Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Leer de basis van Duitse persoonlijke voornaamwoorden in het nominatief, inclusief het onderscheid tussen informele en formele aanspreekvormen zoals 'du' en 'Sie'. Deze les behandelt zowel enkelvoud als meervoud en biedt praktische voorbeelden voor beginnende Duitsers op niveau A1.
  1. De aanspreekvorm "Du" wordt in informele situaties gebruikt.
Singular (Enkelvoud)Plural (Meervoud)
Ich (Ik)Wir (Wij)
Du (Jij)Ihr (Jullie)
Er / Sie / Es (Hij / Zij / Het)Sie (Zij)

Uitzonderingen!

  1. „Sie“ wordt als beleefde aanspreekvorm gebruikt voor een of meerdere personen in formele situaties en wordt in de zin altijd met een hoofdletter geschreven.

Oefening 1: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. ___ heiße Anna, und du?

(___ heet Anna, en jij?)

2. ___ sind Kollegen aus Berlin.

(___ zijn collega’s uit Berlijn.)

3. ___ ist das dein Computer? Ja, er ist meiner.

(___ is dat jouw computer? Ja, hij is de mijne.)

4. ___ sind freundlich und sehr hilfsbereit.

(___ zijn vriendelijk en zeer behulpzaam.)

5. ___ hast eine Frage? Ich höre zu.

(___ hebt een vraag? Ik luister.)

6. Wo ist ___ Büro? Es ist im zweiten Stock.

(Waar is ___ kantoor? Het is op de tweede verdieping.)

Persoonlijke voornaamwoorden in het Duits

Deze les behandelt de basis van persoonlijke voornaamwoorden in het Duits, gericht op niveau A1. Persoonlijke voornaamwoorden vervangen het onderwerp van een zin en geven informatie over persoon, aantal en geslacht. Het leren gebruiken van deze voornaamwoorden is essentieel voor het vormen van correcte en natuurlijke zinnen in het Duits.

Tabel met persoonlijke voornaamwoorden

De persoonlijke voornaamwoorden in het nominatief zijn als volgt verdeeld:

  • Enkelvoud: Ich (ik), Du (jij), Er/Sie/Es (hij/zij/het)
  • Meervoud: Wir (wij), Ihr (jullie), Sie (zij)

Let op het onderscheid tussen Du en Sie: Du wordt gebruikt in informele situaties, zoals onder vrienden en familie, terwijl Sie formeel is en altijd met een hoofdletter wordt geschreven wanneer het als beleefde aanspreekvorm wordt gebruikt, zowel in enkelvoud als meervoud.

Voorbeelden en context

Enkele voorbeeldzinnen uit de les zijn:
Ich heiße Anna, und du?
Wir sind Kollegen aus Berlin.
Sie sind freundlich und sehr hilfsbereit.

Verschillen tussen Duits en Nederlands

In het Duits onderscheiden persoonlijke voornaamwoorden duidelijk formele en informele aanspreekvormen met Du en Sie. In het Nederlands gebruiken we ook formele en informele vormen, zoals jij en u, maar het gebruik is minder strikt. Verder vervangt het Duitse persoonlijke voornaamwoord Sie (formeel) ook het meervoud, terwijl in het Nederlands u enkelvoud is en er aparte woorden zijn voor meervoud.

Praktische woordenschat:

  • Ich - ik
  • Du - jij (informeel)
  • Sie - u (formeel)
  • Wir - wij
  • Ihr - jullie
  • Sie - zij (meervoud)

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Sophie Schmidt

Internationaal administratief management

Würzburger Dolmetscherschule

University_Logo

Laatst bijgewerkt:

dinsdag, 15/07/2025 05:24