Leer de correcte volgorde van Dativ en Akkusativ in Duitse zinnen, zoals in 'Ich gebe dem Gast den Schlüssel' en 'Ich gebe es dem Gast'. Begrijp wanneer het Dativ-object voor het Akkusativ-object staat en hoe het gebruik verandert bij voornaamwoorden.
- Het datiefobject staat meestal voor het accusatiefobject.
| Regel (regel) | Beispiel (voorbeeld) |
|---|---|
| Dativ vor Akkusativ (datief voor accusatief) | Ich gebe dem Gast den Schlüssel. (Ik geef de gast de sleutel.) |
| Akkusativ-Pronomen vor Dativ (Akkusatief-voornaamwoorden vóór datief) | Ich gebe es dem Gast (Ik geef het aan de gast) |
Uitzonderingen!
- Bij voornaamwoorden komt het lijdend voorwerp vóór het meewerkend voorwerp, bijvoorbeeld: "Ik geef het je".
Oefening 1: Dativ + Akkusativ: Ich gebe es dem Gast
Instructie: Vul het juiste woord in.
mir, die Reinigung, etwas, ein Handtuch, Ihnen, die Bar, euch, den Schlüssel
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies in elke zin de juiste variant met twee voorwerpen (datief + accusatief). Let vooral op de correcte volgorde en vorm van de voorwerpen.