Tandheelkunde.3: Personal and professional situations

Situations personnelles et professionnelles

Leer in deze les hoe je jouw persoonlijke en professionele situatie bespreekt, inclusief woorden als "déménager" (verhuizen), "disponible" (beschikbaar) en "chercher" (zoeken), cruciaal voor het voorbereiden van een sollicitatiegesprek.

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

A2.3.1 Histoire courte

Comment bien préparer son entretien

Hoe bereid je je sollicitatiegesprek goed voor


Woordenschat (14)

La motivation

Show

Motivatie Show

L’installation

Show

De installatie Show

Le déménagement

Show

De verhuizing Show

La disponibilité

Show

De beschikbaarheid Show

Le conjoint

Show

De partner Show

Commencer un projet

Show

Een project starten Show

La qualité de vie

Show

Kwaliteit van leven Show

La carrière

Show

De carrière Show

L’adaptation

Show

De aanpassing Show

L’objectif

Show

Het doel Show

La date

Show

De datum Show

L’opportunité

Show

De kans Show

S’intégrer dans une équipe

Show

Zich in een team integreren Show

La stabilité

Show

Stabiliteit Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Exercice 1: Gespreksoefening

Instruction:

  1. Avec l'aide des images, décrivez votre situation personnelle actuelle. (Beschrijf je huidige persoonlijke situatie met behulp van de afbeeldingen.)
  2. Préparez un court discours avec toutes les informations précédentes. (Bereid een korte uiteenzetting voor met alle vorige informatie.)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

Je vis avec mon partenaire, et nous avons deux enfants.

Ik woon samen met mijn partner en we hebben twee kinderen.

Je suis célibataire, mais je partage un appartement avec ma sœur.

Ik ben alleenstaand, maar ik deel een appartement met mijn zus.

Je suis flexible et je peux commencer immédiatement si nécessaire.

Ik ben flexibel en kan indien nodig meteen beginnen.

Je suis disponible pour commencer à travailler lundi prochain.

Ik ben beschikbaar om volgende week maandag te starten met werken.

Je peux utiliser ma voiture pour aller au travail.

Ik kan mijn auto gebruiken om naar mijn werk te gaan.

Je peux aller au travail à pied car j'habite à proximité.

Ik kan naar mijn werk lopen omdat ik in de buurt woon.

...

Oefening 2: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 3: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Je ___ un projet important dès lundi prochain.

(Ik ___ een belangrijk project vanaf volgende maandag.)

2. Mon conjoint ___ déjà en France et s’adapte bien.

(Mijn partner ___ al in Frankrijk en past zich goed aan.)

3. Je ___ disponible pour commencer le travail dès la semaine prochaine.

(Ik ___ beschikbaar om het werk vanaf volgende week te beginnen.)

4. Je ___ rapidement dans une équipe dynamique.

(Ik ___ me snel in een dynamisch team.)

Oefening 4: Voorstelling van mijn persoonlijke en professionele situatie

Instructie:

Bonjour, je m'appelle Sophie et (Avoir - Présent) récemment déménagé à Lyon avec mon conjoint. Nous (Vouloir - Présent) commencer une nouvelle carrière ici. Pour cela, je (Chercher - Présent) un emploi dans un cabinet dentaire qui me permette de m'intégrer facilement dans une équipe dynamique. Actuellement, je (Être - Présent) disponible tous les jours de la semaine, sauf le week-end, car nous (Préparer - Présent) notre installation. La qualité de vie est très importante pour moi; je souhaite aussi avoir du temps libre pour ma famille et mes loisirs.


Hallo, ik ben Sophie en ik ben onlangs verhuisd naar Lyon met mijn partner. We willen hier een nieuwe carrière beginnen. Daarom zoek ik een baan in een tandartspraktijk die me in staat stelt om gemakkelijk in een dynamisch team te integreren. Momenteel ben ik elke dag van de week beschikbaar, behalve in het weekend, want we bereiden onze verhuizing voor. De levenskwaliteit is erg belangrijk voor mij; ik wil ook vrije tijd hebben voor mijn gezin en mijn hobby's.

Werkwoordschema's

Avoir - Avoir

Présent

  • j'ai
  • tu as
  • il/elle/on a
  • nous avons
  • vous avez
  • ils/elles ont

Vouloir - Vouloir

Présent

  • je veux
  • tu veux
  • il/elle/on veut
  • nous voulons
  • vous voulez
  • ils/elles veulent

Chercher - Chercher

Présent

  • je cherche
  • tu cherches
  • il/elle/on cherche
  • nous cherchons
  • vous cherchez
  • ils/elles cherchent

Être - Être

Présent

  • je suis
  • tu es
  • il/elle/on est
  • nous sommes
  • vous êtes
  • ils/elles sont

Préparer - Préparer

Présent

  • je prépare
  • tu prépares
  • il/elle/on prépare
  • nous préparons
  • vous préparez
  • ils/elles préparent

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Frans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Persoonlijke en professionele situaties in het Frans

Deze les is bedoeld voor A2-leerlingen die zich willen voorbereiden op gesprekken over persoonlijke situatie en werk. Je leert hoe je jouw persoonlijke omstandigheden kunt bespreken, zoals familie, woonplaats en professionele beschikbaarheid. Dit is handig bij sollicitaties en informele gesprekken over werk en privéleven.

Wat je leert in deze les

  • Discussies voeren over gezin en werk – bijvoorbeeld: "Bonjour, as-tu une famille ?" en "Je suis disponible à partir du mois prochain."
  • Praten over een recente verhuizing en beschikbaarheid voor een nieuw project of baan.
  • Organiseren van je werkbeschikbaarheid en het uitwisselen van praktische info over woon-werkverkeer.

Belangrijke woorden en uitdrukkingen

  • Disponible – beschikbaar
  • Déménager – verhuizen
  • Commencer – beginnen
  • Chercher un emploi – een baan zoeken
  • Collaborateur – collega

Voorbeeldzin en werkwoordsvervoegingen

De tekst bevat voorbeeldzinnen zoals: Bonjour, je m'appelle Sophie et j'ai récemment déménagé à Lyon... Je ziet ook werkwoordsvervoegingen in de tegenwoordige tijd van belangrijke werkwoorden als avoir, vouloir, chercher, être, préparer. Dit helpt om dagelijkse gesprekken over werken en persoonlijke situatie in het Frans goed te voeren.

Verschillen tussen Nederlands en Frans

In het Frans is het gebruik van de tegenwoordige tijd met werkwoorden als être en avoir cruciaal om je persoonlijke situatie te beschrijven. Waar het Nederlands vaak het werkwoord "hebben" gebruikt om bezit aan te geven, wordt het Frans zorgvuldig onderscheid gemaakt tussen avoir en être. Bovendien worden vragen vaak met intonatie of vraagwoorden gesteld, en kan het Frans meer standaardzinnen hebben die formeel klinken.

Handige uitdrukkingen:
Je suis disponible (Ik ben beschikbaar)
J'ai déménagé (Ik ben verhuisd)
Je cherche un emploi (Ik zoek een baan)
In het Nederlands gebruiken we bijvoorbeeld "beschikbaar zijn" en in het Frans zeggen ze letterlijk "zijn beschikbaar" met être.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏