Ontdek in deze les hoe je in het Duits over gezonde voeding en gewoonten spreekt met zinnen zoals "mehr Wasser trinken" en "weniger fettige Snacks essen". Leer de indirecte rede gebruiken met 'dass' voor praktisch dagelijks taalgebruik.
1. Woordenschat (12) Delen Gekopieerd!
2. Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A2.25.1 Grammatica
Indirecte rede met dass
Je kunt de indirecte rede met "dass" gebruiken om uitspraken van anderen weer te geven.
Belangrijk werkwoord
Sollen (moeten)
Leer het werkwoord "moeten" te vervoegen in het Duits: tegenwoordige tijd, aantonende wijs
Belangrijk werkwoord
Sollen (moeten)
Leer het werkwoord "moeten" te vervoegen in het Duits: onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs.
3. Oefeningen Delen Gekopieerd!
Oefening 1: Indirecte rede met dass
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Indirecte rede met dass
Toon vertaling Toon antwoordendass sie schon vor jahren ihre Gewohnheiten änderte, dass das Gericht heute ausgewogen ist, dass er während seiner Verletzung nicht viel Sport machen konnte, dass er schon immer regelmäßig Sport machte, dass er kein Zucker mehr isst, dass ich mehr Gemüse essen soll, das er kein Zucker mehr essen darf, dass wir täglich Obst und Gemüse essen sollen
Oefening 2: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Der Arzt sagt, dass ich jeden Tag mehr Wasser ________ soll.
(De dokter zegt dat ik elke dag meer water ________ moet drinken.)2. Meine Freundin sagt, dass ich weniger fettige Snacks ________ soll.
(Mijn vriendin zegt dat ik minder vetrijke snacks ________ moet eten.)3. Der Ernährungsberater sagt, dass ich mich ausgewogen ________ soll.
(De voedingsadviseur zegt dat ik me evenwichtig ________ moet voeden.)4. Sie sagt, dass ich mehr Gemüse und Obst ________ soll, um abzunehmen.
(Ze zegt dat ik meer groenten en fruit ________ moet eten om af te vallen.)N/A
Get written feedback at portal.colanguage.com, or use in classes with your private teacher.
Oefening 3: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 4: Reageer op de situatie
Instructie: Geef een passend antwoord op basis van de situatie.
1
2
3
4
Übung 5: Gespreksoefening
Anleitung:
- Was isst du jeden Tag zum Frühstück, Mittag- und Abendessen? Isst du einige der auf den Bildern gezeigten Lebensmittel? (Wat eet je elke dag als ontbijt, lunch en avondeten? Eet je sommige voedingsmiddelen van de foto's?)
- Schauen Sie sich beim Einkaufen im Supermarkt normalerweise die Zutatenliste an? (Kijk je meestal naar de ingrediëntenlijst als je voedsel koopt in de supermarkt?)
- Würden Sie Ihre Essgewohnheiten als gesund oder eher ungesund beschreiben? (Zou je jouw eetgewoonten als gezond of eerder ongezond beschrijven?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
|
Ich habe noch nie eine Diät gemacht. Allerdings bin ich Vegetarier, daher esse ich kein Fleisch. Ik heb nog nooit eerder dieet gevolgd. Hoewel ik vegetariër ben, dus ik eet geen vlees. |
|
Ich habe in der Vergangenheit einige Diäten ausprobiert, aber sie haben mir nicht gefallen. Jetzt versuche ich, aktiver zu sein. Ik heb in het verleden enkele diëten geprobeerd, maar ik vond het niet leuk. Ik probeer nu actiever te zijn. |
|
Ich schaue mir immer die Zutaten an. Ich überprüfe den Zucker und das Salz in den Lebensmitteln. Ik kijk altijd naar de ingrediënten. Ik controleer de suiker en het zout in het eten. |
|
Ich ernähre mich meistens sehr gesund, aber manchmal esse ich etwas Schokolade. Ik eet meestal erg gezond, maar soms neem ik wat chocolade. |
|
Ich habe eine gute Balance zwischen ungesunder und gesunder Ernährung. Ik heb een goede balans tussen ongezond en gezond eten. |
|
Ich esse ziemlich ungesund. Ich werde bald eine Diät machen. Ik eet behoorlijk ongezond. Ik ga binnenkort op dieet. |
| ... |
N/A
Oefening 6: Wekelijks maaltijdplan op kantoor
Instructie: Vul de gaten in om dit korte verhaal compleet te maken
Belangrijke werkwoorden
Sollen - Sollen
Präsens
- ich soll
- du sollst
- er/sie/es soll
- wir sollen
- ihr sollt
- sie/Sie sollen
Sollen - Sollen
Präteritum
- ich sollte
- du solltest
- er/sie/es sollte
- wir sollten
- ihr solltet
- sie/Sie sollten
Versuchen - Versuchen
Präsens
- ich versuche
- du versuchst
- er/sie/es versucht
- wir versuchen
- ihr versucht
- sie/Sie versuchen
Essen - Essen
Präteritum
- ich aß
- du aßest
- er/sie/es aß
- wir aßen
- ihr aßt
- sie/Sie aßen
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Duits oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Gezond eten en gewoonten: Indirekte Rede en praktische voorbeelden
In deze les leer je hoe je indirecte rede met dass gebruikt om over gezonde eetgewoonten en adviezen te spreken in het Duits. De focus ligt op het correct vervoegen van werkwoorden in zinnen die weergeven wat anderen zeggen dat je moet doen om gezonder te leven.
Belangrijkste lesinhoud
- Gebruik van de Indirekte Rede met dass: Leer zinnen maken waarin wordt doorgegeven wat een ander zegt, bijvoorbeeld:
Der Arzt sagt, dass ich jeden Tag mehr Wasser trinken soll. - Vervoegen van werkwoorden in de infinitief vorm vóór sollen: Zoals bij trinken, essen en ernähren in vaste constructies na dass ich ... soll.
- Woorden en uitdrukkingen over gezondheid en voeding:
die Gewohnheit (de gewoonte), ausgewogen (evenwichtig), fettige Snacks (vette snacks), vegetarisch essen (vegetarisch eten).
Voorbeelden uit dialogen
Er worden praktische gesprekken getoond tussen collega's en klanten waarin gezonde eetgewoonten worden besproken. Bijvoorbeeld, collega’s Daniel en Anna plannen samen een weekmenu dat natuurlijk en gevarieerd is, met ook vegetarische gerechten. Ook is er een gesprek in een reformhaus waarin voedingsadvies wordt gegeven, zoals het vermijden van vette snacks en juist kiezen voor fruit en noten.
Typische situaties en oefenvragen
Je oefent antwoord te geven op vragen over jouw eigen eetgewoonten en motivaties om gezonder te eten, bijvoorbeeld:
- Meine Gewohnheit ist, mittags einen leichten Salat zu essen.
- Ich versuche, mich ausgewogen und natürlich zu ernähren, weil ich gesund abnehmen möchte.
- Ich ernähre mich vegetarisch, weil ich die Umwelt schützen möchte.
- Ein Snack, den ich oft esse, ist Obst, weil viele fettige Snacks ungesund sind.
Belangrijke grammaticale nuances
In het Duits wordt de werkwoordsvorm na dass ich + soll in de infinitief gebruikt, wat in het Nederlands vaak met een modale werkwoordconstructie of een infinitief vertaald wordt. Bijvoorbeeld:
Der Arzt sagt, dass ich mehr Wasser trinken soll. - «De dokter zegt dat ik meer water moet drinken.»
Verschillen tussen het Nederlands en Duits in deze les
In het Nederlands gebruik je vaak een modaal werkwoord met een infinitief om verplichtingen aan te geven (moet drinken), terwijl het Duits hier de structuur met dass en soll plus infinitief hanteert. Let ook op de volgorde van woorden in bijzinnen: het werkwoord staat aan het einde in het Duits.
Handige woorden en uitdrukkingen:
- die Gewohnheit - de gewoonte
- ausgewogen - evenwichtig
- fettige Snacks - vette snacks
- sich vegetarisch ernähren - zich vegetarisch voeden / vegetarisch eten
- der Tipp - de tip
Deze kennis helpt je om over gezonde voeding en gewoonten te praten, zowel in alledaagse gesprekken als bij het geven van advies.