In deze les leer je hoe je een hotelkamer kunt reserveren, zowel telefonisch als per e-mail, met nuttige woorden zoals 'reservieren' (reserveren), 'Einzelzimmer' (eenpersoonskamer) en 'Frühstück' (ontbijt). Ook oefen je belangrijke werkwoorden zoals 'buchen' en 'bestätigen' in praktische contexten.
Woordenschat (11) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Das Doppelzimmer
De tweepersoonskamer
2
Die Unterkunft
De accommodatie
3
Das Hostel
Het hostel
4
Die Vollpension
Volpension
5
Buchen
Boeken
Übung 2: Gespreksoefening
Anleitung:
- Führen Sie ein Gespräch, um ein Zimmer zu reservieren. Entscheiden Sie sich für ein Datum und fragen Sie, ob sie ein freies Zimmer haben. (Voer een gesprek om een kamer te reserveren. Beslis over een datum en vraag of ze een vrije kamer hebben.)
- Entscheiden Sie, welche Art von Unterkunft Sie buchen möchten. (Bepaal welk type accommodatie je wilt boeken.)
- Fragen Sie nach, was in Ihrer Buchung enthalten ist. (Stel vragen over wat bij uw boeking is inbegrepen.)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Haben Sie am 5. Februar ein Zimmer frei? Heeft u een kamer beschikbaar op 5 februari? |
Ich möchte ein Einzelzimmer buchen. Ik wil graag een eenpersoonskamer boeken. |
Ich möchte ein Bett in einem Hostelzimmer buchen. Ik wil een bed in een hostelkamer boeken. |
Gibt es ein Doppelzimmer verfügbar? Is er een tweepersoonskamer beschikbaar? |
Gibt es auch ein Schwimmbad? Is er ook een zwembad? |
Ist das Frühstück inbegriffen? Is het ontbijt inbegrepen? |
... |
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ich habe ein Doppelzimmer ________, damit wir bequem schlafen können.
(Ik heb een tweepersoonskamer ________, zodat we comfortabel kunnen slapen.)2. Wir ________ die Reservierung, damit alles klar ist.
(Wij ________ de reservering, zodat alles duidelijk is.)3. Ich ________ im Reisebüro an, um das Hostel zu reservieren.
(Ik ________ bij het reisbureau om het hostel te reserveren.)4. Sie möchten die Unterkunft ________, um günstig zu übernachten.
(Zij willen de accommodatie ________, om goedkoop te overnachten.)Oefening 5: Een accommodatie boeken
Instructie:
Werkwoordschema's
Buchen - Boeken
Perfekt
- ich habe gebucht
- du hast gebucht
- er/sie/es hat gebucht
- wir haben gebucht
- ihr habt gebucht
- sie/Sie haben gebucht
Können - Kunnen
Präsens
- ich kann
- du kannst
- er/sie/es kann
- wir können
- ihr könnt
- sie/Sie können
Bestätigen - Bevestigen
Perfekt
- ich habe bestätigt
- du hast bestätigt
- er/sie/es hat bestätigt
- wir haben bestätigt
- ihr habt bestätigt
- sie/Sie haben bestätigt
Wollen - Willen
Präsens
- ich will
- du willst
- er/sie/es will
- wir wollen
- ihr wollt
- sie/Sie wollen
Haben - Hebben
Präsens
- ich habe
- du hast
- er/sie/es hat
- wir haben
- ihr habt
- sie/Sie haben
Oefening 6: Finalsätze mit damit und um ... zu
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Bijzinnen met damit en um ... zu
Toon vertaling Toon antwoordendamit, um
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Buchen boeken Delen Gekopieerd!
Perfekt
Duits | Nederlands |
---|---|
ich habe gebucht | ik heb geboekt |
du hast gebucht | jij hebt geboekt |
er/sie/es hat gebucht | hij/zij/het heeft geboekt |
wir haben gebucht | wij hebben geboekt |
ihr habt gebucht | jullie hebben geboekt |
sie haben gebucht | zij hebben geboekt |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Boek je accommodatie - Lesoverzicht
In deze les leer je hoe je een accommodatie kunt reserveren in het Duits, een belangrijk onderwerp als je reist of verblijft in een Duitstalig gebied. Je oefent met telefonische reserveringen, het aanvragen van kamers via e-mail en online boekingen. Dit niveau is A2, geschikt voor basis-gebruikers die praktische situaties willen beheersen.
Praktische gesprekken en zinnen
Tijdens deze les oefen je met voorbeeldzinnen zoals:
- "Guten Tag, hier ist Müller. Ich möchte gern ein Zimmer reservieren." (Goedendag, hier spreekt Müller. Ik wil graag een kamer reserveren.)
- "Wir haben ein Einzelzimmer frei. Möchten Sie es buchen?" (We hebben een eenpersoonskamer vrij. Wilt u die reserveren?)
- "Wie viel kostet das Zimmer pro Nacht?" (Hoeveel kost de kamer per nacht?)
- "Gibt es WLAN im Zimmer?" (Is er wifi in de kamer?)
Belangrijke woorden en uitdrukkingen
- reservieren – reserveren
- Einzelzimmer / Doppelzimmer – eenpersoons- / tweepersoonskamer
- Frühstück – ontbijt
- Stornierungsbedingungen – annuleringsvoorwaarden
- buchen – boeken, reserveren
Grammatica-focus: Voltooide tijd (Perfekt)
Je leert werkwoorden vervoegen in de voltooide tijd, zoals "Ich habe gebucht" (Ik heb gereserveerd) en "Das Reisebüro hat bestätigt" (Het reisbureau heeft bevestigd). Dit is essentieel om je ervaringen en afspraken te beschrijven.
Vergelijking Duits en Nederlands
In het Duits worden samengestelde tijden vaak met "haben" + voltooid deelwoord gevormd, bijvoorbeeld "ich habe gebucht". In het Nederlands gebruik je ook een hulpwerkwoord (hebben of zijn) + voltooid deelwoord, bijvoorbeeld "ik heb geboekt". Let op dat in het Duits zelfstandige naamwoorden altijd met een hoofdletter beginnen, wat in het Nederlands niet het geval is.
Handige Duitse uitdrukkingen met Nederlandse equivalenten:
- "Ein Zimmer reservieren" – een kamer reserveren
- "Ich möchte gern..." – ik zou graag...
- "Wie viel kostet...?" – hoeveel kost...?
- "Ihre Reservierung ist bestätigt." – uw reservering is bevestigd.