Präteritum van onregelmatige werkwoorden
In deze les leer je het gebruik en de vormen van onregelmatige werkwoorden in de Duitse verleden tijd, het Präteritum. Dit is een belangrijk aspect van het Duits, vooral in geschreven taal en formele situaties.
Wat leer je in deze les?
- Herkennen van de onregelmatige stamveranderingen in het Präteritum.
- Hoe je onregelmatige werkwoorden correct vervoegt voor de persoonsvormen ich, du, er/sie/es, wir, ihr, sie/Sie.
- Voorbeelden van veelgebruikte onregelmatige werkwoorden zoals sein (war), kommen (kam), rufen (rief) en helfen (half).
Belangrijke kenmerken
Bij onregelmatige werkwoorden in het Präteritum verandert meestal de stam van het werkwoord. Dit betekent dat je niet zomaar de regelmatige uitgang kunt toevoegen, maar de stam zelf verandert, bijvoorbeeld:
- sein wordt war
- kommen wordt kam
- rufen wordt rief
- helfen wordt half
Vervoegingstabel voorbeelden
Hier zie je de vervoeging voor het werkwoord sein in het Präteritum:
ich | du | er/sie/es | wir | ihr | sie/Sie |
---|
war | warst | war | waren | wart | waren |
Verschillen met het Nederlands
In het Duits wordt het Präteritum vaak gebruikt waar wij in het Nederlands de voltooid verleden tijd gebruiken. Bijvoorbeeld: "Die Feuerwehr kam sofort zum Unfallort" komt neer op "De brandweer kwam onmiddellijk naar de plaats van het ongeluk". Dit gebruik van de verleden tijd met een stamverandering is typisch Duits en moet goed worden onthouden.
Daarnaast bestaan er in het Duits sterke (onregelmatige) en zwakke (regelmatige) werkwoorden, terwijl het Nederlands vooral zwakke werkwoorden kent met een ander patroon. Een voorbeeld van een vergelijkbare uitdrukking is helfen (helpen) dat in het Duits "half" wordt in het verleden, terwijl in het Nederlands "hielp" minder vaak gebruikt wordt in vergelijking met het voltooide deelwoord "geholpen".
Nuttige woorden en uitdrukkingen
- war (sein) – was
- kam (kommen) – kwam
- rief (rufen) – riep
- half (helfen) – hielp
Let goed op de stamverandering, want dat is het kenmerk van deze onregelmatige verleden tijdsvormen. Ze zijn essentieel om correct en natuurlijk Duits te spreken en schrijven.