Tandheelkunde.12: Fixed prosthesis: crown, bridge, onlay and veneer

vaste prothese: kroon, brug, onlay en fineer

Leer de woorden en uitdrukkingen rondom vaste protheses zoals kroon, brug, onlay en veneer. Oefen hoe je materialen bespreekt en procedures uitlegt in duidelijke gesprekken voor tandartsen en patiënten.

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. De tandarts legt uit hoe de kroon op de afgeslepen tand wordt _____.


2. Ik noteer altijd de details van de keramische brug voor het _____.


3. Wij controleren regelmatig de staat van de metalen onlay om problemen te _____.


4. De assistent ____ de materialen voor de veneer zorgvuldig voor.


Oefening 3: Een nieuwe kroon voor mijn werkdag

Instructie:

Vandaag (Gaan - Tegenwoordige tijd) de tandarts mij uitleggen hoe een vaste brug werkt. Ik (Hebben - Tegenwoordige tijd) een afspraak gemaakt omdat mijn tand pijn doet. Eerst (Controleren - Tegenwoordige tijd) de tandarts mijn gebit zorgvuldig. Daarna (Vertellen - Tegenwoordige tijd) hij welke materialen hij gebruikt, zoals keramiek of metaal. Ik (Moeten - Tegenwoordige tijd) nog een keer terugkomen om de kroon te laten plaatsen. Daarna zal ik beter kunnen kauwen en spreken, zegt hij geruststellend.


Vandaag gaat de tandarts mij uitleggen hoe een vaste brug werkt. Ik heb een afspraak gemaakt omdat mijn tand pijn doet. Eerst controleert de tandarts mijn gebit zorgvuldig. Daarna vertelt hij welke materialen hij gebruikt, zoals keramiek of metaal. Ik moet nog een keer terugkomen om de kroon te laten plaatsen. Daarna zal ik beter kunnen kauwen en spreken, zegt hij geruststellend.

Werkwoordschema's

Gaan - Gaan

Tegenwoordige tijd

  • ik ga
  • jij gaat
  • hij/zij/het gaat
  • wij gaan
  • jullie gaan
  • zij gaan

Hebben - Hebben

Tegenwoordige tijd

  • ik heb
  • jij hebt
  • hij/zij/het heeft
  • wij hebben
  • jullie hebben
  • zij hebben

Controleren - Controleren

Tegenwoordige tijd

  • ik controleer
  • jij controleert
  • hij/zij/het controleert
  • wij controleren
  • jullie controleren
  • zij controleren

Vertellen - Vertellen

Tegenwoordige tijd

  • ik vertel
  • jij vertelt
  • hij/zij/het vertelt
  • wij vertellen
  • jullie vertellen
  • zij vertellen

Moeten - Moeten

Tegenwoordige tijd

  • ik moet
  • jij moet
  • hij/zij/het moet
  • wij moeten
  • jullie moeten
  • zij moeten

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Overzicht van de les: Vaste protheses: kroon, brug, onlay en veneer

Deze les behandelt vaste protheses binnen de tandheelkunde, zoals kronen, bruggen, onlays en veneers. Je leert hoe deze materialen worden besproken, welke materialen er beschikbaar zijn en wat belangrijk is bij het schrijven van duidelijke laboratoriumnotities. De les is gericht op het begrijpen van vaktaal en communicatiesituaties rondom deze vaste tandheelkundige oplossingen.

Wat leer je in deze les?

  • Begrip van procedures: De stappen die een tandarts neemt om een kroon te plaatsen, bijvoorbeeld het afdrukken en slijpen van de tand.
  • Materialen: Kennismaking met materialen zoals zirconia, metaal-keramiek en keramiek, en hun eigenschappen en toepassingen.
  • Communicatie: Hoe tandartsen en patiënten of collega’s over deze protheses spreken, en hoe je duidelijke notities opstelt voor het tandtechnisch laboratorium.

Belangrijke woorden en uitdrukkingen

  • Kroon – het beschermende omhulsel voor een beschadigde tand.
  • Brug – een vaste prothese die ontbrekende tanden vervangt.
  • Onlay – een gedeeltelijke kroon die een tand bedekt.
  • Veneer – een dunne laag keramiek voor het verbeteren van het uiterlijk van tanden.
  • Zirconia en metaal-keramiek – materialen gebruikt voor stevige en esthetische protheses.
  • Afdruk maken – het proces van het nemen van een mal van tanden voor productie.
  • Pasvorm controleren – zorgen dat de prothese goed zit.

Tips voor het toepassen van de les

Let op het gebruik van specifieke vaktermen in gesprekken. Bijvoorbeeld, als je de procedure uitlegt aan een patiënt, gebruik dan eenvoudige zinnen zoals: "We maken eerst een afdruk van uw tand" of "De kroon wordt geplaatst met speciaal cement". Bij het communiceren met een laboratorium is het belangrijk om duidelijk te zijn over materialen en kleuren, bijvoorbeeld "de brug moet van metaal-keramiek zijn, met een natuurlijke kleur".

Verschillen tussen instructietaal en het Nederlands in deze context

In deze les is zowel de instructietaal als de leerdoeltaal Nederlands. Daarom ligt de focus op begrijpend lezen en toepassen van praktische vaktaal in het Nederlands, zonder vertalingen. Dit betekent dat je de betekenis van woorden als kroon, brug en veneer direct leert begrijpen en gebruiken, zodat je natuurlijke en correcte communicatie kunt voeren.

Enkele nuttige uitdrukkingen die je terugvindt in het gesprek zijn:

  • "De kroon wordt geplaatst." – belangrijk voor beschrijven van handelingen.
  • "We maken een afdruk." – essentieel vakterm bij tandprotheses.
  • "Materialen voorbereiden." – geeft aan wat er achter de schermen gebeurt in de tandartspraktijk.

Deze les helpt je ook bij het maken van correcte zinnen, bijvoorbeeld de juiste vervoeging van werkwoorden bij het beschrijven van procedures. Bijvoorbeeld: "De tandarts legt uit hoe de kroon op de afgeslepen tand wordt geplaatst."

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏