Deze les leert je Franse vocabulaire en zinnen voor noodgevallen bij de tandarts, zoals "douleur" (pijn), "dent cassée" (gebroken tand) en "fièvre" (koorts), zodat je symptomen kunt beschrijven en hulp kunt vragen.

Woordenschat (13)

 L’urgence dentaire: De tandheelkundige spoedgeval (French)

L’urgence dentaire

Show

De tandheelkundige spoedgeval Show

 L’anamnèse: De voorgeschiedenis (French)

L’anamnèse

Show

De voorgeschiedenis Show

 L’allergie: De allergie (French)

L’allergie

Show

De allergie Show

 L’abcès dentaire: De tandabces (French)

L’abcès dentaire

Show

De tandabces Show

 La lésion osseuse: De botlaesie (French)

La lésion osseuse

Show

De botlaesie Show

 La pathologie parodontale: de parodontale aandoening (French)

La pathologie parodontale

Show

De parodontale aandoening Show

 L’orthopantomographie: De orthopantomografie (French)

L’orthopantomographie

Show

De orthopantomografie Show

 Le diagnostic: de diagnose (French)

Le diagnostic

Show

De diagnose Show

 La posologie: De dosering (French)

La posologie

Show

De dosering Show

 Un analgésique: Een pijnstiller (French)

Un analgésique

Show

Een pijnstiller Show

 Prescrire un antibiotique: Een antibioticum voorschrijven (French)

Prescrire un antibiotique

Show

Een antibioticum voorschrijven Show

 Rédiger un courrier médical: Een medisch schrijven opstellen (French)

Rédiger un courrier médical

Show

Een medisch schrijven opstellen Show

 Le plan de traitement: Het behandelplan (French)

Le plan de traitement

Show

Het behandelplan Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Le patient ______ un abcès dentaire et il se plaint d'une douleur intense.

(De patiënt ______ een tandabces en klaagt over hevige pijn.)

2. Nous ______ une orthopantomographie pour confirmer le diagnostic.

(We ______ een orthopantomografie om de diagnose te bevestigen.)

3. Le dentiste ______ un antibiotique au patient pour traiter l'infection.

(De tandarts ______ de patiënt een antibioticum voor om de infectie te behandelen.)

4. Après l'extraction, vous ______ bien suivre les instructions postopératoires.

(Na de extractie moet u de postoperatieve instructies goed ______.)

Oefening 3: Een tandheelkundige spoedgeval op het werk

Instructie:

Ce matin, je (Ressentir - Présent) une douleur très forte à la dent. Je (Décider - Présent) d’appeler la clinique dentaire pour expliquer mon problème. Le secrétariat me dit qu’il (Envoyer - Présent) le dentiste immédiatement. Lorsque j’ (Arriver - Présent) à la clinique, le dentiste (Examiner - Présent) ma bouche et (Diagnostiquer - Présent) un abcès dentaire. Il (Prescrire - Présent) un antibiotique et me conseille de suivre la posologie attentivement. Avant de partir, je (Rédiger - Présent) un courrier médical pour mon employeur afin d’expliquer mon absence. Je sais que je (Devoir - Présent) aussi revenir dans une semaine pour un contrôle et un plan de traitement adapté.


Vanmorgen voel ik een heel sterke kiespijn. Ik besluit de tandheelkundige kliniek te bellen om mijn probleem uit te leggen. De receptie zegt dat ze de tandarts meteen sturen . Wanneer ik bij de kliniek kom , bekijkt de tandarts mijn mond en stelt een tandabces vast. Hij schrijft voor een antibioticum en raadt me aan de dosering nauwkeurig te volgen. Voor ik vertrek, stel ik een medische brief op voor mijn werkgever om mijn afwezigheid uit te leggen. Ik weet dat ik ook over een week terug moet komen voor een controle en een aangepast behandelplan.

Werkwoordschema's

Ressentir - Voelen

Présent

  • je ressens
  • tu ressens
  • il/elle ressent
  • nous ressentons
  • vous ressentez
  • ils/elles ressentent

Décider - Besluiten

Présent

  • je décide
  • tu décides
  • il/elle décide
  • nous décidons
  • vous décidez
  • ils/elles décident

Envoyer - Sturen

Présent

  • j’envoie
  • tu envoies
  • il/elle envoie
  • nous envoyons
  • vous envoyez
  • ils/elles envoient

Arriver - Komen

Présent

  • j’arrive
  • tu arrives
  • il/elle arrive
  • nous arrivons
  • vous arrivez
  • ils/elles arrivent

Examiner - Bekijken

Présent

  • j’examine
  • tu examines
  • il/elle examine
  • nous examinons
  • vous examinez
  • ils/elles examinent

Diagnostiquer - Stellen

Présent

  • je diagnostique
  • tu diagnostiques
  • il/elle diagnostique
  • nous diagnostiquons
  • vous diagnostiquez
  • ils/elles diagnostiquent

Prescrire - Voorschrijven

Présent

  • je prescris
  • tu prescris
  • il/elle prescrit
  • nous prescrivons
  • vous prescrivez
  • ils/elles prescrivent

Rédiger - Stellen

Présent

  • je rédige
  • tu rédiges
  • il/elle rédige
  • nous rédigeons
  • vous rédigez
  • ils/elles rédigent

Devoir - Moeten

Présent

  • je dois
  • tu dois
  • il/elle doit
  • nous devons
  • vous devez
  • ils/elles doivent

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Tandheelkundige noodsituaties - Lesoverzicht

In deze les richten we ons op het Franse vocabulaire en gesprekken die je kunt tegenkomen bij tandheelkundige noodsituaties. Het niveau is A2, geschikt voor hen die de basis van het Frans beheersen en willen leren hoe ze specifiek kunnen communiceren in een medische urgentiecontext, vooral bij tandproblemen.

Wat leer je in deze les?

  • Belangrijke uitdrukkingen voor het melden van plotselinge en acute tandpijn.
  • Hoe je symptomen beschrijft, zoals zwelling, koorts en bloedingen.
  • De interactie tussen patiënt en tandarts of receptie bij binnenkomst in een tandartspraktijk.
  • Praktische dialoogzinnen voor het plannen van onderzoeken zoals röntgenfoto's en het bespreken van behandelingen.

Belangrijke Franse woorden en uitdrukkingen

  • urgence dentaire – tandheelkundige spoedgeval
  • douleur aiguë – scherpe pijn
  • gonflement – zwelling
  • fièvre – koorts
  • dent cassée – gebroken tand
  • sang – bloed
  • radio – röntgenfoto
  • pansement temporaire – tijdelijk verband of vulling

Dialoogstructuren en communicatie

De dialogen bestaan uit realistische scenario's waarin je leert hoe je een medisch probleem beschrijft, je symptomen uitlegt en vragen van professionals begrijpt en beantwoordt. Bijvoorbeeld, je oefent hoe je aangeeft hoe lang je pijn hebt, of er sprake is van koorts of zwelling, en hoe je om een snelle behandeling vraagt.

Beschrijving van het thema

Deze les helpt je comfortabeler te worden in het beschrijven van tandheelkundige problemen in het Frans, vooral wanneer snelheid en duidelijkheid nodig zijn. Door veelvoorkomende zinnen en woordenschat te leren, kun je effectief communiceren met tandartsen en kliniekpersoneel.

Verschillen tussen Nederlands en Frans in deze context

In het Nederlands is de frase voor spoedgeval tandheelkundig spoedgeval, terwijl het Frans kiest voor urgence dentaire, letterlijk "spoedeisende tandheelkunde". Daarnaast heeft het Frans specifieke woorden voor koorts (fièvre) en zwelling (gonflement), die in het Nederlands vaak in samengestelde termen of omschrijvingen voorkomen. Waar wij in het Nederlands vaak zeggen "gebroken tand", bestaat ook de Franse uitdrukking dent cassée.

Enkele handige Franse zinnen met Nederlandse equivalenten:

  • Allô, je vous appelle parce que j'ai très mal à une dent.
    Hallo, ik bel u omdat ik erg veel pijn aan een tand heb.
  • Depuis quand avez-vous cette douleur ?
    Hoelang heeft u deze pijn al?
  • Je vous conseille de venir tout de suite à la clinique pour une consultation.
    Ik raad u aan meteen naar de kliniek te komen voor een consult.
  • Nous allons examiner la dent et décider rapidement du meilleur traitement.
    We gaan de tand onderzoeken en snel het beste behandelplan bepalen.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏