Zahnmedizin.21: Communicate with a specialist colleague

Communiceer met een gespecialiseerde collega

Lerne, wie man een professionele brief schrijft en telefonisch communiceert met een specialist over pati5ntverwijzingen. Belangrijke woorden zijn bijvoorbeeld schrijven, pati5nt, verwijzen, en onderzoek.

Übungen

Diese Übungen können während Konversationsstunden oder als Hausaufgaben gemacht werden.

Übung 1: Dialogkarten

Anleitung: Wähle eine Situation aus und übe das Gespräch mit deinem Lehrer oder deinen Mitschülern.

Übung 2: Mehrfachauswahl

Anleitung: Wählen Sie die richtige Lösung

1. Ik ____ een brief om de patiëntgeschiedenis duidelijk te maken.

(Ich ____ einen Brief, um die Patientengeschichte klar zu machen.)

2. De specialist ____ het probleem nadat ik het telefonisch heb uitgelegd.

(Der Spezialist ____ das Problem, nachdem ich es telefonisch erklärt habe.)

3. We ____ de diagnose tijdens het overleg met mijn collega.

(Wir ____ die Diagnose während der Besprechung mit meinem Kollegen.)

4. Ik ____ een recept voor de patiënt zodat hij de juiste medicatie krijgt.

(Ich ____ ein Rezept für den Patienten, damit er die richtige Medikation bekommt.)

Übung 3: Kommunikation mit einem Fachkollegen

Anleitung:

Deze week (Schrijven - OVT) ik een brief aan een specialist collega om een patiënt door te verwijzen. De patiënt (Hebben - OTT) last van aanhoudende tandpijn. Ik (Beschrijven - OTT) kort de medische voorgeschiedenis en de diagnose in de brief. Mijn collega (Controleren - OTT) altijd even of alle informatie duidelijk is. Daarna (Sturen - OTT) ik de brief per e-mail naar het specialistisch centrum.


Diese Woche schrieb ich einen Brief an einen Fachkollegen, um einen Patienten zu überweisen. Der Patient hat anhaltende Zahnschmerzen. Ich beschreibe kurz die medizinische Vorgeschichte und die Diagnose im Brief. Mein Kollege prüft immer, ob alle Informationen klar sind. Danach sende ich den Brief per E-Mail an das Fachzentrum.

Verbtabellen

Schrijven - Schreiben

OVT

  • ik schreef
  • jij schreef
  • hij/zij schreef
  • wij schreven
  • jullie schreven
  • zij schreven

Hebben - Haben

OTT

  • ik heb
  • jij hebt
  • hij/zij heeft
  • wij hebben
  • jullie hebben
  • zij hebben

Beschrijven - Beschreiben

OTT

  • ik beschrijf
  • jij beschrijft
  • hij/zij beschrijft
  • wij beschrijven
  • jullie beschrijven
  • zij beschrijven

Controleren - Prüfen

OTT

  • ik controleer
  • jij controleert
  • hij/zij controleert
  • wij controleren
  • jullie controleren
  • zij controleren

Sturen - Senden

OTT

  • ik stuur
  • jij stuurt
  • hij/zij stuurt
  • wij sturen
  • jullie sturen
  • zij sturen

Sie sehen keinen Fortschritt beim selbstständigen Lernen? Lernen Sie dieses Material mit einem zertifizierten Lehrer!

Möchten Sie heute Niederländisch üben? Das ist möglich! Kontaktieren Sie einfach noch heute einen unserer Lehrer.

Jetzt anmelden!

Kommunikation mit einer Fachkollegin oder einem Fachkollegen

In dieser Lektion lernst du, wie du auf Niederländisch professionell mit einer Spezialistin oder einem Spezialisten kommunizierst. Der Schwerpunkt liegt auf dem Verfassen von Briefen, dem Austausch von Patientenhistorien und dem telefonischen Gespräch zwischen medizinischen Fachkräften.

Inhalt der Lektion

  • Brief schreiben an Spezialistinnen und Spezialisten: Du übst, wie man eine professionelle Patientenverweisung formuliert und wichtige Informationen klar darstellt.
  • Patientengeschichte besprechen: Du lernst, wie du die Krankengeschichte zusammenfassen und den Grund der Überweisung erklären kannst.
  • Telefonische Beratung: Übungen zum kurzen, präzisen Austausch von Patientendaten und Diagnosen am Telefon.
  • Verbkonjugationen: Fokus auf wichtige Verben wie schrijven (schreiben), begrijpen (verstehen), bespreken (besprechen) und sturen (senden), jeweils in passenden Zeiten und Formen.

Wichtige Wörter und Ausdrücke

  • de patiebnt – der Patient/die Patientin
  • de verwijzing – die Überweisung
  • de specialist – der Spezialist/die Spezialistin
  • de diagnose – die Diagnose
  • het onderzoek – die Untersuchung
  • de bevindingen – die Befunde
  • het consult – das Beratungsgespräch
  • telefonisch overleg – telefonische Beratung

Besonderheiten im Vergleich zum Deutschen

Im Niederländischen ist die Wortstellung in bestimmten Satzarten flexibel, aber in professionellen Briefen und Gesprächen wird meist eine klare, formelle Struktur bevorzugt. Anders als im Deutschen werden zum Beispiel Begrüßungsformeln wie Beste collega, oder Geachte specialist, häufig verwendet, die dem deutschen Sehr geehrte/r... entsprechen. Auch die Höflichkeitsform ist im Niederländischen weniger ausgeprägt, es gibt kein formelles "Sie" wie im Deutschen, sondern meist das u.

Typische Phrasen sind etwa:

  • Ik wil u graag informeren over... – Ich möchte Sie gerne über ... informieren.
  • Kunt u mij na het onderzoek de bevindingen doorsturen? – Können Sie mir nach der Untersuchung die Befunde zusenden?
  • Ik verzoek u om een consult en verdere behandeling. – Ich bitte Sie um eine Beratung und weitere Behandlung.
  • Het gaat over een patiebnt met... – Es geht um einen Patienten mit...

Verbkonjugationen

Wichtige Verben in dieser Lektion:

  • Schrijven (schreiben): ik schrijf, jij schrijft, hij/zij schrijft, wij schrijven, jullie schrijven, zij schrijven
  • Begrijpen (verstehen): ik begrijp, jij begrijpt, hij/zij begrijpt, wij begrijpen, jullie begrijpen, zij begrijpen
  • Bespreken (besprechen): ik bespreek, jij bespreekt, hij/zij bespreekt, wij bespreken, jullie bespreken, zij bespreken
  • Sturen (senden): ik stuur, jij stuurt, hij/zij stuurt, wij sturen, jullie sturen, zij sturen

Diese Lektionen wären ohne unsere großartigen Partner nicht möglich🙏