Odontoiatria.7: Conservative Dentistry

Conservatieve tandheelkunde

In questa lezione di olandese A2, impari vocaboli pratici come 'tandbederf' (carie), 'gaatje' (buco), 'vulling' (otturazione) e espressioni per discutere con il dentista. Scopri come chiedere spiegazioni su carie e trattamento in modo semplice e naturale.

Esercizi

Questi esercizi possono essere fatti insieme durante le lezioni di conversazione o come compiti a casa.

Oefening 1: Esercizio di conversazione

Instructie:

  1. Noem en beschrijf de stappen van een composietrestauratie voor deze laesie. (Elenca e descrivi i passaggi per una otturazione in composito per questa lesione.)
  2. Noem de instrumenten en materialen die bij elke stap worden gebruikt. (Nomina gli strumenti e i materiali usati in ogni fase.)

Linee guida per l'insegnamento +/- 10 minuti

Esempi di frasi:

We brengen anesthesie toe, daarna kiezen we de tint van het composiet.

Somministriamo l'anestesia, quindi scegliamo la tonalità del composito.

Ik plaats wattenrolletjes en gebruik afzuiging om het vocht te beheersen.

Posiziono i rotoli di cotone e uso l'aspirazione per controllare l'umidità.

Om het aangetaste dentine schoon te maken, gebruik ik het contra-angle handstuk met een ronde boor.

Per pulire la dentina decomposta, uso una turbina contrangolo con una fresa tonda.

U zult een trilling voelen, geen pijn; laat het me weten als het u stoort.

Sentirà una vibrazione, non dolore; mi faccia sapere se la disturba.

Deze blauwe spuit is slechts een zuurgel; het prikt niet en het doet geen pijn.

Questa siringa blu è solo un gel di acido; non brucia e non fa male.

Voelt u de restauratie iets te hoog aan? We gaan het polijsten met een rugbyvormige polijstboor en articulatiepapier.

Senti il restauro un po' alto? Lo andremo a lucidare con una fresa a forma di rugby e carta articolatrice.

...

Esercizio 2: Carte di dialogo

Istruzione: Seleziona una situazione e pratica la conversazione con il tuo insegnante o con i compagni di classe.

Esercizio 3: Scelta multipla

Istruzione: Scegli la soluzione corretta

1. De tandarts _____ eerst of er gaatjes in uw tanden zitten.

(Il dentista _____ prima se ci sono carie nei tuoi denti.)

2. Als er een gaatje is, _____ hij uit wat de volgende stap is.

(Se c'è una carie, _____ lui spiega qual è il passo successivo.)

3. Vervolgens _____ de tandarts het gaatje schoon voordat hij het vult.

(Successivamente _____ il dentista la carie prima di riempirla.)

4. Hij _____ het gaatje met een speciaal materiaal om de tand te herstellen.

(Lui _____ la carie con un materiale speciale per riparare il dente.)

Esercizio 4: Conservativa Odontoiatria: La prima visita

Istruzione:

Ik (Hebben - VTT) een afspraak bij de tandarts gemaakt omdat ik soms pijn aan mijn tanden (Voelen - OTT) . De tandarts (Bekijken - OTT) mijn mond en (Uitleggen - OTT) wat er met mijn kiezen aan de hand is. Er zit een gaatje dat moet worden gevuld. Eerst (Reinigen - OTT) hij het tandoppervlak en daarna (Vullen - OTT) hij het gaatje met een speciaal materiaal. Ik (Vragen - OTT) hoe ik gaatjes kan voorkomen. De tandarts (Raden - OTT) aan om dagelijks goed te poetsen en minder suiker te eten.


Ho preso un appuntamento con il dentista perché a volte sento dolore ai denti. Il dentista esamina la mia bocca e spiega cosa c'è che non va con i miei molari. C'è una carie che deve essere riempita. Prima pulisce la superficie del dente e poi riempie la carie con un materiale speciale. Chiedo come posso prevenire le carie. Il dentista consiglia di lavarsi i denti bene ogni giorno e di mangiare meno zucchero.

Tabelle dei verbi

Hebben - Hebben

VTT

  • ik heb
  • jij hebt
  • hij/zij/het heeft
  • wij hebben
  • jullie hebben
  • zij hebben

Voelen - Voelen

OTT

  • ik voel
  • jij voelt
  • hij/zij/het voelt
  • wij voelen
  • jullie voelen
  • zij voelen

Bekijken - Bekijken

OTT

  • ik bekijk
  • jij bekijkt
  • hij/zij/het bekijkt
  • wij bekijken
  • jullie bekijken
  • zij bekijken

Uitleggen - Uitleggen

OTT

  • ik leg uit
  • jij legt uit
  • hij/zij/het legt uit
  • wij leggen uit
  • jullie leggen uit
  • zij leggen uit

Reinigen - Reinigen

OTT

  • ik reinig
  • jij reinigt
  • hij/zij/het reinigt
  • wij reinigen
  • jullie reinigen
  • zij reinigen

Vullen - Vullen

OTT

  • ik vul
  • jij vult
  • hij/zij/het vult
  • wij vullen
  • jullie vullen
  • zij vullen

Vragen - Vragen

OTT

  • ik vraag
  • jij vraagt
  • hij/zij/het vraagt
  • wij vragen
  • jullie vragen
  • zij vragen

Raden - Raden

OTT

  • ik raad
  • jij raadt
  • hij/zij/het raadt
  • wij raden
  • jullie raden
  • zij raden

Non vedi progressi quando studi da solo? Studia questo materiale con un insegnante certificato!

Vuoi esercitarti in olandese oggi? È possibile! Contatta uno dei nostri insegnanti oggi stesso.

Iscriviti ora!

Conservatieve Tandheelkunde: een overzicht van de les

Deze les behandelt het onderwerp conservatieve tandheelkunde, gericht op het begrijpen van tandbederf, diagnose, en het vullen van gaatjes. Het niveau is A2, wat betekent dat het geschikt is voor leerlingen die basiskennis van de Nederlandse taal hebben en eenvoudige, alledaagse gesprekken kunnen voeren.

Wat leer je in deze les?

  • Gesprekken over tandbederf: Hoe tandbederf ontstaat, de rol van bacteriën en zuren en het belang van mondhygiëne.
  • Diagnose van tandbederf: Hoe een tandarts een controle uitvoert, tekenen van gaatjes opmerkt en röntgenfoto's gebruikt voor onderzoek.
  • Uitleg over het vullen van gaatjes: Het proces van reinigen, voorbereiden en vullen van de tand, en het gebruik van verdoving.
  • Werkwoordvervoegingen: Belangrijke regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd (OTT) worden geoefend zoals controleert, legt uit, maakt en vult.
  • Korte verhalende tekst: Een praktisch verhaal over een tandartsbezoek met belangrijke werkwoorden in context.

Belangrijke woorden en uitdrukkingen in het Nederlands

  • tandbederf – carie, het proces waarbij tanden beschadigd raken door zuren.
  • gaatje – klein holletje in een tand door bederf.
  • tandglazuur – het harde, beschermende oppervlak van de tand.
  • vulling – materiaal waarmee een gaatje in een tand wordt dichtgemaakt.
  • röntgenfoto – een foto van de tanden om te zien wat er binnenin gebeurt.
  • verdoven – het pijnvrij maken van het gebied voor behandeling.
  • poetsen – het schoonmaken van tanden met een tandenborstel.

Verschillen tussen Italiaans en Nederlands in deze context

In het Nederlands is het woord tand mannelijk/mannelijk en vrouwelijk meervoud (de tanden), terwijl in het Italiaans dente mannelijk enkelvoud is en denti meervoud. Het Nederlands gebruikt ook samenstellingen zoals tandbederf (letterlijk: tand + bederf), een typisch kenmerk van de taal, terwijl het Italiaans vaak aparte woorden of uitdrukkingen gebruikt, bijvoorbeeld carie dentale.

Belangrijke uitdrukkingen:
Hoe ontstaat tandbederf? = Come si forma la carie?
Ik maak me zorgen over mijn slechte adem. = Sono preoccupato per il mio alito cattivo.
We verwijderen het beschadigde deel. = Rimuoviamo la parte danneggiata.
Na het vullen kunt u weer normaal eten. = Dopo la otturazione, può mangiare normalmente.

Queste lezioni non sarebbero possibili senza i nostri straordinari partner🙏