In deze les oefen je het eerste tandartsbezoek met woorden als röntgenfoto, mondonderzoek, spiegel en sonde. Je leert hoe je een gesprek voert over controle, uitleg en het maken van foto's.
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gespreksoefening
Instructie:
- Simuleer het welkom in de wachtruimte. Stel jezelf voor, stel de patiënt gerust met een korte zin en begeleid hen naar de behandelkamer. (Simuleer het welkom in de wachtruimte. Stel jezelf voor, stel de patiënt gerust met een korte zin en begeleid hen naar de behandelkamer.)
- Beschrijf uw klinisch protocol voor het afhandelen van een eerste afspraak. (Beschrijf uw klinische protocol voor het beheren van een eerste bezoek.)
- Begeleid de patiënt naar de receptie voor de uitleg van het behandelplan/de kostenraming en de bevestiging van de volgende afspraak. (Begeleid de patiënt naar de receptie voor de uitleg van het behandelplan/de kostenraming en de bevestiging van de volgende afspraak.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Javier? Hallo, ik ben Dr. Isabelle; volg mij alstublieft. |
U kunt uw spullen hier achterlaten en gaan zitten in de tandartsstoel. |
Vertel me, wat brengt je hier vandaag? |
Heeft u allergieën of een bepaalde systemische aandoening? |
Verwijder uw piercing en metalen ketting voor de panoramische röntgenfoto. |
Bij de receptie zullen ze de kostenraming aan u uitleggen en uw volgende afspraak geven. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik ___ de presentatie met een korte introductie.
2. Vervolgens ___ ik de eerste röntgenfoto’s.
3. Daarna ___ ik met de spiegel en sonde de mond van de patiënt.
4. Ik ___ de patiënt uit wat ik ga doen tijdens het consult.
Oefening 4: Eerste tandartsbezoek
Instructie:
Werkwoordschema's
Komen - Komen
Tegenwoordige tijd
- ik kom
- jij komt
- hij/zij/het komt
- wij komen
- jullie komen
- zij komen
Verwachten - Verwachten
Tegenwoordige tijd
- ik verwacht
- jij verwacht
- hij/zij/het verwacht
- wij verwachten
- jullie verwachten
- zij verwachten
Vragen - Vragen
Tegenwoordige tijd
- ik vraag
- jij vraagt
- hij/zij/het vraagt
- wij vragen
- jullie vragen
- zij vragen
Roepen - Roepen
Tegenwoordige tijd
- ik roep
- jij roept
- hij/zij/het roept
- wij roepen
- jullie roepen
- zij roepen
Zullen - Zullen
Tegenwoordige tijd
- ik zal
- jij zult
- hij/zij/het zal
- wij zullen
- jullie zullen
- zij zullen
Gaan - Gaan
Tegenwoordige tijd
- ik ga
- jij gaat
- hij/zij/het gaat
- wij gaan
- jullie gaan
- zij gaan
Leggen - Leggen
Tegenwoordige tijd
- ik leg
- jij legt
- hij/zij/het legt
- wij leggen
- jullie leggen
- zij leggen
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Eerste tandartsbezoek - Lesoverzicht
In deze les bereiden we je voor op een typisch gesprek en situaties tijdens je eerste bezoek aan de tandarts. Je leert hoe je jezelf introduceert, begrijpt wat er bij röntgenfoto's gebeurt en oefent woordenschat rond het mondonderzoek met instrumenten.
Wat je leert
- Begroetingen en introducties: leer hoe een tandarts zich voorstelt en uitlegt wat er tijdens het eerste bezoek gaat gebeuren.
- Röntgenfoto's maken: begrijp waarom röntgenfoto's nodig zijn en hoe deze worden gemaakt zonder pijn.
- Mondonderzoek: ontdek hoe de tandarts met spiegel, sonde en pincet je mond controleert en uitleg geeft.
- Belangrijke werkwoorden in tegenwoordige tijd die vaak voorkomen in een medische context, zoals beginnen, nemen, onderzoeken en uitleggen.
Voorbeeldzinnen en nuttige uitdrukkingen
Tijdens het gesprek bij de tandarts hoor je en gebruik je zinnen zoals:
- "Goedemorgen, welkom in onze tandartspraktijk."
- "Ik ben dokter Jansen. Vandaag doen we eerst een korte controle en maken we röntgenfoto's."
- "Nu maken we röntgenfoto's van uw tanden. Dat voelt u niet."
- "Ik ga nu uw mond onderzoeken met deze spiegel en sonde."
- "Ik leg uit wat ik ga doen tijdens het consult."
Woorden en uitdrukkingen om te onthouden
- de röntgenfoto - een foto van binnen in de mond gemaakt met speciale straling.
- het mondonderzoek - het bekijken van tanden en tandvlees.
- de spiegel, sonde, pincet - instrumenten die de tandarts gebruikt voor onderzoek.
- de controle - een medische check-up.
Werkwoordsvervoegingen
Let op de vervoegingen van belangrijke regelmatige en onregelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Bijvoorbeeld:
- ik begin / jij begint / hij begint
- ik neem / jij neemt / wij nemen
- ik onderzoek / hij onderzoekt
- ik leg uit / zij legt uit
Context en gebruik
Deze les is bedoeld voor niveau A2, geschikt voor volwassenen die hun praktische communicatievaardigheden willen verbeteren. Het materiaal helpt je om zelfverzekerd een gesprek bij de tandarts te voeren en praktische woordenschat op te bouwen die je in echte situaties kunt gebruiken.
Specifieke aandacht voor verschillen en gelijkenissen in het Nederlands
Omdat je Nederlands leert als instructietaal en het ook je leertaal is, is er geen vertaling naar een andere taal nodig. Een aantal uitdrukkingen en woorden zijn specifiek voor de medische of tandheelkundige context, zoals "röntgenfoto's maken" en "mondonderzoek met de sonde". Het is nuttig om te begrijpen dat sommige termen in het dagelijks Nederlands zelden voorkomen buiten deze context.
Enkele handige zinnen die je vaak zult horen of gebruiken bij de tandarts:
- "Ik maak een röntgenfoto." – techniek om een foto van tanden te maken.
- "Doet dat pijn?" – een veelgestelde vraag om comfort te peilen.
- "Ik leg uit wat ik ga doen." – duidelijkheid geven tijdens het consult.
Met deze kennis en woordenschat ben je goed voorbereid op het eerste tandartsbezoek en begrijp je beter wat de tandarts zegt, zodat je actief kunt deelnemen aan het gesprek.