Ontdek de "anatomie buccale" met praktische dialogen over tandartsbezoeken en dentale röntgenfoto's, waarbij je woorden leert zoals "incisive" (snijtand), "molaire" (kies) en de FDI-nummers voor tanden.

Woordenschat (22)

 La dent: de tand (French)

La dent

Show

De tand Show

 La couronne: de kroon (French)

La couronne

Show

De kroon Show

 La racine: De wortel (French)

La racine

Show

De wortel Show

 L’émail: Het glazuur (French)

L’émail

Show

Het glazuur Show

 La dentine: Het dentine (French)

La dentine

Show

Het dentine Show

 La pulpe: het uitwendige deel van het tandvlees (French)

La pulpe

Show

Het uitwendige deel van het tandvlees Show

 La chambre pulpaire: de pulpaholte (French)

La chambre pulpaire

Show

De pulpaholte Show

 Le canal radiculaire: de wortelkanaal (French)

Le canal radiculaire

Show

De wortelkanaal Show

 Le cément: het cement (French)

Le cément

Show

Het cement Show

 La gencive: het tandvlees (French)

La gencive

Show

Het tandvlees Show

 L’os alvéolaire: het alveolaire bot (French)

L’os alvéolaire

Show

Het alveolaire bot Show

 Le ligament parodontal: het parodontale ligament (French)

Le ligament parodontal

Show

Het parodontale ligament Show

 L’incisive: de snijtand (French)

L’incisive

Show

De snijtand Show

 La canine: de hoektand (French)

La canine

Show

De hoektand Show

 La prémolaire: de premolaar (French)

La prémolaire

Show

De premolaar Show

 La molaire: de kies (French)

La molaire

Show

De kies Show

 La dent de sagesse: de verstandskies (French)

La dent de sagesse

Show

De verstandskies Show

 Le quadrant supérieur droit: de rechterbovenkwadrant (French)

Le quadrant supérieur droit

Show

De rechterbovenkwadrant Show

 Le quadrant inférieur gauche: Het linkeronderkwadrant (French)

Le quadrant inférieur gauche

Show

Het linkeronderkwadrant Show

 La langue: de tong (French)

La langue

Show

De tong Show

 Les lèvres: de lippen (French)

Les lèvres

Show

De lippen Show

 La joue: de wang (French)

La joue

Show

De wang Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Lors de la première visite, le dentiste ______ l'anatomie de la dent.

(Tijdens het eerste bezoek ______ de tandarts de anatomie van de tand uit.)

2. Il ______ où se trouvent la couronne et la racine.

(Hij ______ waar de kroon en de wortel zich bevinden.)

3. Le patient ______ des questions sur le ligament parodontal.

(De patiënt ______ vragen over het parodontale ligament.)

4. Le dentiste ______ les traitements pour la dentine abîmée.

(De tandarts ______ de behandelingen voor het beschadigde dentine.)

Oefening 3: Mijn eerste bezoek aan de tandarts

Instructie:

Hier, je (Aller - Passé composé) chez le dentiste pour un contrôle de mes dents. Le dentiste m' (Demander - Passé composé) si j'avais mal à la canine ou à la molaire. Je lui (Expliquer - Passé composé) que je ressentais une douleur à la dent de sagesse du quadrant supérieur droit. Il (Utiliser - Passé composé) un miroir pour observer ma gencive et la couronne de la dent. Ensuite, il m' (Donner - Passé composé) des conseils pour bien nettoyer la joue et la langue afin d'éviter l'inflammation du ligament parodontal.


Gisteren ben ik naar de tandarts gegaan voor een controle van mijn tanden. De tandarts heeft me gevraagd of ik pijn had aan de hoektand of aan de kies. Ik heb hem uitgelegd dat ik pijn voelde aan de verstandskies van het rechterbovenkwadrant. Hij gebruikte een spiegel om mijn tandvlees en de kroon van de tand te bekijken. Daarna gaf hij me advies om de wang en de tong goed schoon te maken om ontsteking van het parodontale ligament te voorkomen.

Werkwoordschema's

Aller - Aller

Passé composé

  • je suis allé
  • tu es allé
  • il/elle/on est allé(e)
  • nous sommes allés
  • vous êtes allés
  • ils/elles sont allés

Demander - Demander

Passé composé

  • j'ai demandé
  • tu as demandé
  • il/elle/on a demandé
  • nous avons demandé
  • vous avez demandé
  • ils/elles ont demandé

Expliquer - Expliquer

Passé composé

  • j'ai expliqué
  • tu as expliqué
  • il/elle/on a expliqué
  • nous avons expliqué
  • vous avez expliqué
  • ils/elles ont expliqué

Utiliser - Utiliser

Passé composé

  • j'ai utilisé
  • tu as utilisé
  • il/elle/on a utilisé
  • nous avons utilisé
  • vous avez utilisé
  • ils/elles ont utilisé

Donner - Donner

Passé composé

  • j'ai donné
  • tu as donné
  • il/elle/on a donné
  • nous avons donné
  • vous avez donné
  • ils/elles ont donné

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Inleiding tot de anatomie van de mond

Deze les richt zich op de buccale anatomie, dat is de structuur en benoeming van tanden en omliggende weefsels in het Frans. Je leert belangrijke medische termen en de FDI-numeratie gebruiken om tanden te identificeren en te bespreken tijdens tandartsbezoeken, radiografieën en andere contexten.

Wat je in deze les zult leren

  • De namen en functies van de tanden: incisief (snijtand), premolaar, molaire
  • Het FDI-nummeringsysteem: een internationaal systeem om tanden te benoemen aan de hand van kwadranten en positie
  • Gesprekken bij de tandarts: vocabulaire om te praten over tandartsbezoeken, pijn, onderzoeken en behandelingen
  • Beschrijving van röntgenfoto's: anatomische termen zoals wortel (la racine), tandvlees (la gencive), ligament parodontal
  • Praktische dialogen: rollen spelen tussen tandarts en patiënt, of tussen collega's

Belangrijke woordenschat en uitdrukkingen

  • "la dent nume9ro 11": tand nummer 11 (incisief centraal rechts boven)
  • "incisive centrale": centrale snijtand
  • "molaire": kies
  • "pre9molaire": premolaar
  • "gencive": tandvlees
  • "racine": wortel van de tand
  • "ligament parodontal": parodontaal ligament (weefsel dat de tand in het kaakbot bevestigt)

Structuur van de dialogues

De oefeningen bestaan uit dialoogkaarten waar je in tweetallen de rollen speelt van tandarts en patiënt, of omschrijvingen geeft bij een radiografie. Je gebruikt het Franse vakjargon en de bespreekt functies en locaties van tanden.

Verschillen en nuttige termen tussen Nederlands en Frans

In het Nederlands gebruiken we net als in het Frans specifieke termen voor tanden, maar de nummering wijkt af. Het FDI-systeem is internationaal, maar in het dagelijks Nederlands wordt het vaak niet gebruikt. Daarom is het goed om vertrouwd te raken met de Franse FDI-nummers:

  • Incisief: snijtand (Frans: incisive)
  • Premolaar: ook wel valse kies genoemd (Frans: pre9molaire)
  • Molaire: kies (Frans: molaire)
  • Tandvlees: de zachte rand rond tanden (Frans: gencive)

Nuttige Franse zinnen bij een tandartsbezoek (met Nederlandse equivalenten):

  • "Je vais examiner vos dents." - Ik ga uw tanden onderzoeken.
  • "Où avez-vous mal ?" - Waar heeft u pijn?
  • "La dent nume9ro 24 est la pre9molaire supe9rieure gauche." - Tand nummer 24 is de linker bovenpremolaar.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏