Ontdek de "anatomie buccale" met praktische dialogen over tandartsbezoeken en dentale röntgenfoto's, waarbij je woorden leert zoals "incisive" (snijtand), "molaire" (kies) en de FDI-nummers voor tanden.
Woordenschat (22) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Lors de la première visite, le dentiste ______ l'anatomie de la dent.
(Tijdens het eerste bezoek ______ de tandarts de anatomie van de tand uit.)2. Il ______ où se trouvent la couronne et la racine.
(Hij ______ waar de kroon en de wortel zich bevinden.)3. Le patient ______ des questions sur le ligament parodontal.
(De patiënt ______ vragen over het parodontale ligament.)4. Le dentiste ______ les traitements pour la dentine abîmée.
(De tandarts ______ de behandelingen voor het beschadigde dentine.)Oefening 3: Mijn eerste bezoek aan de tandarts
Instructie:
Werkwoordschema's
Aller - Aller
Passé composé
- je suis allé
- tu es allé
- il/elle/on est allé(e)
- nous sommes allés
- vous êtes allés
- ils/elles sont allés
Demander - Demander
Passé composé
- j'ai demandé
- tu as demandé
- il/elle/on a demandé
- nous avons demandé
- vous avez demandé
- ils/elles ont demandé
Expliquer - Expliquer
Passé composé
- j'ai expliqué
- tu as expliqué
- il/elle/on a expliqué
- nous avons expliqué
- vous avez expliqué
- ils/elles ont expliqué
Utiliser - Utiliser
Passé composé
- j'ai utilisé
- tu as utilisé
- il/elle/on a utilisé
- nous avons utilisé
- vous avez utilisé
- ils/elles ont utilisé
Donner - Donner
Passé composé
- j'ai donné
- tu as donné
- il/elle/on a donné
- nous avons donné
- vous avez donné
- ils/elles ont donné
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Inleiding tot de anatomie van de mond
Deze les richt zich op de buccale anatomie, dat is de structuur en benoeming van tanden en omliggende weefsels in het Frans. Je leert belangrijke medische termen en de FDI-numeratie gebruiken om tanden te identificeren en te bespreken tijdens tandartsbezoeken, radiografieën en andere contexten.
Wat je in deze les zult leren
- De namen en functies van de tanden: incisief (snijtand), premolaar, molaire
- Het FDI-nummeringsysteem: een internationaal systeem om tanden te benoemen aan de hand van kwadranten en positie
- Gesprekken bij de tandarts: vocabulaire om te praten over tandartsbezoeken, pijn, onderzoeken en behandelingen
- Beschrijving van röntgenfoto's: anatomische termen zoals wortel (la racine), tandvlees (la gencive), ligament parodontal
- Praktische dialogen: rollen spelen tussen tandarts en patiënt, of tussen collega's
Belangrijke woordenschat en uitdrukkingen
- "la dent num e9ro 11": tand nummer 11 (incisief centraal rechts boven)
- "incisive centrale": centrale snijtand
- "molaire": kies
- "pr e9molaire": premolaar
- "gencive": tandvlees
- "racine": wortel van de tand
- "ligament parodontal": parodontaal ligament (weefsel dat de tand in het kaakbot bevestigt)
Structuur van de dialogues
De oefeningen bestaan uit dialoogkaarten waar je in tweetallen de rollen speelt van tandarts en patiënt, of omschrijvingen geeft bij een radiografie. Je gebruikt het Franse vakjargon en de bespreekt functies en locaties van tanden.
Verschillen en nuttige termen tussen Nederlands en Frans
In het Nederlands gebruiken we net als in het Frans specifieke termen voor tanden, maar de nummering wijkt af. Het FDI-systeem is internationaal, maar in het dagelijks Nederlands wordt het vaak niet gebruikt. Daarom is het goed om vertrouwd te raken met de Franse FDI-nummers:
- Incisief: snijtand (Frans: incisive)
- Premolaar: ook wel valse kies genoemd (Frans: pr e9molaire)
- Molaire: kies (Frans: molaire)
- Tandvlees: de zachte rand rond tanden (Frans: gencive)
Nuttige Franse zinnen bij een tandartsbezoek (met Nederlandse equivalenten):
- "Je vais examiner vos dents." - Ik ga uw tanden onderzoeken.
- "Où avez-vous mal ?" - Waar heeft u pijn?
- "La dent num e9ro 24 est la pr e9molaire sup e9rieure gauche." - Tand nummer 24 is de linker bovenpremolaar.