Gezinsplannen
Familienpläne
- Praat over plannen en ambities voor de toekomst
- Praat over je relaties en gezinsplannen
Ontdek Duitse woordenschat en uitdrukkingen rond Familienpläne zoals "eine Familie gründen" (een gezin stichten), "zusammenziehen" (samenwonen) en "heiraten" (trouwen) om over toekomst en familie te spreken.
Woordenschat (17) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Übung 1: Gespreksoefening
Anleitung:
- Wat is de volgende grote stap die (jouw partner en) jij wilt zetten? (Wat is de volgende grote stap die jij (en je partner) wilt zetten?)
- Zou je een gezin willen stichten? (Zou je graag een gezin willen stichten?)
- Zou je huisdieren willen hebben? Waarom wel of niet? (Zou je huisdieren willen hebben? Waarom of waarom niet?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
|
Mein Partner und ich werden im Juni heiraten. Mijn partner en ik gaan in juni trouwen. |
|
Ich habe keinen Partner, aber mein bester Freund und ich sind gerade zusammengezogen. Ik heb geen partner, maar mijn beste vriend en ik zijn net samen gaan wonen. |
|
Ich möchte bald eine Familie gründen. Ich würde gerne 3 Kinder haben. Ik wil binnenkort een gezin stichten. Ik zou graag 3 kinderen willen hebben. |
|
Ich möchte in Zukunft keine Kinder haben. Mein Partner und ich sind sehr glücklich ohne sie. Ik wil in de toekomst geen kinderen. Mijn partner en ik zijn heel gelukkig zonder hen. |
|
Ich möchte später einen Hund und zwei Katzen haben. Ich bin mit Haustieren aufgewachsen und möchte das Gleiche für meine Kinder. Ik zou later graag een hond en twee katten willen hebben. Ik ben opgegroeid met huisdieren en ik zou hetzelfde willen voor mijn kinderen. |
|
Ein Haustier ist eine große Verantwortung und mit unserer Arbeit und zwei Kindern haben wir nicht genug Zeit, um uns um ein Haustier zu kümmern. Een huisdier is een grote verantwoordelijkheid en met ons werk en twee kinderen hebben we niet genoeg tijd om voor een huisdier te zorgen. |
| ... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Wir ______ nächsten Monat zusammen, weil wir eine Familie gründen wollen.
(We ______ volgende maand samen, omdat we een gezin willen stichten.)2. Gestern sind wir ______, und es war sehr aufregend.
(Gisteren zijn we ______, en het was erg spannend.)3. Wenn wir heiraten würden, ______ es eine größere Feier in der Familie.
(Als we zouden trouwen, ______ er een groter feest in de familie zijn.)4. Ich würde mich freuen, wenn wir bald ein Kind ______ könnten.
(Ik zou me verheugen als we binnenkort een kind ______ zouden kunnen krijgen.)Oefening 4: Gezinsplannen – Samenwonen en de Toekomst
Instructie:
Werkwoordschema's
Zusammenziehen - Samenwonen
Präsens
- ich ziehe zusammen
- du ziehst zusammen
- er/sie/es zieht zusammen
- wir ziehen zusammen
- ihr zieht zusammen
- sie/Sie ziehen zusammen
Zusammenziehen - Samenwonen
Perfekt
- ich bin zusammengezogen
- du bist zusammengezogen
- er/sie/es ist zusammengezogen
- wir sind zusammengezogen
- ihr seid zusammengezogen
- sie/Sie sind zusammengezogen
Sein - Zijn
Präsens
- ich bin
- du bist
- er/sie/es ist
- wir sind
- ihr seid
- sie/Sie sind
Werden - Worden
Präsens
- ich werde
- du wirst
- er/sie/es wird
- wir werden
- ihr werdet
- sie/Sie werden
Unterstützen - Ondersteunen
Präsens
- ich unterstütze
- du unterstützt
- er/sie/es unterstützt
- wir unterstützen
- ihr unterstützt
- sie/Sie unterstützen
Laufen - Lopen
Präsens
- ich laufe
- du läufst
- er/sie/es läuft
- wir laufen
- ihr lauft
- sie/Sie laufen
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Overzicht van de les: Familiale plannen
Deze les is gericht op niveau A2 en behandelt het thema familieplannen en toekomstwensen in het Duits. Het bevat voorbeelddialogen en oefeningen die je helpen om over jouw toekomstplannen te praten, zoals het stichten van een gezin, samenwonen, trouwen en het bespreken van carrière versus gezin. De dialogen zijn praktisch en sluiten aan bij alledaagse situaties, bijvoorbeeld gesprekken in het park, op het werk tijdens een koffiepauze en tijdens een wandeling in het weekend.
Belangrijke thema’s en woordenschat
- Familie gründen (een gezin stichten)
- zusammenziehen (samenwonen)
- heiraten (trouwen)
- Kinderwunsch (wens om kinderen te krijgen)
- die Karriere (de carrière)
- eine Wohnung kaufen (een appartement kopen)
- Beispiele uit de dialogen: „Ich möchte in ein paar Jahren eine Familie gründen“, „Wir suchen gerade eine größere Wohnung“
Werkwoordvervoegingen oefenen
Je leert verschillende werkwoordsvormen herkennen en toepassen, bijvoorbeeld van zusammenziehen, werden, sein en unterstützen. Door middel van multiple-choice oefeningen en een korte verhalende tekst oefen je deze vormen in context.
Korte verhaal en werkwoordschema’s
Het verhaal Familienpläne – Zusammenziehen und Zukunft laat zien hoe je het proces van samenwonen in het Duits kunt beschrijven. Werkwoordschema’s ondersteunen het leren van de vervoegingen en helpen bij het schriftelijk en mondeling gebruik van de taal.
Praktische tips en verschillen tussen Nederlands en Duits
Hoewel Nederlands en Duits veel gemeenschappelijke woorden en structuren delen, zijn er belangrijke verschillen bij het uitdrukken van plannen en toekomstwensen:
- Zusammenziehen betekent letterlijk 'samen trekken' en wordt gebruikt voor samenwonen; vergelijkbaar met het Nederlandse 'samenwonen', maar minder direct vertaald. De vervoeging in de vormen zoals „wir ziehen zusammen“ is belangrijk om goed te leren.
- Werden
- In het Duits is het gebruikelijk om modaliteit en voorzetsels iets anders te combineren. Bijvoorbeeld „Ich möchte in den nächsten Jahren heiraten“ – hier staat „in den nächsten Jahren“ met de vierde naamval terwijl het Nederlands meestal de voorzetselconstructie anders gebruikt.
Handige uitdrukkingen
- eine Familie gründen – een gezin stichten
- zusammenziehen – gaan samenwonen
- Kinderwunsch haben – de wens hebben om kinderen te krijgen
- Pläne für die Zukunft machen – plannen maken voor de toekomst
- Karriere machen – carrière maken
Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏
