In deze les leer je de trappen van vergelijking van Duitse bijwoorden zoals schnell (snel), öfter (vaker), meer (meer) en lieber (liever). Je ontdekt hoe je deze bijwoorden correct kunt gebruiken in zinnen om voorkeuren en frequenties uit te drukken.
| Adverb (bijwoord) | Komparativ (vergrotende trap) | Superlativ (superlatief) |
|---|---|---|
| schnell (snel) | schneller (sneller) | am schnellsten (het snelst) |
| oft (vaak) | öfter (vaak) | am häufigsten (het meest) |
| viel (veel) | mehr (meer) | am meisten (het meest) |
| gern (graag) | lieber (liever) | am liebsten (het liefst) |
Oefening 1: Vergroting van bijwoorden: snel, sneller, am snelsten
Instructie: Vul het juiste woord in.
oft, am häufigsten, am liebsten, schneller, öfter, lieber, viel, schnell
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies in elke groep de grammaticaal correcte vergrotende trap van het bijwoord. Let vooral op veelvoorkomende fouten bij de vergrotende trap van onregelmatige bijwoorden zoals gern, oft en viel.