Overzicht Duitse A2 grammatica

Overzicht van Duitse A2 grammatica met interactieve oefeningen en PDF-handouts.

A2.1.1: Vergleiche mit „wie“ und „als“ (Vergelijkingen met „wie“ en „als“)

Type: Voegwoord
Hoofdstuk: Urlaubspläne (Vakantieplannen)
Module 1 (A2): Reisen: ab ins Unbekannte! (Reizen: op avontuur!)

A2.2.1: Satzverbindungen mit obwohl und trotzdem (Zinsverbindingen met obwohl en trotzdem)

Type: Voegwoord
Hoofdstuk: Koffer packen (Je bagage pakken)
Module 1 (A2): Reisen: ab ins Unbekannte! (Reizen: op avontuur!)

A2.3.1: Finalsätze mit damit und um ... zu (Bijzinnen met damit en um ... zu)

Type: Voegwoord
Hoofdstuk: Buche deine Unterkunft. (Boek uw accommodatie)
Module 1 (A2): Reisen: ab ins Unbekannte! (Reizen: op avontuur!)

A2.4.1: Adjektive im Akkusativ und Dativ (Adjectieven in Akkusativ en Dativ)

Type: Bijvoeglijke naamwoorden
Hoofdstuk: Am Flughafen und im Flugzeug. (Op het vliegveld en in het vliegtuig.)
Module 1 (A2): Reisen: ab ins Unbekannte! (Reizen: op avontuur!)

A2.5.1: Der Unterschied zwischen viel und sehr (Het verschil tussen viel en sehr)

Type: Bijwoorden
Hoofdstuk: Ein Transportmittel mieten (Transport huren)
Module 1 (A2): Reisen: ab ins Unbekannte! (Reizen: op avontuur!)

A2.7.1: Steigerung von Adverbien (Vergelijking van bijwoorden)

Type: Bijwoorden
Hoofdstuk: Als Tourist in der Stadt (Als toerist in de stad)
Module 1 (A2): Reisen: ab ins Unbekannte! (Reizen: op avontuur!)