In deze les leer je Duitse uitdrukkingen om over nieuws en media te praten, zoals 'die Nachrichten hören' en 'die Tagesschau sehen'. Je oefent praktische woorden als 'informieren', 'berichten' en tijdsaanduidingen voor gesprekken op kantoor, thuis en in het café.
Woordenschat (13) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Übung 1: Gespreksoefening
Anleitung:
- Beschrijf wat er op het nieuws is gebeurd. (Beschrijf wat er op het nieuws is gebeurd.)
- Beschrijf de verschillende media typen die je ziet. (Beschrijf de verschillende mediatypen die je ziet.)
- Lees of kijk je regelmatig het nieuws? (Lees of kijk je regelmatig het nieuws?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
In Luxemburg hat die Regierung eine Sitzung abgehalten. Eine Frau hielt eine Rede. In Luxemburg heeft de regering een vergadering gehad. Een vrouw heeft een toespraak gehouden. |
Es gab einen großen Protest in Paris. Busse und Autos konnten nicht mehr fahren. Er was een grote protest in Parijs. Bussen en auto's konden niet meer rijden. |
Ich sehe Kurzvideos und Bilder über die Nachrichten in sozialen Medien. Ik zie korte video's en foto's over het nieuws op sociale media. |
Ich sehe die Nachrichten im Fernsehen. Ik zie het nieuws op de televisie. |
Ich lese die Nachrichten auf einer Website. Ik lees het nieuws op een website. |
Ich schaue jeden Abend die Nachrichten. Ik kijk elke avond naar het nieuws. |
... |
Oefening 2: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 3: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Haben Sie sich heute Morgen über die Nachrichten ________?
(Heeft u zich vanmorgen over het nieuws ________?)2. Ich habe gestern die neue Sendung im Fernsehen ________.
(Ik heb gisteren de nieuwe uitzending op televisie ________.)3. Wir ________ uns täglich über das aktuelle Wetter im Radio.
(Wij ________ ons dagelijks over het actuele weer op de radio.)4. Letzte Woche ________ ich die Nachrichten im Fernsehen gesehen.
(Vorige week ________ ik het nieuws op televisie gezien.)Oefening 4: Heb je het nieuws gehoord?
Instructie:
Werkwoordschema's
Sich informieren - Zich informeren
Präsens
- ich informiere mich
- du informierst dich
- er/sie/es informiert sich
- wir informieren uns
- ihr informiert euch
- sie/Sie informieren sich
Haben - Hebben
Perfekt
- ich habe
- du hast
- er/sie/es hat
- wir haben
- ihr habt
- sie/Sie haben
Sein - Zijn
Präsens
- ich bin
- du bist
- er/sie/es ist
- wir sind
- ihr seid
- sie/Sie sind
Sehen - Zien
Perfekt
- ich habe gesehen
- du hast gesehen
- er/sie/es hat gesehen
- wir haben gesehen
- ihr habt gesehen
- sie/Sie haben gesehen
Berichten - Berichten
Präsens
- ich berichte
- du berichtest
- er/sie/es berichtet
- wir berichten
- ihr berichtet
- sie/Sie berichten
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Lesoverzicht: "Did you hear the news?"
Deze les richt zich op het voeren van gesprekken over recent gehoorde of geziene nieuwsberichten in verschillende situaties, zoals op kantoor, tijdens het ontbijt, of in een café. Het niveau is A2, wat betekent dat de inhoud geschikt is voor beginnende taalgebruikers die eenvoudige gesprekken willen voeren over alledaagse onderwerpen.
Belangrijke thema's van de les
- Gesprekken over nieuws en media: Leer hoe je kunt praten over welke nieuwsuitzending je hebt gezien of gehoord, en over welke media je gebruikt, zoals de radio (Deutschlandfunk, Bayern 3, Radio Bremen, SWR3) en televisie (Tagesschau, ZDF, ARD).
- Tijdsaanduidingen gebruiken: Gebruik tijdsaanduidingen zoals heute Morgen, gestern Abend, letzte Woche of um acht Uhr om aan te geven wanneer je iets hebt gezien of gehoord.
- Belangrijke werkwoorden in de verleden en tegenwoordige tijd: Woorden zoals hören (horen), sehen (zien), informieren (informeren zich), en berichten (rapporteren).
Voorbeelden uit de les
Enkele zinnen uit de dialogen zijn onder andere:
- „Hast du heute Morgen die Nachrichten im Radio gehört?“
- „Ich habe gestern die neue Sendung im Fernsehen gesehen.“
- „Wir informieren uns täglich über das aktuelle Wetter im Radio.“
- „Sie berichteten über das Musikfestival, das letzte Woche war.“
Werkwoordvervoegingen en grammatica
De les bevat oefeningen om veelvoorkomende werkwoordvervoegingen te oefenen, zoals het Perfekt van sehen (ich habe gesehen), haben (ich habe), en de tegenwoordige tijd van het zich informeren (ich informiere mich). Dit helpt bij het correct formuleren van zinnen over ervaringen in het verleden.
Verschillen en vergelijkingen met het Nederlands
Hoewel Duits en Nederlands relatief dicht bij elkaar liggen, zijn er enkele belangrijke verschillen in woordenschat en zinsbouw bij het praten over nieuws en media:
- Werkwoordvolgorde: In het Duits staat het voltooid deelwoord vaak aan het einde van de zin, zoals in „Ich habe die Sendung gesehen“, terwijl in het Nederlands vaak een lichtere volgorde wordt gebruikt.
- Reflexieve werkwoorden: Het Duitse sich informieren wordt als reflexief werkwoord gebruikt; in het Nederlands spreken we gewoon over „zich informeren“. Dit is een herkenbaar verschil dat helpt bij het correct gebruiken van pronomina in het Duits.
- Woorden voor nieuws en media: „Nachrichten“ betekent both „nieuws“ en „bericht(en)“ in Duits, terwijl in het Nederlands het verschil vaak duidelijker is.
Nuttige Duitse uitdrukkingen en hun Nederlandse equivalenten
- die Nachrichten hören/sehen – het nieuws horen/zien
- eine Sendung anschauen – een uitzending bekijken
- sich informieren über – zich informeren over
- einen Bericht hören/lesen – een bericht horen/lezen
- Zeitangaben verwenden – tijdsaanduidingen gebruiken (zoals heute, gestern, letzte Woche)