Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Übung 1: Gespreksoefening
Anleitung:
- Wat wilde je worden toen je een kind was? (Wat wilde je worden toen je een kind was?)
- Welke plannen heb je voor de toekomst? Zou je binnenkort van baan willen veranderen? (Welke plannen heb je voor de toekomst? Wil je binnenkort van baan veranderen?)
- Hoe ga je ze bereiken? (Hoe ga je ze bereiken?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Als ich klein war, wollte ich Feuerwehrmann werden. Toen ik klein was, wilde ik brandweerman worden. |
Als Kind träumte ich davon, Arzt zu werden. Als kind droomde ik ervan om dokter te worden. |
Ich möchte in Zukunft mehr Verantwortung in meinem Beruf übernehmen. Ik wil in de toekomst meer verantwoordelijkheid in mijn werk hebben. |
Ich möchte in ein paar Jahren der Chef meines Unternehmens sein. Ik wil over een paar jaar de baas van mijn bedrijf zijn. |
Ich möchte bald meinen Beruf wechseln, da ich mit meinem aktuellen Job unzufrieden bin. Ik wil binnenkort van beroep veranderen omdat ik niet tevreden ben met mijn huidige baan. |
Ich werde wieder zur Universität gehen, um Lehrer zu werden. Ik ga weer naar de universiteit om leraar te worden. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Bevor ich sterbe, ______ ich gern eine Weltreise machen.
(Voordat ik sterf, ______ ik graag een wereldreis maken.)2. Wenn ich Zeit hätte, ______ ich mehr Erfahrungen sammeln.
(Als ik tijd had, ______ ik meer ervaringen opdoen.)3. Ich denke, ich ______ viele Wünsche erfüllen, wenn ich mehr Geld hätte.
(Ik denk dat ik ______ veel wensen zou kunnen vervullen als ik meer geld had.)4. Ich ______ es, meine Träume zu verwirklichen, wenn ich hart arbeite.
(Ik ______ erin mijn dromen te verwezenlijken als ik hard werk.)Oefening 4: Mijn wensenlijst voor de toekomst
Instructie:
Werkwoordschema's
Sein - Zijn
Konjunktiv II Präsens
- ich wäre
- du wär(e)st
- er/sie/es wäre
- wir wären
- ihr wär(e)t
- sie/Sie wären
Mögen - Willen
Konjunktiv II Präsens
- ich möchte
- du möchtest
- er/sie/es möchte
- wir möchten
- ihr möchtet
- sie/Sie möchten
Haben - Hebben
Konjunktiv II Präsens
- ich hätte
- du hättest
- er/sie/es hätte
- wir hätten
- ihr hättet
- sie/Sie hätten
Schaffen - Slagen
Konjunktiv II Präsens mit würde
- ich würde schaffen
- du würdest schaffen
- er/sie/es würde schaffen
- wir würden schaffen
- ihr würdet schaffen
- sie/Sie würden schaffen
Denken - Denken
Präsens
- ich denke
- du denkst
- er/sie/es denkt
- wir denken
- ihr denkt
- sie/Sie denken
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Sein zijn Delen Gekopieerd!
konjunktiv_ii_prasens
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) wäre | ik zou zijn |
(du) wärst | jij zou zijn |
(er/sie/es) wäre | hij/zij/het zou zijn |
(wir) wären | wij zouden zijn |
(ihr) wäret | jullie zouden zijn |
(sie) wären | zij zouden zijn |
Mögen mogen Delen Gekopieerd!
konjunktiv_ii_prasens
Duits | Nederlands |
---|---|
(ich) möchte | ik zou willen |
(du) möchtest | jij zou willen |
(er/sie/es) möchte | hij/zij/het zou willen |
(wir) möchten | wij zouden graag |
(ihr) möchtet | jullie zouden willen |
(sie) möchten | zij zouden mogen |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.