)
5. Sagen:
: Du ... etwas auf Deutsch.
(Je zegt iets in het Duits.)
6. Verstehen:
: Ihr Bruder ... den Satz nicht.
(Je broer begrijpt de zin niet.)
7. Heißen:
: Ich ... Johanna.
(Ik heet Johanna.)
8. Sagen:
: Ihr ... etwas Interessantes.
(Jullie zeggen iets interessants.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. ___ Vater ist Ingenieur und arbeitet in einem Büro.

(___ vader is ingenieur en werkt in een kantoor.)

2. ___ Schwester kauft oft frisches Obst auf dem Markt.

(___ zus koopt vaak vers fruit op de markt.)

3. ___ Hund heißt Max und ist sehr freundlich.

(___ hond heet Max en is erg vriendelijk.)

4. Er kauft ___ Zeitung immer morgens an der Ecke.

(Hij koopt ___ krant altijd ’s ochtends op de hoek.)

5. Ich besuche morgen ___ Großeltern in Berlin.

(Ik bezoek morgen ___ grootouders in Berlijn.)

6. ___ Kind spielt gerne im Park neben dem Haus.

(___ kind speelt graag in het park naast het huis.)

Konjugatie van Regelmatige Werkwoorden in de Indicatief

In deze les leer je hoe je regelmatige werkwoorden in het Duits correct vervoegt in de indicatief. Regelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die volgens vaste patronen worden vervoegd, wat het leren overzichtelijk maakt.

Overzicht van de vervoeging

De vervoeging van regelmatige werkwoorden volgt duidelijke uitgangspatronen die verschillen per persoon:

  • Ich krijgt de uitgang -e (bijv. ich kaufe)
  • Du krijgt de uitgang -st (bijv. du kaufst)
  • Er/Sie/Es krijgt de uitgang -t (bijv. er kauft)
  • Wir -en (bijv. wir kaufen)
  • Ihr -t (bijv. ihr kauft)
  • Sie (zij formeel) -en (bijv. Sie kaufen)

Als je werkwoorden hebt die eindigen op -d of -t, zoals arbeiten, wordt er bij du, er/sie/es en ihr een extra -e- toegevoegd om de uitspraak makkelijker te maken (du arbeitest, er arbeitet, ihr arbeitet).

Voor werkwoorden die eindigen op -s, -ß, -x of -z, zoals heißen, vervalt de extra -s in de du-vorm (bijv. du heißt en niet *du heißst).

Belangrijk om te weten

Deze regelmatige vervoegingen vormen de basis van dagelijkse communicatie in het Duits. Ze worden gebruikt om acties in het heden uit te drukken en zijn dus essentieel voor beginners (niveau A1).

Verschillen met het Nederlands

In het Duits wordt voor de tweede persoon enkelvoud (du) en de derde persoon enkelvoud (er/sie/es) vaak een extra -e- ingeschoven bij werkwoorden die eindigen op -d of -t, ter vereenvoudiging van de uitspraak. Dit zie je bijvoorbeeld bij du arbeitest, terwijl in het Nederlands het werkwoord gewoon werken is zonder toevoeging voor 'jij'.

Daarnaast vervalt bij Duitse werkwoorden op -s, -ß, -x of -z het -s in de 'du'-vorm, dat is een verschil met het Nederlands waar dit niet voorkomt.

Handige woorden en zinnen:
Ich kaufe – Ik koop
Du arbeitest – Jij werkt
Er heißt – Hij heet

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Sophie Schmidt

Internationaal administratief management

Würzburger Dolmetscherschule

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

maandag, 14/07/2025 21:43