In deze les leer je nuttige uitdrukkingen voor tandartsnoodgevallen, zoals een spoedafspraak maken, symptomen van een tandabces beschrijven en een gebroken tand behandelen. Belangrijke woorden zijn kies (molar), zwelling (swelling) en pijn (pain).
Exercises Share Copied!
These exercises can be done together during conversation lessons or as homework.
Exercise 1: Dialogue Cards
Instruction: Select a situation and practice the conversation with your teacher or fellow students.
Exercise 2: Multiple Choice
Instruction: Choose the correct solution
1. Wanneer u tandpijn ____, moet u onmiddellijk de kliniek bellen.
(When you ____ toothache, you must immediately call the clinic.)2. De tandarts ____ de ontsteking grondig en maakt een röntgenfoto.
(The dentist ____ the inflammation thoroughly and takes an X-ray.)3. Na de extractie ____ u instructies om de wond schoon te houden.
(After the extraction, you ____ instructions to keep the wound clean.)4. U ____ elke dag goed poetsen om infecties te voorkomen.
(You ____ brush well every day to prevent infections.)Exercise 3: A dental emergency in the clinic
Instruction:
Verb Tables
Bellen - To call
Tegenwoordige tijd
- Ik bel
- Jij belt
- Hij/Zij/Het belt
- Wij bellen
- Jullie bellen
- Zij bellen
Hebben - To have
Tegenwoordige tijd
- Ik heb
- Jij hebt
- Hij/Zij/Het heeft
- Wij hebben
- Jullie hebben
- Zij hebben
Vragen - To ask
Verleden tijd
- Ik vroeg
- Jij vroeg
- Hij/Zij/Het vroeg
- Wij vroegen
- Jullie vroegen
- Zij vroegen
Zijn - To be
Tegenwoordige tijd
- Ik ben
- Jij bent
- Hij/Zij/Het is
- Wij zijn
- Jullie zijn
- Zij zijn
Vertellen - To say
Tegenwoordige tijd
- Ik vertel
- Jij vertelt
- Hij/Zij/Het vertelt
- Wij vertellen
- Jullie vertellen
- Zij vertellen
Bekijken - To examine
Tegenwoordige tijd
- Ik bekijk
- Jij bekijkt
- Hij/Zij/Het bekijkt
- Wij bekijken
- Jullie bekijken
- Zij bekijken
Krijgen - To receive
Tegenwoordige tijd
- Ik krijg
- Jij krijgt
- Hij/Zij/Het krijgt
- Wij krijgen
- Jullie krijgen
- Zij krijgen
Moeten - To must
Tegenwoordige tijd
- Ik moet
- Jij moet
- Hij/Zij/Het moet
- Wij moeten
- Jullie moeten
- Zij moeten
Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!
Do you want to practice Dutch today? That is possible! Just contact one of our teachers today.
Lesson Overview: Dental Clinic Emergencies
This lesson focuses on essential language skills for dealing with urgent situations at the dental clinic in Dutch. It is designed for A2 level learners and helps you communicate clearly when you have dental problems that need immediate attention. You will practice describing symptoms, making emergency appointments, understanding diagnoses, and discussing treatment options.
Key Topics Covered
- Making an Emergency Appointment: Learn how to explain dental issues promptly and schedule urgent visits. Example expressions include: "Ik heb een probleem met mijn kies" (I have a problem with my molar) and "Ik maak direct een spoedafspraak voor u" (I’ll make an emergency appointment for you right away).
- Diagnosing a Dental Abscess: Understand how to describe symptoms like pain, swelling, fever, and taste changes. Important phrases include: "Mijn wang is opgezet" (My cheek is swollen) and the diagnosis phrase "Dat klinkt als een tandabces" (That sounds like a dental abscess).
- Treatment of a Broken Tooth: Communicate about accidents involving broken teeth and learn how the dentist explains the treatment plan. Useful sentences are: "Mijn voortand is gebroken" (My front tooth is broken) and "We kunnen de tand repareren met een vulling of een kroon" (We can repair the tooth with a filling or a crown).
Verb Usage and Conjugation Practice
The lesson also includes exercises focusing on important verbs related to dental emergencies. You will practice present tense conjugations such as:
- voelen (to feel): voelt
- onderzoeken (to examine): onderzoekt
- krijgen (to receive): krijgt
- moeten (must/have to): moet
Differences Between English and Dutch in Medical Context
In Dutch, polite and formal language is common in medical settings, often using the formal "u" form. The verb conjugations change accordingly, for example, "U moet" (You must) uses the third person singular form. Compared to English, where "you must" remains the same for formal and informal use, Dutch clearly marks formality in speech and writing.
Some useful Dutch phrases with English equivalents for emergencies include:
- "Spoedafspraak maken" – make an emergency appointment
- "Tandabces" – dental abscess
- "Wond schoonhouden" – keep the wound clean
- "Extractie" – extraction
- "Röntgenfoto" – X-ray
This lesson provides the necessary vocabulary and expressions to effectively communicate during urgent dental visits, helping you be more confident in real-life medical interactions.
These lessons would not be possible without our amazing partners🙏
