Oefening 1: Woordbingo
Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.
Woord | Vertaling |
---|---|
Je vous mets une petite protection | Ik zet een klein beschermstukje voor u |
Est-ce une douleur que vous avez depuis longtemps ? | Is het een pijn die u al lang heeft? |
C'est une douleur de quel type ? | Wat voor soort pijn is het? |
Nous allons regarder votre bouche | We gaan in uw mond kijken |
Un miroir | Een spiegel |
Une sonde | Een sonde |
Nous allons commencer à soigner votre dent | We gaan beginnen met het behandelen van uw tand |
Une turbine | Een turbine |
Un aspirateur | Een zuiger |
Oefening 2: Dialoog
Instructie: 1. Lees de dialoog in tweetallen. 2. Memoriseer de zinnen door de vertaling af te dekken. 3. Dek de regels van één spreker af, geef alternatieve antwoorden met je leraar en schrijf ze op.
Une conversation entre un dentiste et un patient qui vient pour la première fois à la clinique.
1. | Le patient: | Bonjour, bienvenue à la clinique. C'est votre première visite ? | (Hallo, welkom in de kliniek. Is dit uw eerste bezoek?) |
2. | Le dentiste: | Oui, docteur, je suis un peu stressé, je n'aime pas beaucoup le dentiste. | (Ja, dokter, ik ben een beetje gestrest, ik houd niet zo van de tandarts.) |
3. | Le patient: | Avez-vous rempli le questionnaire médical ? | (Heeft u de medische vragenlijst ingevuld?) |
4. | Le dentiste: | Oui, je l'ai fait tout à l'heure dans la salle d'attente. | (Ja, ik heb het net gedaan in de wachtkamer.) |
5. | Le patient: | Très bien, nous allons faire un examen de votre bouche avec un miroir, une sonde et des pinces. | (Heel goed, we gaan uw mond onderzoeken met een spiegel, een sonde en een pincet.) |
6. | Le dentiste: | Est-ce que ça va faire mal ? | (Gaat dat pijn doen?) |
7. | Le patient: | Non, pas du tout, je vais juste regarder votre bouche, puis je vous expliquerai ce que je vois. | (Nee, helemaal niet, ik ga alleen even in uw mond kijken, daarna leg ik u uit wat ik zie.) |
8. | Le dentiste: | D'accord. | (Goed.) |
9. | Le patient: | Ensuite, nous préparerons un plan de soin et l'assistante vous expliquera le coût. | (Vervolgens maken we een behandelplan en de assistente zal de kosten aan u uitleggen.) |
10. | Le dentiste: | Très bien. | (Heel goed.) |
11. | Le patient: | À la fin, nous fixerons le prochain rendez-vous. | (Aan het einde maken we de volgende afspraak.) |
Oefening 3: Vragen over de tekst
Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.
1. Quel est le sentiment du dentiste au début de la visite ?
(Wat is het gevoel van de tandarts aan het begin van het bezoek?)2. Qu'est-ce que le patient demande au dentiste à propos de la fiche ?
(Wat vraagt de patiënt aan de tandarts over het formulier?)3. Quels instruments seront utilisés pour l'examen clinique ?
(Welke instrumenten zullen worden gebruikt voor het klinisch onderzoek?)4. Que fera le patient après l'examen clinique ?
(Wat zal de patiënt doen na het klinisch onderzoek?)Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken
Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.
- Quels conseils donneriez-vous à un patient qui a peur du dentiste pour le rassurer avant l'examen ?
- Quels sont les outils mentionnés dans le dialogue pour l'examen clinique, et pourquoi sont-ils importants ?
- Comment expliqueriez-vous simplement à un patient ce qu'est un devis et pourquoi il est nécessaire ?
- Selon vous, quelles informations sont importantes à recueillir dans le questionnaire médical avant la première consultation ?