A2.20: Familie-uitje naar de dierentuin

Familienausflug in den Zoo

Plan een Familienausflug in den Zoo en leer belangrijke Duitse woorden zoals Elefanten, Affen, und Picknickkorb. Ontdek zinnen om over dieren en hun Lebensräume te sprechen, passend bij niveau A2.

Woordenschat (15)

 Die Tierart: de diersoort (Duits)

Die Tierart

Show

De diersoort Show

 Der Löwe: De leeuw (Duits)

Der Löwe

Show

De leeuw Show

 Die Giraffe: de giraffe (Duits)

Die Giraffe

Show

De giraffe Show

 Der Affe: De aap (Duits)

Der Affe

Show

De aap Show

 Der Elefant: De olifant (Duits)

Der Elefant

Show

De olifant Show

 Afrika: Afrika (Duits)

Afrika

Show

Afrika Show

 Asien: Azië (Duits)

Asien

Show

Azië Show

 Tropisch: tropisch (Duits)

Tropisch

Show

Tropisch Show

 Gefährlich: gevaarlijk (Duits)

Gefährlich

Show

Gevaarlijk Show

 Wild: wild (Duits)

Wild

Show

Wild Show

 Der Fluss: de rivier (Duits)

Der Fluss

Show

De rivier Show

 Die Wüste: de woestijn (Duits)

Die Wüste

Show

De woestijn Show

 Der Dschungel: De jungle (Duits)

Der Dschungel

Show

De jungle Show

 Lass uns...!: Laten we...! (Duits)

Lass uns...!

Show

Laten we...! Show

 (Etwas) unternehmen (iets ondernemen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

(Etwas) unternehmen

Show

Iets ondernemen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Jeden Samstag __________ wir einen Ausflug in den Zoo.

(Elke zaterdag __________ we een uitstapje naar de dierentuin.)

2. Letztes Wochenende __________ wir viele Affen und Elefanten gesehen.

(Afgelopen weekend __________ we veel apen en olifanten gezien.)

3. Nächstes Wochenende __________ wir eine neue Tierart entdecken.

(Volgend weekend __________ we een nieuwe diersoort ontdekken.)

4. Wir __________ gestern einen Ausflug in den Dschungel gemacht.

(We __________ gisteren een uitstapje in de jungle gemaakt.)

Oefening 3: Gezinsuitstap naar de dierentuin

Instructie:

Am Samstag (Unternehmen - Präsens) meine Frau, meine Kinder und ich einen Ausflug in den Zoo. Wir (Unternehmen - Perfekt) diesen Ausflug letztes Jahr nicht (Unternehmen - Perfekt) , deshalb (Freuen - Präsens) ich mich sehr darauf. Mein Sohn möchte unbedingt die Elefanten sehen, und meine Tochter (Möchten - Präsens) den Dschungel besuchen, um die Affen zu beobachten. Ich (Unternehmen - Präsens) gerne solche Aktivitäten mit meiner Familie. Wir (Werden - Präsens) morgen früh fahren, um den Tag voll zu genießen. Der Zoo hat viele verschiedene Tierarten aus Afrika und Asien. Das ist immer spannend!


Op zaterdag ondernemen (Ondernemen - Tegenwoordige tijd) mijn vrouw, mijn kinderen en ik een uitstap naar de dierentuin. We hebben (Ondernemen - Voltooide tijd) deze uitstap vorig jaar niet ondernomen (Ondernemen - Voltooide tijd), daarom vrolijk (Vrolijk zijn - Tegenwoordige tijd) ik me er erg op. Mijn zoon wil absoluut de olifanten zien, en mijn dochter wil (Willen - Tegenwoordige tijd) de jungle bezoeken om de apen te bekijken. Ik onderneem (Ondernemen - Tegenwoordige tijd) graag zulke activiteiten met mijn familie. We zullen (Zullen - Tegenwoordige tijd) morgenochtend vertrekken om de dag ten volle te genieten. De dierentuin heeft veel verschillende diersoorten uit Afrika en Azië. Dat is altijd spannend!

Werkwoordschema's

Unternehmen - Ondernemen

Präsens

  • ich unternehme
  • du unternimmst
  • er/sie/es unternimmt
  • wir unternehmen
  • ihr unternehmt
  • sie/Sie unternehmen

Unternehmen - Ondernemen

Perfekt

  • ich habe unternommen
  • du hast unternommen
  • er/sie/es hat unternommen
  • wir haben unternommen
  • ihr habt unternommen
  • sie/Sie haben unternommen

Freuen - Vrolijk zijn

Präsens

  • ich freue
  • du freust
  • er/sie/es freut
  • wir freuen
  • ihr freut
  • sie/Sie freuen

Möchten - Willen

Präsens

  • ich möchte
  • du möchtest
  • er/sie/es möchte
  • wir möchten
  • ihr möchtet
  • sie/Sie möchten

Werden - Zullen

Präsens

  • ich werde
  • du wirst
  • er/sie/es wird
  • wir werden
  • ihr werdet
  • sie/Sie werden

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Etwas unternehmen iets ondernemen

Präsens

Duits Nederlands
(ich) unternehme ik onderneem
(du) unternimmst jij onderneemt
(er/sie/es) unternimmt hij/zij/het onderneemt
(wir) unternehmen wij ondernemen
(ihr) unternehmt jullie ondernemen
(sie) unternehmen zij ondernemen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Etwas unternehmen iets ondernemen

Perfekt

Duits Nederlands

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Overzicht van de les: Familienausflug in den Zoo

In deze les leer je hoe je een familie-uitstap naar de dierentuin kunt plannen en hoe je over dieren en hun leefomgeving kunt praten in het Duits. De les is gericht op het A2-niveau en bevat praktische dialogen, werkwoordvervoegingen en een korte verhaallijn die je helpen om dagelijks taalgebruik rond dit onderwerp te beheersen.

Belangrijke thema's in deze les

  • Plannen van een familie-uitstap: leer zinnen zoals "Was möchtest du im Zoo sehen?" en "Wann wollen wir losfahren?" om activiteiten en voorkeuren te bespreken.
  • Praten over dieren en hun leefomgeving: begrijp en gebruik zinnen als "Die Tiger leben in tropischen Wäldern" en "Flamingos leben in warmen Regionen mit Seen" om de leefomgeving van dieren te beschrijven.
  • Bekende dierentuinen in Duitsland: leer over Duitse dierentuinen, bijvoorbeeld de Berlijnse Zoo en de Zoo in Leipzig, en hoe je ervaringen kunt delen met zinnen als "Warst du schon einmal im Berliner Zoo?"

Woorden en uitdrukkingen om te onthouden

  • der Ausflug - de uitstap
  • die Elefanten, die Affen, die Pinguine - respectievelijk olifanten, apen, pinguïns
  • die Landschaft - het landschap
  • der Picknickkorb - de picknickmand
  • natürlich gestaltet - natuurlijk ingericht
  • der Tierpark - het dierenpark

Werkwoordvervoegingen en zinsstructuren

De les behandelt belangrijke werkwoorden zoals unternehmen (ondernemen), freuen (zich verheugen), möchten (willen) en werden (zullen). Je oefent verschillende tijden, vooral Präsens (tegenwoordige tijd) en Perfekt (voltooide tijd). Een voorbeeld is:

Jeden Samstag unternehmen wir einen Ausflug in den Zoo.

De werkwoordsvervoegingen zijn duidelijk weergegeven, bijvoorbeeld:

  • ich unternehme
  • du unternimmst
  • er/sie/es unternimmt
  • wir unternehmen
  • ihr unternehmt
  • sie/Sie unternehmen

Kort verhaal: Familienausflug in den Zoo

Het verhaal beschrijft een familie die op zaterdag een uitstap naar de dierentuin maakt. Het maakt gebruik van veelvoorkomende werkwoorden en tijdsvormen en dient als voorbeeld om taalgebruik in context te begrijpen en te oefenen:

Am Samstag unternehmen meine Frau, meine Kinder und ich einen Ausflug in den Zoo. Wir haben diesen Ausflug letztes Jahr nicht unternommen, deshalb freue ich mich sehr darauf...

Verschillen tussen het Nederlands en Duits in deze les

Hoewel Nederlands en Duits beide Germaanse talen zijn, zijn er enkele verschillen die opvallen in deze les:

  • Werkwoordvolgorde: In het Duits staat het werkwoord vaak op de tweede positie in hoofdzinnen, maar aan het einde in bijzinnen. Nederlands volgt vergelijkbare regels, maar de nuances kunnen verschillen.
  • Modale werkwoorden: In het Duits wordt möchten gebruikt voor beleefde wensen, vergelijkbaar met het Nederlandse zou willen.
  • Zelfstandige naamwoorden: Duitse zelfstandige naamwoorden worden altijd met hoofdletters geschreven, wat in het Nederlands niet het geval is.

Handige zinnen en woorden met Nederlandse equivalenten

  • Was möchtest du im Zoo sehen? – Wat wil je in de dierentuin zien?
  • Wir werden morgen früh fahren. – We zullen morgenochtend vertrekken.
  • Die Landschaft ist abwechslungsreich. – Het landschap is afwisselend.
  • Den Picknickkorb mitnehmen. – De picknickmand meenemen.

Deze les helpt je om in dagelijkse situaties over familie-uitstapjes te spreken, en dieren en hun leefomgevingen te beschrijven, met gebruik van nuttige grammatica en woordenschat.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏