Leer de Duitse imperatiefvormen voor 'wir', 'Sie' en de onregelmatige werkwoorden 'sein' (sei, seid, seien) en 'haben' (hab, habt, haben). Bijvoorbeeld: „Sei ruhig!“, „Gehen wir!“ en „Hab Geduld!“.
  1. De „wir"-imperatief drukt voorstellen uit, bijvoorbeeld 'Gehen wir!'.
Form des ImperativsFormel (Formule)Beispiel (voorbeeld)
WirVerb + wirArbeiten wir an den Anforderungen! (Laten we werken aan de eisen!)
Sie Infinitiv + SieTrauen Sie sich offen über ihre Stärken zu sprechen! (Trauwt u zich openlijk over uw sterke punten te spreken!)
Unregelmäßig: seinsei / seid / seien +  SieSei ruhig! (Wees stil!)
Unregelmäßig: habenhab / habt / haben + SieHab Geduld im Vorstellungsgespräch! (Heb geduld bij het sollicitatiegesprek!)

Oefening 1: Imperatiefvormen: verdieping en bijzondere gevallen: “Sei ruhig!”, “gehen wir!”

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

Habt, Sprechen, Sei, Gehen wir, Hab, Arbeiten wir, Seien Sie

1. Unregelmäßig: Sein:
... heute freundlich zur Personalabteilung, wenn Fragen kommen.
(Sei heute freundlich zur Personalabteilung, wenn Fragen kommen.)
2. Vorschlag:
... heute in der Abteilung an dem Projekt zusammen.
(Arbeiten wir heute in der Abteilung an dem Projekt zusammen.)
3. Formell:
... Sie bitte lauter!
(Sprechen Sie bitte lauter!)
4. Vorschlag:
... die Anforderungen Punkt für Punkt gemeinsam durch.
(Gehen wir die Anforderungen Punkt für Punkt gemeinsam durch.)
5. Unregelmäßig: sein:
... bitte pünktlich zum Vorstellungsgespräch am Montag.
(Seien Sie bitte pünktlich zum Vorstellungsgespräch am Montag.)
6. Unregelmäßig: Sein:
... morgen um neun verfügbar für weitere Fragen.
(Seien Sie morgen um neun verfügbar für weitere Fragen.)
7. Unregelmäßig: Haben:
... Vertrauen, ihr seid für diese Stelle gut vorbereitet.
(Habt Vertrauen, ihr seid für diese Stelle gut vorbereitet.)
8. Unregelmäßig: Haben:
... heute bitte Geduld, das Gespräch dauert länger.
(Hab heute bitte Geduld, das Gespräch dauert länger.)

Oefening 2: Meerkeuze

Instructie: Kies in elk blok de correcte imperatiefvorm die in een professionele of alledaagse context juist en grammaticaal correct is. Let in het bijzonder op de vormen met "wir", "Sie" en de onregelmatige werkwoorden 'sein' en 'haben'.

1.
"Geht" is de imperatiefvorm voor ihr, hier wordt echter de "wir"-vorm gevraagd.
Verkeerde combinatie van de du-vorm en wir-vorm. 'Geht' past niet bij wir.
2.
"Seid" is de 2e persoon meervoud (jullie) en past niet bij de beleefde "Sie"-imperatief.
"du" past niet bij de beleefde imperatiefvorm. Correct zou 'Sei' zijn voor de du-vorm.
3.
"Haben" is de infinitief en kan niet als imperatief worden gebruikt.
"Habs" is geen correcte imperatiefvorm; het werkwoord staat niet in de juiste vorm.
4.
Combinatie van de du-imperatief (Arbeite) en wir is grammaticaal onjuist.
"Arbeitet" is de imperatief voor ihr, niet voor wir.

Imperativformen in het Duits: Verdieping en bijzondere gevallen

In deze les verdiepen we ons in de verschillende vormen van de Duitse gebiedende wijs, ook wel 'Imperativ' genoemd. De nadruk ligt op de formele (Sie), informele (du, ihr) en gezamenlijke 'wir'-vormen. We behandelen daarnaast onregelmatige werkwoorden zoals 'sein' en 'haben'. Deze vormen komen vaak voor in dagelijkse communicatie en professionele situaties, bijvoorbeeld in instructies, suggesties en beleefde verzoeken.

Overzicht van de Imperativvormen

Vorm van de gebiedende wijsFormuleVoorbeeld
WirWerkwoord + wirArbeiten wir an den Anforderungen!
SieInfinitief + SieTrauen Sie sich offen über ihre Stärken zu sprechen!
Onregelmatig: seinsei / seid / seien + SieSei ruhig!
Onregelmatig: habenhab / habt / haben + SieHab Geduld im Vorstellungsgespräch!

Uitleg van de Imperativvormen

  • Wir-Imperativ: Wordt gebruikt om gezamenlijk een voorstel te doen of iets samen te ondernemen, zoals in „Gehen wir!” (Laten we gaan!). De vorm bestaat uit het werkwoord gevolgd door „wir”.
  • Sie-Imperativ: Dit is de beleefde vorm die je gebruikt bij formele situaties of wanneer je iemand aanspreekt die je niet goed kent. De formule is de infinitief van het werkwoord plus „Sie”, bijvoorbeeld „Seien Sie pünktlich!” (Wees op tijd!).
  • Onregelmatige werkwoorden: De werkwoorden „sein” (zijn) en „haben” (hebben) hebben afwijkende imperatiefvormen, zoals „Sei ruhig!” (Wees stil!) en „Hab Geduld!” (Heb geduld!). Deze vormen zijn belangrijk omdat ze vaak voorkomen en niet volgens het standaardpatroon gevormd worden.

Praktische woorden en uitdrukkingen

Enkele belangrijke werkwoorden en uitdrukkingen die je in deze context vaak tegenkomt zijn:

  • Sei ruhig! – Wees stil!
  • Gehen wir! – Laten we gaan!
  • Hab Geduld! – Heb geduld!
  • arbeiten wir – laten we werken
  • Seien Sie pünktlich! – Wees op tijd (formeel)

Belangrijkste verschillen tussen Nederlands en Duits

In het Duits zijn er specifieke imperatiefvormen voor de beleefde vorm („Sie”), de informele vorm voor één persoon („du”), de meerdere personen (informeel „ihr”) en de gezamenlijke vorm („wir”). In het Nederlands is de gebiedende wijs eenvoudiger en verandert minder per persoon. Bijvoorbeeld, in het Duits moet je opletten welke vorm je gebruikt afhankelijk van formaliteit en aantal mensen.

Enkele nuttige vergelijkingen:

  • Duits „Sei ruhig!” = Nederlands „Wees stil!”
  • Duits „Gehen wir!” = Nederlands „Laten we gaan!”
  • Duits „Seien Sie pünktlich!” = Nederlands „Wees op tijd!” (beleefd)

Let ook op dat voor onregelmatige werkwoorden zoals „sein” en „haben” speciale imperatiefvormen bestaan die niet rechtstreeks overeenkomen met het Nederlands maar belangrijk zijn om correct te gebruiken.

Geschreven door

Deze inhoud is ontworpen en beoordeeld door het coLanguage pedagogisch team. Over coLanguage

Profile Picture

Louis Fernando Hess

Bachelor of Science - Interculturele Business Psychologie

Hamm-Lippstadt University of Applied Sciences

University_Logo

Duitsland


Laatst bijgewerkt:

woensdag, 03/12/2025 09:36